6 FEBRUARI 1997
48
De heer KWISTHOUT
De BredaPas is wat ons betreft een stigmatiserend en een inefficiënt middel om de armoede te
bestrijden. Stigmatiserend omdat men, om korting te kunnen krijgen, de BredaPas moet tonen
onder het motto: kijk, ik ben arm en ik leef van de bedeling. Het is inefficiënt, omdat mensen
op of onder het sociale minimum zelfs mét korting nauwelijks naar het Chassé Theater kunnen
gaan, omdat het hen de grootste moeite kost om ervoor te zorgen dat iedere dag eten op tafel staat.
Hoewel wij begrip hebben voor het standpunt dat de BredaPas ook voor de nieuwe inwoners moet
gelden in verband met de rechtszekerheid, zullen wij om de eerdergenoemde reden tegen het
voorstel stemmen.
De VOORZITTER
De heer Rops maakt zich zorgen over het mogelijk bureaucratiserende effect, zeker zoals dat speelt
met betrekking tot bijzondere bijstand. Juist bij het formuleren van het beleid voor deze BredaPas
hebben wij geprobeerd de zaak zo simpel en zo eenvoudig mogelijk te regelen. Dit betekent dus
dat wij eerdere systemen, zoals een declaratieregeling, bonnetjes sparen et cetera, eruit hebben
gegooid. In feite maken wij het steeds simpeler. Men hoeft op dit moment in feite alleen maar
de pas te laten zien en men krijgt gewoon die korting bij de instelling, die daartoe afspraken heeft
gemaakt met de gemeente. Men hoeft verder nauwelijks iets te laten zien. Dus wat dat betreft ben
ik het eens met uw opmerking: wij moeten dit zo simpel mogelijk houden, als maar zijn kan. Ik
begrijp dat mevrouw Heerkens al een voorschot neemt op de evaluatie. U gaat er vanuit dat deze
nieuwe formule, die wij hebben gevonden na de uitgebreide besprekingen vorig jaar, wél aanslaat.
De eerste berichten hierover zijn inderdaad gunstig. U citeert uit de commissievergadering met
betrekking tot de bibliotheek. Er zijn meer gunstige berichten binnengekomen. Maar ik stel voor
dat wij niet vooruitlopen. Ik denk dat wij gewoon, zoals afgesproken, de evaluatie moeten
afwachten. Dat wil zeggen dat wij in september kunnen zien of deze nieuwe formule wel of niet
is aangeslagen. Het rekensommetje van de heer Boer deugt nog steeds niet. In relatie tot de vorige
commissievergadering is hier in feite niets veranderd. Het gaat erom hoe vaak mensen ervan gebruik
maken en niet wat de gemiddelde bijdrage is. Dat kan van persoon tot persoon verschillen. En
dat dit 40,moet zijn, het rekenkundig gemiddelde van het aantal deelnemers en het geld dat
wij beschikbaar stellen, geloof ik niet. Daarna gaat de heer Boer in op een situatie zoals die op
dit moment in Groningen geldt. U constateert dat zij daar passen verkopen. U weet dat wij dit
in de vorige periode ook hebben gedaan. Het kan zijn dat het in Groningen, als uw cijfers kloppen,
beter aanslaat vanwege het geringe bedrag. Wij hadden een iets hoger bedrag. Ik dacht dat wij
40,— hanteerden, terwijl het tarief voor studenten 25,— was. Wij hebben dat afgeschaft. De
respons vanuit de bevolking om die pas te kopen was minimaalU haalt ook het Eindhovense model
nog even aan. U bent alweer bezig met vooruitlopen op deze evaluatie. Ik zou u willen aanraden
om u die discussie te besparen. Ik wil hierop op dit moment niet te fors ingaan. Die discussie komt
aan de orde wanneer wij de evaluatie van de nieuwe formule van de BredaPas aan u voorleggen.
Dan kunt u elkaar opnieuw met een aantal visies om de oren slaan. Voor wat betreft uw opmerking
met betrekking tot stigmatisering antwoord ik tegelijkertijd in de richting van de heer Kwisthout.
Juist één van de uitkomsten, die opvallend waren bij het onderzoek dat wij hebben gehad naar
aanleiding van de wijzigingsvoorstellen die wij u onlangs hebben gedaan, was het feit dat de
gebruikers van de BredaPas het sigmatiserend karakter verwaarloosbaar vonden of niet aanwezig
achtten. Als u het beter weet dan zo'n 80 90% van die gebruikers, dan mag dat van mij. Maar
ik constateer dat het dan maar om een zeer kleine groep gaat. Destijds hebben wij de afweging
gemaakt om die 10% dan maar op de koop toe te nemen. Men is immers niet verplicht om er
gebruik van te maken.
TWEEDE TERMIJN
De heer ROPS
Ik doelde vooral op de papieren rompslomp voor die mensen, die niet bij de uitkeringsgerechtigden
horen, maar slechts een AOW-uitkering hebben. Het mag niet zo zijn dat zij met de billen bloot