28 en 30 OKTOBER 1997
517
De heer BOER
Als ik mijn microfoon aanzet, dan is het zingen weg.
Wethouder GIELEN
Dan heeft u toch nog invloed, mijnheer Boer. De heer Kruithof verwees naar de cijfers van het
ETIN, die onlangs bekend zijn geworden, en waaruit inderdaad naar voren kwam dat de ontwikke
lingen op werkgelegenheidsgebied in West-Brabant achterblijven bij die van de rest van de
provincie. Een oorzaak daarvan is nog niet aan te geven. Wij zijn bezig met het opstellen van een
analyse, omdat wij zijn geschrokken van die cijfers. Ik wijs er echter wel op dat dit cijfers betreffen
over de jaren 1992 tot en met 1996. De concept-werkgelegenheidscijfers van onze werk-
gelegenheidsenquête van 1997 laten een iets gunstiger beeld zien. Dat wil nog niet zeggen dat dit
positieve cijfers zullen zijn, dus wij zullen die analyse daarop zeker moeten loslaten. De VVD-
fractie vraagt of het geld voor de VVV voldoende is. Naar onze inschatting wel. Wij hebben na
een uitvoerige discussieronde met het VVV-bestuur de afgelopen periode de rapportage van de
VVV afgewacht. De voorstellen, zoals deze nu voorliggen, gaan wat het college betreft te ver.
Wij menen met de beschikbare middelen, zoals deze in de begroting zijn opgenomen, met een
uitstekende VVV nieuwe-stijl verder te kunnen gaan werken in de nabije toekomst. Voor uw
informatie vindt er morgen opnieuw bestuurlijk overleg plaats met het VVV-bestuur. De heer
Kruithof vraagt tevens naar de registratie van de ontwikkelingen rondom de bewinkeling van de
binnenstad. Hij spreekt zijn zorg uit over mogelijke toekomstige leegstand in de binnenstad. Ik
kan u toezeggen dat de voorbereidingen voor het nieuwe distributieplanologische onderzoek in
gang zijn gezet. Volgens de planning is dit distributieplanologische onderzoek voorzien, en daarover
is de commissie ook geïnformeerd, één jaar na de opening van De Barones, omdat er dan verder
kan worden gesproken over nadere ontwikkelingen in de binnenstad rondom de bewinkeling.
Mevrouw Heerkens vraagt naar de discussie in de commissie ECG over meer productiebedrijven
die naar West-Brabant moeten komen. Ik wil toch nog even verwijzen naar de discussie waarnaar
ik verwees rondom het economisch profiel. In het kader van het Regionaal Economisch
Actieprogramma zijn de eerste stappen gezet naar een West-Brabants economisch profiel en daarvan
zal de vraag deel uitmaken in hoeverre gemeenten moeten overgaan tot het maken van segmente
ringsafspraken. Het is mijn overtuiging dat dit in de praktijk tot problemen zal leiden. Een
gemeentebestuur zal namelijk niet snel bereid zal zijn om neen te zeggen op het moment dat een
bedrijf zich aandient, omdat dat bedrijf toevallig geen productiebedrijf is. Ik denk dat dit een lastige
opgave voor eenieder zal zijn. Het komt in ieder geval in de discussie rondom het economisch
profiel nader aan de orde. U vroeg, en dat deed u ook in de commissie ECG, om bij toekomstige
bestemmingsplannen rekening te houden met projecten in het verlengde van onze wijkwerk-
terreinendiscussie voor wat betreft kleine bedrijvigheid in onze uitbreidingsplannen. Na de
commissievergadering is daarover intern verder gesproken, sterker nog, het managementteam
van RME heeft daarover vanmiddag nog gesproken, zo heb ik mij zojuist laten informeren. De
afspraak is in ieder geval gemaakt dat er bij toekomstige grote uitbreidingslocaties voor
kleinschalige bedrijvigheid ruimte zal zijn. Ik denk dat dit uiteindelijk ook in de raad kan
terugkomen via de toets, die u heeft rondom de bestemmingsplannen. De gedachte is in ieder geval
een aardige en die wordt door ons gedeeld. Rondom de cultuurportefeuille is een aantal vragen
gesteld. De CDA-fractie en de fractie van Breda '97 vroegen naar de stand van zaken rondom
de bekabeling van het buitengebied. Met name de CDA-fractie vroeg of er een gefaseerde aanpak
begin januari kon worden toegezegd. De onderhandelingen met Casema zijn gaande. Volgende
week vindt er een vervolggesprek plaats. Uitgangspunt voor wat het college betreft, en dat is ook
verwoord in eerdere antwoorden op artikel 48-vragen, is dat Casema met een voorstel moet komen
rondom de totale bekabeling en rondom de verkoop van de machtiging die de nieuwe gemeente
Breda heeft overgenomen van de voormalige partnergemeenten. Zoals eerder is aangegeven zal
die machtiging op dit moment een stuk minder waard zijn dan op het moment dat de oude gemeente
Breda zijn machtiging verkocht aan Casema, dus wat dat betreft is ons er alles aan gelegen om
hierin snelheid te betrachten. Ik ben blij met de aandacht die de fracties van D66 en Breda '97
voor cultuureducatie naar voren hebben gebracht. De nieuwe medewerker, dat weten de
commissieleden in ieder geval, is voortvarend van start gegaan. De nota Cultuureducatie is bijna