28 en 30 OKTOBER 1997
493
zaak bij de behandeling van de Kadernota 1999 nader terug te komen. Tot slot. Het kroonjaar
2002 nadert. Breda moet dan in haar oude luister haar verjaardag kunnen vieren. Daarom blijft
D66 van mening dat de Haven, in 2002, weer open moet.
De heer SCHRODER
"Breda, stad met karakter". "Het is een opgave die ambitie verraadt", volgens de Nota van
Aanbieding. Het college wil hierover met "gepaste trots" communiceren. Mijn fractie zou een
andere karakterisering aan deze Nota van Aanbieding willen geven, namelijk "zwelgen in
zelfgenoegzaamheid". Met het aantreden van dit college leken aanvankelijk de kaarten voor het
nieuwe Breda te zijn geschud. Een college met maar liefst zes wethouders moest in staat worden
geacht een stevige beleidsvisie te ontwikkelen en een doortastend beleid weg te zetten. Vandaag,
na driekwart jaar, maken wij een voorlopige balans op. Allereerst valt ons op dat het beleid van
de afgelopen maanden zich kenmerkt door een volstrekt gebrek aan integraliteit. Een paar recente
highlights die dat onderstrepen zijn onder andere de drugsnota (geen communicatie tussen de
burgemeester en wethouder Van Raak), de jongerenwerker bij NAC (geen communicatie tussen
de wethouders Gielen en Van Raak), de eenderde sociale woningbouw (geen communucatie tussen
de wethouders Gielen en Vossenaar en blijkbaar ook niet meer met de raad, zoals ik vanavond
heb gehoord) en tenslotte het schoolzwemmen (wethouder Van Raak wijst naar wethouder Vossenaar
en andersom). Het lijkt erop of op die dinsdagochtenden niet met elkaar wordt gesproken, of dat
er niet naar elkaar wordt geluisterd. Het lijkt een intern probleem binnen het college, dat er niet
wordtgecommuniceerd, ondanksdechristen-democratischemeerderheid. In 1995mochtBakkenist
deze raad nog uitgebreid adviseren naar aanleiding van een van de vele Chassé-crises tot dan toe.
Op grond van de aanbevelingen van Bakkenist besloot de raad in zijn vergadering van december
1995 dat er voortaan één eindverantwoordelijkewethouder per projectzou komen. De triestebalans
anno 1997 laat zien dat die vrome wens is verwezen naar de geschiedenisboeken. Wat bijvoorbeeld
te denken over communicatie in de portefeuillevan wethouder Van Os, wantbij andere wethouders
is inspraak of zelfs communicatie met de burgerij vaak een hekkensluiter. Je mag toch verwachten
dat de portefeuillehouder communicatie er wekelijks op toeziet dat zijn collegae uitsluitend besluiten
of voorstellen voorleggen, die een behoorlijk communicatietraject hebben doorlopen. Ik verwijs
daarvoor naar de Regels van het Spel. Helaas, niets is minder waar. Kenmerkend is de stormachtige
groei van het aantal informatieavonden, in de plaats van datgene wat vroeger een inspreekavond
zou zijn. Communicatie met de eigen burgerij is verworden tot zo goed mogelijk proberen je eigen
evangelie aan de man te brengen, maar hoe kan het ook anders met het CDA in Breda aan de top?
De heer Van Yperen heeft zich vanavond daarbij aangesloten, want ook hij zegt: wij moeten meer
informatie geven. Luisteren is kennelijk niet belangrijk. Ook de nu voorliggende begroting gaat
gebukt onder hetzelfde communicatieprobleem. Er wordt gekozen voor een hoog ambitieniveau,
maar vrijwel tegelijkertijd presenteert het college een discussienota over het Stadsplan, waarin
keuzemogelijkheden voor een veel lager, of in ieder geval ander ambitieniveau voorliggen, de
Brabantse stad bijvoorbeeld. Afstemming, meningsvorming, het ontbreekt ten enenmale. Het is
een politiek van "roept u maar"Wie hard roept krijgt wat, zoals het Jazzfestival en de VVV. Maar
wie minder bij stem is, bijvoorbeeld de Bredase Werkgroep Sociale Zekerheid, piest naast de pot.
Bij het aantreden van deze regeerploeg zag het er aanvankelijk naar uit dat de politieke partijen
in deze raad voor een fris geluid mochten zorgen. Alle verkiezingsbeloften lagen nog vers in het
geheugen en eigenlijk bleef alleen de heer Dubbelman zijn ware aard trouw. Eens rechts, altijd
rechts. De laatste maanden laten echter zien dat de coalitiefracties zich weer eensgezind en
beschermend om het college drommen, bang dat de zwakke ploeg anders uit elkaar spat. Maar
de sfeer is goed, om maar eens iets positiefs te zeggen. Zelfgenoegzaamheid kan niet zonder sfeer.
We ontmoeten elkaar veelvuldig op feestjes, bij openingen, bij eerste palen, tijdens rondritten door
de stad en langs de instellingen en bij de talrijke symposia. De opkomst is groot. Hoe kan het ook
anders, gelet op de gemiddelde leeftijd van deze raad. De burgemeester vindt het gezellig om een
biertje te drinken na afloop van de raadsvergadering en de secretaris heeft dat, zoals zijn functie
betaamt, georganiseerd. Gezellig. Verder mochten we ook nog een lang weekeinde naar Londen.
Kosten voor de gemeenschap: 45.000,--. Maar het was leuk en dus het geld wel waard. Aan
sommige Londengangers heb ik gevraagd wat die reis nu heeft opgeleverd voor de stad Breda,