28 en 30 OKTOBER 1997 510 gemaakt. Men zegt mondjesmaat te worden geïnformeerd over Stadskantoor III. Het enige wat wij doen is het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek vanuit de gedachte dat wij centralisatie van het personeel van de back offices nastreven. Het is een uitgesproken optie door de Bredase raad, die ook aan de orde is geweest bij de herindeling, dat we daar nog naar zouden moeten kijken. Het is niet meer en niet minder dan een haalbaarheidsonderzoek. Zodra hierover iets meer te melden is, zult u dat vernemen. Het is dus niet zo dat het allemaal duurder zal worden door de herindeling of iets dergelijks. Dat is hier niet aan de orde. Over het additioneel bestek denk ik dat het helder is dat wij niet voor niets de wijze waarop wij willen evalueren hebben aangepast. Dit kan wat mij betreft overeind blijven. Er blijft dan voldoende ruimte om bij de grote Vinex-locaties te kijken of wij die mogelijkheid inderdaad hebben. Wellicht kunnen wij lering trekken uit het project, die wij dan daar kunnen toepassen. Voor wat betreft de uitvoering van de baatbelasting wil ik voor een deel verwijzen naar de commissieverslagen. De baatbelasting is daar nadrukkelijk aan de orde geweest. De procedure met betrekking tot de bezwaarschriften verkeert in de eindfase. Er hebben hoorzittingen plaatsgevonden in het kader van die bezwaarschriftenprocedure. Op zich zijn er met de invordering geen wezenlijke problemen. Een aantal mensen heeft uiteraard uitstel van betaling gekregen in verband met dat bezwaarschrift. Breda '97 spreekt over een heffing in plaats van een reinigingsrecht. Ik wil u nadrukkelijk wijzen op de voordelen van de heffing, als het gaat om het niet meer kunnen ontgaan van belasting op dit terrein en het tegengaan van afval toerisme. Want dat is, denk ik, ook een belangrijk element, wat voor ons op dit moment een rol speelt bij de wijze van heffen. Voor de voortgangsrapportages wil ik u verwijzen naar de managementrapportages die wij hebben, niet één keer per halfjaar, maar één keer per vier maanden. Ik denk dat u daarin een behoorlijk compleet overzicht kunt vinden van de voortgang van een groot aantal activiteiten binnen deze gemeente. De heer Kruithof stelde een vraag over het potje van burgemeester en wethouders. Het lijkt wel iets heel geheimzinnigs. Dat is het absoluut niet. Overigens stond deze post ook in de begroting van dit jaar, dus wat dat betreft is er niets nieuws aan de hand. Wat wel duidelijk moet zijn, is dat het college in een aantal gevallen te maken heeft met zeer onverwachte ontwikkelingen en daarvoor geld opzij zet, zodat wij hierop redelijk actief kunnen inspelen. Ik denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop op dit moment het grote stedenbeleid handen en voeten moet worden gegeven naar een nieuw kabinet. Op dat moment komt er een wezenlijke vraag vanuit de 21 steden of elke stad 10.000,- op tafel kan leggen om een goed evaluatierapport te maken, dat kan worden ingebracht bij de kabinetsformatie. Dat is iets, wat wij ook uit onvoorzien zouden kunnen halen, maar dan roept u dat het daar niet onder valt. Wij willen als college slagvaardig met dit soort projecten kunnen meedoen. Het afgelopen jaar is ook gebleken dat wij dat bedrag daarvoor goed hebben kunnen gebruiken. De heer BOER Ter interruptie. U noemde zojuist een voorbeeld van onvoorzien. Volgens mij valt dit ook onder onvoorzien, maar dat heeft u dus voorkomen door een soort flexibel budget voor het college in te stellen. Wethouder VAN OS Het valt niet onder de drie O's, mijnheer Boer. Dat was het probleem dat het college vroeger had, want dan kregen wij juist met de commissie Middelen een enorme discussie over wat er aan de hand was en waarom dat geld uit onvoorzien werd gehaald. Dat wil ik voorkomen. De heer BOER Maar normaliter zou het ook onder de discussie over onvoorzien moeten vallen, maar nu heeft u dus een flexibel budget voor het college ontworpen. Dat vind ik knap. Wethouder VAN OS Dat hebben wij bij de afgelopen begroting ook zo gedaan en dat is ons goed bevallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 510