28 en 30 OKTOBER 1997
482
dInstemmen met de voorstellen voor het oplossen van knelpunten door middel van het inzetten
van de middelen voor nieuw beleid, infrastructuur en herindeling, zoals verwoord in de Nota
van Aanbieding.
e. Het Meerjareninvesteringsplan 1998-2000 vaststellen, inclusief de bijgestelde jaarschijf 1997.
Tevens liggen bij dit voorstel de volgende stukken ter visie:
- Nota begrotingsbehandeling 1998;
- Algemene Middelen begroting 1998;
- Meerjareninvesteringsplan 1998-2000.
200. AANPASSING BELASTINGTARIEVEN 1998. (vO)
a. Wijziging van de "Verordening onroerende-zaakbelastingen 1997".
b. Wijziging van de "Verordening rioolrecht Breda 1993".
c. Wijziging van de "Verordening hondenbelasting Breda 1994".
d. "Verordening precariobelasting Breda 1998".
e. Wijziging van de "Legesverordening Breda 1997".
IV. RONDVRAAG.
AANWEZIG: DE HEREN C.G.J. RUTTEN, VOORZITTER; A.C.A.M. ADANK, M.B.
BAIJINGS,MEVROUWL. VANBEUSEKOM-NIX, WETHOUDER; DE HEERJ.O.E. BOER,
MEVROUW M.J. BOIDIN-VAN HOEVE, DE HEREN J.G. COPPENS, C.J. CRUL, C.O.W.
DUBBELMAN, C.C.M.A. GEMMEKE, M.L. GEUZE, J.C.A.M. GIELEN, WETHOUDER;
H.J.M. HAARHUIS, DE DAMES E.P.M.M. VAN HASSELT-BLANKERS, M.P. HEERKENS,
DE HEREN F. VAN DER HULST, C.H. KRUITHOF, J.H.P. KWISTHOUT, MEVROUW
A.J.H.W. LAMERS, DE HEREN J.C.G. LEUNISSE, A.J.J.M. LIPS, A.J.G. OOMEN,
WETHOUDER; N.G.M. VAN OS, WETHOUDER; H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; ME
VROUW T.P. REUNEN-KREMERS, DE HEREN J.A. ROPS, P.H. SCHELTENS, C.G.M.F.
SCHOENMAKERS, B.G.C. SCHREINER, W.J.G. SCHRODER, H. SNIER, J.P.W.A.A.M.
TAKS, E. ÜCERLER, C.J. VERPAALEN, DE DAMES W.J.M. VOSSENAAR-BLOKDIJK,
WETHOUDER; C.C.M. VAN WEEZEL, DE HEREN J. DE WERD, J.C. VAN DER
WESTERLAKEN, D.J. WILDEMAN, P. VAN YPEREN, B. OUWERKERK, SECRETARIS.
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur.
197. BEËDIGING VAN DE HEER J.C.C. LEUNISSE ALS RAADSLID.
De VOORZITTER
Aan de orde is de beëdiging van de heer J.C.C. Leunisse als raadslid en ik vraag de gemeentesecre
taris om de heer Leunisse binnen te geleiden. Ik zie dat de bloemen al zijn gearriveerd. Mag ik
u verzoeken om te gaan staan? Ik heb begrepen dat de heer Leunisse de eed wil afleggen en ik
lees die voor. Als u dan antwoordt: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig", dan is daarmee de
eed afgelegd. "Ik zweer dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch
middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk
of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de
Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur
naar eer en geweten zal vervullen."
De heer LEUNISSE
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De VOORZITTER
Ik heet u opnieuw hartelijk welkom in deze raad.