28 en 30 OKTOBER 1997
494
en ik kreeg het verbluffende antwoord dat ze tegenwoordig ook al moderne architectuur naast oude
monumenten zetten en dat dat er niet eens zo slecht uitziet. Tja, daar had ik niet van terug. Dat
soort vernieuwende geluiden is natuurlijk welkom in Breda, en ik had spijt dat ik mijn fractieleden
geen toestemming had gegeven om mee te gaan naar Londen. Gezelligheid. Misschien moet ik
deze begroting ook wel een gezellige begroting noemen. Breda, stad met karakter, en bij dat
karakter past natuurlijk die bruisende bourgondische gezelligheid. En van daaruit is de stap naar
onze evenementen niet groot. De evenementen, die een belangrijke, stuwende functie hebben in
die stad met karakter. Evenementen, die volgens het college ook een belangrijk economische functie
hebben voor onze stad. En daarmee lijkt de cirkel bijna rond. Investeren in het ambitieniveau van
die grote, bruisende, gezellige stad trekt bedrijvigheid aan, die op haar beurt weer goed is voor
de werkgelegenheid en dat is goed voor Breda. Ziehier de begrotingsvisie in een notendop. Wanneer
ik een begroting versimpel tot zijn essentie, begrijp ik hem beter. Wanneer ik nu het aandachtsge
bied wonen lees, begrijp ik waarom er op pagina 1 van de Nota van Aanbieding wordt gesproken
over "een leefbare, groene en schone woonomgeving". Dan begrijp ik waarom betaalbaar niet
in de aandachtsdefinitie is opgenomen. Een betaalbare bouw past immers niet bij het ambitieniveau
van deze bruisende stad. Breda wordt de stad voor de gegoede burgerij, en daarop moet de
aantrekkingskracht gericht zijn. Dan begrijp ik waarom mijn vragen over de Generaal Maczekstraat,
waar eenderde betaalbare woningbouw wederom niet wordt gerealiseerd, door wethouder Gielen
worden beantwoord, terwijl wethouder Vossenaar er beschaamd het zwijgen toe doet. Dan weet
ik dat de wethouder Volkshuisvesting in het college allang het onderspit heeft gedolven onder het
geweld van de wethouders van CDA en VVD, en dan zie ik dat die twee partijen nu de tijd rijp
achten, en zij hebben dat vanavond ook gedaan, om de eenderde-taakstelling op de Vinex-locaties
openlijk ter discussie te stellen. Het stelt mij teleur dat Breda '97 zich daarbij ook nog eens een
keer
De heer AD ANK
Voorzitter ik wil toch even interrumperen. In de eerste termijn laat u dat soms toe. Het wordt mij
nu echt een beetje te gortig. Door de heer Schroder is een aantal malen onjuistheden verkondigd
in de richting van de coalitie. Het is in de richting van de grootste fractie van deze raad in ieder
geval onterecht als het gaat om de eenderde-regeling. Ik breng u overigens ook in herinnering
dat nog niet zo lang geleden door deze raad een bouwplan in Breda-West is aangenomen, dat
bestond uit 80% sociale woningbouw. Toen heb ik u niet horen kraaien. Wij hebben daarop wel
gewezen in de commissie, maar het bleef aan de andere kant doodstil. Ik vind het onterecht om
in deze richting nu wel een verwijt te doen. Als u uw mening verkondigt, dan graag objectief en
enigszins lijkend op de waarheid. Het hoeft niet helemaal
De heer BOER
Voorzitter, u wijst ons er altijd op dat interrupties buitengewoon kort moeten zijn, maar dit is echt
een aparte beschouwing.
De heer AD ANK
Hier spreekt de opvolger van mevrouw Croft.
De VOORZITTER
Hij is kort. De heer Schroder kan zijn betoog nu vervolgen.
De heer SCHRODER
Bij de eerstvolgende motie, waarin ik de eenderde-taakstelling aan de orde stel, hoop ik dat ik
de steun van het CDA krijg. Op pagina 1 van de Nota van Aanbieding wordt gesproken over
werken. Werken is de medicijn die past in de visie van de groei-economie. Het adagium van paars
Zorg voor bedrijvigheid, dat schept banen en daarmee los je de belangrijkste problemen van de
stad op. Ik zal het belang voor de werkgelegenheid niet ontkennen, maar het bestuur van de stad
vraagt om een visie die vergerdaat. Werken is in de visie uit deze begroting vooral een infrastructu
rele aangelegenheid, met de nadruk op de bereikbaarheid en het voorzieningenniveau van de stad.