28 en 30 OKTOBER 1997 508 De VOORZITTER Het is de bedoeling dat het college bij de beantwoording ook maximaal tien minuten per collegelid krijgt toebedeeld. Niet iedereen zal dat nodig hebben, maar een enkeling wel. Ik wil dat dit keer anders doen dan wij gewend zijn, en als eerste het woord geven aan de wethouder Financiën, want hij is toch als eerste verantwoordelijk voor de begroting. Wethouder VAN OS Allereerst namens het college dank aan diegenen, die op enigerlei wijze complimenten hebben uitgesproken over de begroting, zoals deze nu op tafel ligt. De complimenten zullen zeker worden doorgegeven aan degenen die erbij betrokken zijn geweest. Het is, na de herindeling, de eerste begroting van Breda die poogt een integraal beeld te geven van datgene wat in deze stad van belang is en waar wij met zijn allen de middelen naar toe sluizen. In dat verband is het van belang om allereerst iets te zeggen over de reden waarom het college tot dit begrotingsbeeld is gekomen, want dat was toch een belangrijke bijdrage van bijna alle fracties. Dat heeft alles te maken met de vraag hoe het college de risico's inschat en hoe het college het totale beeld van de begroting op termijn inschat. In dat verband is het van belang om te weten dat daarbij ook de teksten, die in het programakkoord zijn gewijd aan lastenverlichting, zijn betrokken. Ik betreur het dat een aantal mensen bijna zegt dat het college daar niet aan heeft gedacht. In het eerste jaar na de gemeentelijke herindeling heeft het college gepoogd om voor de Begroting 1998 ook te kiezen voor de benadering, die in het oude Breda normaal was, namelijk om te proberen bij de kadernota zoveel mogelijk dingen uit te zetten en daarover te discussiëren op hoofdlijnen. En probeer deze Begroting 1998 dan ook op een bepaalde manier sluitend te maken, maar ook de discussie over een aantal zaken nadrukkelijk in evenwicht te voeren bij die kadernota. Dat heeft alles te maken met een aantal wensen die uit de verschillende bijdragen van de fracties naar voren zijn gekomen. Ik denk maar aan de algemene wens op het gebied van groenonderhoud en aan een aantal andere zaken die zijn genoemd. Daarnaast staat ook nadrukkelijk de bezuinigingstaakstelling die zeer bewust een aantal keren is afgedekt, maar waarmee wel een keer iets moet gebeuren. Dat zijn, denk ik, de minposten in deze begroting. Daartegenover staat inderdaad een ruime algemene reserve zonder bestedingsvoorstellen. Maar het gaat nu juist om het evenwicht in die discussie en daarom komt het college met het voorliggende voorstel. Ook als het gaat om de lastenverlichting, denk ik dat wij in deze begroting nadrukkelijk van de normale methodiek zijn afgeweken door achterblij vende OZB-opbrengsten niet alsnog in te halen. In dat verband wil ik toch wijzen op het feit dat de OZB-opbrengst van dit jaar op -3% zal uitkomen. Dat heeft alles te maken met de passages in het programakkoord die daarover gaan. Hetzelfde geldt voor het rioolrecht. In dat verband wil ik u nadrukkelijk wijzen op het feit dat er natuurlijk een discussie kan worden gevoerd, en dat geeft het college in de Nota van Aanbieding ook zelf aan, over de wijze waarop je naar de behoedzaamheidsreserve kijkt. Ik wil nadrukkelijk wijzen op de samenhang in die paragraaf. Het college streeft die samenhang ook na. In dat verband is het goed om als wethouder Financiën te melden dat wij wat dat betreft niet per definitie op de zuinige toer zitten in deze begroting. Er is nadrukkelijk gekeken naar hoe de stelpost onderuitputting kan worden verhoogd. Dat is een risico, maar het is wel degelijk iets waarmee wij rekening moeten houden, zeker als u kijkt naar het totale begrotingsbeeld voor de komende jaren. Alle normaal aangegeven acressen uit de septembercirculaire zijn nadrukkelijk opgenomen. Ik zal u niet alle steden noemen, die daarvan afwijken. Dat heeft alles te maken met datgene wat op dit moment op landelijk niveau in de verkiezingsprogramma's speelt. Kijktu maar eens naar de totale bezuinigingsbedragen die worden genoemd, en de effecten die deze zullen hebben op de gemeentefondsuitkeringen. Ik ben het best eens met iemand, die roept: wellicht valt het dit jaar wel mee door de uitgaven van de varkenspest. Toch hoop ik ook voor die sector dat dit eenmalig zal zijn, dus dat zegt niets over het structurele beeld op dat terrein. De nacalculatie van het gemeentefonds zal juist door die nieuwe methodiek voor dit jaar zwaar negatief uitvallen voor Breda, zoals u in de maraps heeft kunnen lezen. Wij hebben die extra inkomsten dit jaar dus nodig. Tegen degenen die zijn meegegaan naar Londen zou ik bijna willen zeggen: mind the gap. Ik denk dat ik daarmee heb geprobeerd om aan te geven welke elementen voor het college een rol hebben gespeeld om met dit voorstel rond de OZB te komen. Een belangrijk ander onderwerp waarover menige fractie heeft gesproken is het onderwerp

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 508