6 FEBRUARI 1997 51 concreter, juist om de controlefunctie van de gemeenteraad volledig te laten zijn. In de commissie heb ik een aantal voorbeelden gegeven, dus dat ga ik nu niet overdoen. Er is nog een vijftal aspecten waarop wij willen terugkomen. Het eerste betreft de positie van de allochtonen. De Partij van de Arbeid heeft in de commissie aangedrongen op een tekstwijziging in het Beleidsplan. U heeft die toegezegd. Wij hebben deze wijzigingvandaag gekregen. De werkloosheidssituatieonder allochto nen rechtvaardigt dat men minstens naar evenredigheid voor bemiddelingsplannen in aanmerking komt. Ik dacht dat u in de commissie had gezegd dat er een tekstzou komen waarin werd gesproken over minimaal evenredig, maar ik heb begrepen dat "minimaal" is weggevallen. Ik zou u willen vragen hoe dat komt, omdat ik uit ambtelijke informatie begreep dat wij op dit moment ruim boven de evenredigheidsdoelstelling zitten. Dat is natuurlijk prima, want er moet een inhaalslag komen voor deze doelgroep. Graag zien wij de concrete uitvoering hiervan, evenals die voor de overige groepen, tegemoetbij de bespreking vanhetsamenwerkings-en inkoopmodel dat binnenkort wordt afgesloten met het R.B.A. Kunt u toezeggen dat u dat in ieder geval ter bespreking opvoert op de agenda van de commissie SAW? Het tweede punt dat ik naar voren wil brengen is de vraag, hoe het staat met de gesprekken met de zorgverzekeraars, die werden aangekondigd in de Armoedenota als een mogel ijkheid tot collectieve verzekering voor mensen met een minimuminko men, zoals dat bijvoorbeeld in Leeuwarden gestalte heeft gekregen. Mijn derde vraag betreft de samenwerkingsrelatie tussen het Arbeidsbureau, het GAK en de Sociale Dienst. Ik moet zeggen dat u in de commissie SAW wat pessimistisch was, in vergelijking tot hetgeen als ambtelijke informatie naar voren kwam. Wij hebben zelf een keer gesproken met het GAK en ook vanuit die kant bespeurde ik geen erg optimistische houding. Ik denk wel dat het belangrijk is dat ook in Breda een centrum van werk en inkomen wordt gestart, waarin die samenwerkingsrelatie zowel inhoudelijk als fysiek gestalte gaat krijgen. Is daarop binnen korte termijn uitzicht? De volgende twee punten hebben betrekking op aspecten die tijdens de hoorzittingen, die nu over de nieuwe Bijstandswet lopen, landelijk veel aandacht vergen. Ten eerste de bijstandsmoeders. Het blijkt dat de sollicitatieplicht voor bijstandsmoeders, waarvan het jongste kind inmiddels vijfjaar is gewor den, in diverse gemeenten verschillend wordt gehanteerd. Sommige Sociale Diensten voeren, zo blijkt uit publicaties, een ronduit hard beleid. De Partij van de Arbeid heeft in ieder geval hier in Breda altijd gepleit voor een soepel beleid, waarbij rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld kinderopvangmogelijkheden, kansen op werk voor de moeder of andere omstandigheden. Juist de regel dat bijstandsmoeders in de richting van werk moeten worden geleid, moet een positieve uitwerking krijgen om de positie van die moeders te verbeteren. Maar dat moet geen achtervolgings- beleid worden met allerlei sanctioneringen. Deelt u deze visie en kunt u uiteenzetten hoe op dit moment het beleid ten aanzien van deze doelgroep in onze gemeente gestalte krijgt? Mijn laatste opmerking betreft een motie, die ons daarnet is uitgereikt door GroenLinks, en waarop zij zelf nader zullen ingaan, naar ik aanneem. De roep om hogere uitkeringen klinkt steeds luider. Ook de landelijke Partij van de Arbeidfractie heeft aangekondigd dat zij wil dat de minimumuitkering wordt verhoogd. Wij staan op zich sympathiek tegenover deze geluiden. Aan de andere kant wil ik u mij n d ilemma schetsen en u dat ook voorleggen. Wij weten dat via de VNG.via de landel ijke fracties en via wethouders die nu aan die hoorzittingen deelnemen, op allerlei manieren wordt geroepen om die hogere uitkering. Moeten wij als gemeente via een motie als deze, waarvan alleen een signaalfunctie uitgaat in de richting van het kabinet, proberen duidelijk te maken wat in feite al overal klinkt? Dus in die zin zit ik met een dilemma, want ik vind de motie wel sympathiek. Ik vind ook dat de uitkeringen omhoog moeten. Aan de andere kant wil ik ervoor waarschuwen dat de concentratie niet alleen wordt gericht op de roep om hogere uitkeringen, want ik kan mij niet voorstellen dat de armoedeproblematiek door hogere uitkeringen uit de wereld is. Het blijft ook nodig om armoedebeleid te voeren, het blijft ook nodig om aan te dringen op hogere budgetten in het kader van de bijzondere bijstand. Ik zou hierover graag de visie van het college horen. De heer SCHRODER Het Beleidsplan Algemene bijstandswet is wat ons betreft een goed verhaalHet is bovendien goed leesbaar. Dat neemt niet weg dat in mijn fractie het geluid klonk of er niet erg veel nadruk werd gelegd op de uitstroom naar reguliere arbeid, dan wel tijdelijke arbeidsplaatsen, waardoor die nadruk zodanig groot wordt, dat daarmee de suggestie wordt gewekt alsof er ook voldoende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 51