28 en 30 OKTOBER 1997 513 genheid is, zelf geen uitspraak doen. Ik wacht in de tweede termijn de opvatting van de verschillende raadsfracties af. Als daarvoor een meerderheid is te halen zal het college zich daartegen zeker niet verzetten. De heer KWISTHOUT Bij interruptie. Als aanvulling daarop wil ik zeggen dat uiteindelijk ook Carthago is verwoest, dus dat geeft ons hoop. De VOORZITTER Zeker, dat is ook zo, maar u zegt uiteindelijk, dus dat heeft ook heel lang geduurd. Het CDA kwam met de mededeling dat men geen transparant bureau wenst met betrekking tot het Stadsgewest. Men vraagt nu naar een datum van liquidatie. Het is bekend dat Breda geen transparant bureau wil hebben. Daarmee bedoelen wij eigenlijk een aparte ambtelijke organisatie ter aansturing en ondersteuning van het portefeuillehoudersoverleg en andere overlegvormen binnen de eigenstandige gemeenschappelijke regeling. Daar wil men niet aan. Dat is bekend en dat is ook medegedeeld. Overigens is het dagelijks bestuur daar nog mee bezig. Het woord liquidatie zou ik liever niet willen gebruiken. Ik zou veel liever willen praten over een ontmanteling en een omzetting van het Stads gewest. Dat klinktheel wat sympathieker en dat is ook eigenlijk wel de bedoeling, want hele delen van het Stadsgewest zullen eigenstandig verdergaan en dan noem ik dat liever ontmanteling en omzetting. Liquidatie is zo'n vreselijk woord, zeker in de richting van het personeel. En dat is zeker ook niet de bedoeling. De heer AD ANK Ter interruptie. Zo hebben wij het overigens ook bedoeld. Aan de andere kant moet ik daarbij zeggen dat er natuurlijk sprake moet zijn van een goed doordacht sociaal plan en natuurlijk van goed overleg met de ondernemingsraad. Maar het perspectief van deze gemeenteraad en van de vorige gemeenteraad, want ik denk dat wij in die zaken consistent zijn, is dat er een keer een einde aan moet komen. Ontmanteling kan erg lang duren, want de tegenbewegingen vanuit de andere gemeenten zijn natuurlijk ook bijzonder sterk. Vandaar, dat ik denk dat u als voorzitter heel nadrukkelijk de lijn die de meerderheid van deze raad wil volgen, moet doorgeven, als zijnde: dat is het, dames en heren. Maar natuurlijk in goed overleg met de ondernemingsraad, waar toch al De VOORZITTER Maar let wel, ik zit daar als voorzitter van het Stadsgewest en ik heb daar een verantwoordelijkheid voor het Stadsgewest. Ik zal daar dus ook de belangen van het Stadsgewest moeten behartigen, maar ik laat, en daarop kunt u gerust zijn, ook het geluid van Breda doorklinken. Ik heb mijn onderdelen gehad, dus ik geef nu graag het woord aan wethouder Van Raak. Wethouder VAN RAAK Voor wat mijn beantwoording betreft, volg ik de volgorde van de sprekers. De heer Adank stelt als eerste op mijn terrein dat hij met belangstelling uitziet naar de nota Arbeidsmarktbeleid, de coproductie tussen EZ en SAW. Mevrouw Heerkens kwam daar later ook op terug en ik dacht dat de heer Van der Westerlaken heeft gevraagd naar de mogelijkheden van EEG-subsidies voor werkgelegenheidsprojecten. Het zijn zaken die allemaal in de betrokken nota aan de orde zijn gekomen. Ik begrijp dat uw verwachtingen hoog zijn gespannen en wij doen ons best om aan uw verwachtingen te voldoen. Maar ik moet die discussie nog even uitstellen, totdat de nota realiteit is geworden. Een tweede vraag van de heer Adank is of de ruimte die het Rijk geeft aan de verruiming van de bijzondere bijstand zoden aan de dijk zet. Ik denk dat elke ophoging van bedragen zoden aan de dijk zet. Er is op dit moment ook weer sprake van zo'n 260 miljoen die daarvoor naar de gemeenten zal gaan. Elke ruimte die het Rijk geeft zet natuurlijk zoden aan de dijk. Alle kleine beetjes helpen, zou ik willen zeggen. Ik constateer met vreugde, maar dat weet u ook, dat het begrip onderuitputting met betrekking tot de bijzondere bijstand, in ieder geval voor Breda heeft afgedaan. In de laatste marap constateren we een tekort van 700.000,-- voor dit jaar,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 513