28 en 30 OKTOBER 1997 520 ondernemers. Het college probeert te luisteren naar de geluiden die op dit moment in de samenleving klinken. Dat betekent dat wij in de Parkeernota aandacht zullen besteden aan al die groepen. Wij zullen kijken hoe wij tot een ombuiging kunnen komen, maar het gaat het college te ver als u zegt dat het beleid is ingegeven door de oren te laten hangen naar de ondernemers. Als wij de oren laten hangen, dan is dat naar alle vier de doelgroepen die ik u zojuist noemde. Mevrouw HEERKENS Mag ik even interrumperen? Ik bedoelde dat ik u graag zou willen meegeven om te blijven streven naar en uw betrokkenheid te tonen voor een duurzame samenleving. Met het oog daarop zouden keuzes moeten worden gemaakt. Ik denk u dan niet aan al die betrokkenen toekomt, maar u zult in die nota straks heldere keuzes moeten maken voor die duurzame samenleving. U kunt dan niet al die doelgroepen bedienen. De heer BOER Maar, mevrouw Heerkens, het economisch belang en de bedrijven behoren ook bij een duurzame samenleving. U doet alsof het economisch belang in het geheel geen rol speelt. Wethouder OOMEN Nogmaals, met betrekking tot de parkeertarieven, en zoals ik al tegen mevrouw Heerkens heb gezegd, is dat toch de opstelling van het college. Als u daarbij de duurzame samenleving wil betrekken, dan denk ik dat u daarmee met name de kwal iteit van de binnenstad bedoelt, de mobiliteit en alles wat daarmee samenhangt. Maar het is dan toch een kwestie van het maken van een goede afweging tussen diverse zaken, daarmee is het college het eens. Wat mij aanspreekt is de bezorgdheid, die raadsbreed aanwezig is met betrekking tot het onderhoudsniveau van de nieuwe stad Breda. In het kader van het Buitenruimteplan, waaraan momenteel met voortvarendheid wordt gewerkt, proberen wij als college antwoord te geven op de vraag wat voor ons een acceptabel onderhoudsniveau is, met daaraan gekoppeld een bijbehorend budget. Want als onderhoudsniveau A voor ons acceptabel is, terwijl wij dat in financiële zin niet zouden kunnen waarmaken, dan kunnen wij, ondanks het feit dat er een Buitenruimteplan is, onze doelstelling niet waarmaken. De Buitenruimtenota zal hierop antwoord moeten geven en ik hoop in de maand december de eerste verkenningen aan de commissie te kunnen aanbieden, zodat het college vanuit die discussie van u kan vernemen of de richting die wij voorstaan met betrekking tot de buitenruimte de goede is. Wij zullen dat dan betrekken bij de Kadernota 1999. Door Breda '97 is gevraagd om de invoering van een milieudag te overwegen. Ik ben bereid om daarnaar te laten kijken, hoewel ik u nog niets kan toezeggen. Maar ik zal bezien of dat tot de mogelijkheden behoort. Er is gevraagd naar de problemen met betrekking tot de gescheiden inzameling. Ik zou dit toch niet al te zeer willen dramatiseren. De gescheiden inzameling verdient alle aandacht. Het niveau van de gescheiden inzameling loopt terug, maar de suggestie alsof daardoor een zeer grote stijging van de afval- stoffentarieven zou worden bewerkstelligd gaat mij te ver. Het college is wel van plan om continu voorlichting te geven over die gescheiden inzameling. Door de VVD is gevraagd hoe het zit met het standbeeld op het Kasteelplein. Ik kan u vertellen dat het college op zeer korte termijn met een uitspraak zal komen en die aan u zal voorleggen. Ik verwacht dat in de maand december. Dan zijn er vragen De heer KRUITHOF Heeft dat iets te maken met de paardentijd, met Sinterklaas, of heeft dat een dieperliggende reden? Wethouder OOMEN Het zou ook een kerstcadeautje kunnen zijn, als u het als zodanig zult herkennen. In het kader van het onderhoud van de stad is ook gesproken over het groenonderhoud. Hiermee wordt niet zozeer bedoeld het groen in parken en op pleinen, maar met name het onderhoudsniveau van de trottoirs. Het is inderdaad zo, zoals hier door de raad is gesuggereerd, dat wij met de bestaande technieken proberen het onderhoud van de stad te lijf te gaan. Ik denk hierbij aan het borstelen, het verbranden en het vegen. Dat is op dit moment niet toereikend om de stad een reëel aanzicht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 520