28 en 30 OKTOBER 1997 511 De heer KRUITHOF Ter interruptie. Ik wil van mijn kant toch graag even een opmerking maken. Ik kan mij voorstellen datje elk jaar vijf van dit soort dingen hebt en dan kom je op een bedrag van 50.000,--. Maar ik vind een bedrag van 250.000,- toch heel wat. Wethouder VAN OS Als u in deze raad gaat De heer KRUITHOF U komt met een voorbeeld en u zegt dat het college iets heeft moeten doen voor 10.000,--. Maar als ik dan een bedrag zie van 250.000,- dan is die vraag voor mij nog niet compleet beantwoord. Wethouder VAN OS Met excuses voor mijn woordgebruik hoop ik dat wij niet proberen elkaar daarop te vangen, mijnheer Kruithof. Ik denk ook dat het helder is dat het om dat soort elementen gaat. Ik kan u inderdaad niet voorspellen of ik hiervoor nu 200.000,-- of 300.000,-- nodig heb. Dat is juist. De heer KRUITHOF Het is voor ons op zichzelf toch al kwalijk als u niet kunt zien of u met 50.000,—, 100.000,—, 200.000,-- of 300.000,-bezig bent, als het gaat over de activiteiten van het college. Wij vinden dat daar nogal een verschilletje tussen zit. Wethouder VAN OS Daar zit ook een verschilletje tussen, maar ik geef u ook aan waarom het college het geld op deze wijze denkt nodig te hebben. We hebben voorbeelden van het afgelopen jaar, waarbij wij snel en alert op bepaalde zaken wilden inspringen en daarbij hebben wij ben ik zo erg? De VOORZITTER Neen, dat kwam door mijn papieren hier. Ik zou willen voorstellen om hierover niet al te lang te discussiëren. Dat kan nog in tweede instantie. De heer KRUITHOF Ik wil in ieder geval nog even zeggen dat de beantwoording tot nu toe voor ons niet bevredigend is. Wij komen hierop graag terug in de tweede termijn. Wethouder VAN OS In de richting van de heer Verpaalen denk ik dat het goed is om het volgende op te merken. Wij kunnen met elkaar blijven discussiëren over de kostendekkendheid en over de wijze waarop je daarmee moet omgaan. Ik ben blij met de audit die op dit terrein plaatsvindt en ik denk dat wij daarover dan conclusies moeten trekken. Ik denk dat wij dan toch dichterbij de filosofie zitten zoals ik die aanhang dan bij de uwe, maar het lijkt me toch goed om daarover de discussie af te wachten. De woningvoorraad neemt inderdaad toe en daardoor neemt ook de OZB-opbrengsttoe, maar de kosten van de gemeente nemen op dit moment, gelet op de areaaluitbreidingen, veel sterker toe. Dan was er nog een korte vraag over de inschattingsfout bij de OZB. Dat wordt voor een deel ingegeven door de taxatie. Ik wil u er nadrukkelijk op wijzen dat in het verleden de taxaties verplicht werden afgegeven op 3.000,—. Op dat moment is er geen verschil tussen de waarderingseenheden en de waarder ingspr ij sBij een nieuwe systematiek is het natuurl ij kongeloof- lijk moeilijk om in te schatten wanneer er in z'n algemeenheid objectief moet worden gewaardeerd volgens de wet. Daarnaast wil ik u nadrukkelijk wijzen op het feit dat met name de herwaardering vanuit de voormalige randgemeenten niet was afgerond bij het berekenen van onze OZB-waarden. Vandaar dat wij daarmee terughoudend zijn omgegaan, met name ook op verzoek van uw raad, en dat geeft ook in zijn totaliteit afrondingsverschillen ten voordele. Ik denk dat ik daarmee alle vragen heb beantwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 511