28 en 30 OKTOBER 1997 524 op rijksniveau bij de laatste begrotingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat pas de financiële ruimte gecreëerd om een studie te verrichten. Maar dat is meer dan wij ooit hebben gehad, want er is nog nooit een onderzoek gedaan naar dit traject en dat staat nu wel op het programma. Wij geloven niet dat het resultaat er van vandaag op morgen zal zijn, maar we staan in elk geval met stip genoteerd. Meer kunnen wij nog niet melden. Verder heeft de heer Van der Westerlaken, evenals GroenLinks, het gehad over het Fietspadenplan. U vindt dat dit prioriteit moet hebben. Zo heb ik het in de commissie ook verstaan. In de commissie is ook gevraagd om precies te mogen weten hoe het zit met projecten van Stadsbeheer en van RME. Ik wil hier nog eens herhalen dat bij de dienst Stadsbeheer het accent ligt op onderhoud. Zaken als herstructurering en herprofilering liggen bij de dienst RME. Toch zijn er soms zaken die zo dicht op eikaars terrein liggen, dat zij vaak oorzaak en reden zijn tot een zeer innige communicatie over hoe wij dat nu gaan doen met die fietspaden. Ik heb daarbij altijd zo'n idee van twee weten meer dan één. Als dat wordt gedragen door het college dan krijgen we een mooi plan. Dat Fietspadenplan is eigenlijk de uitvoering van de nota Langzaam Verkeer. Over de verkeerslichten, waarover GroenLinks het heeft, hebben wij in een van de vorige commissievergaderingen uitgebreid gesproken. Dat was toen de bekende discussie of het niet sneller zou kunnen. Het is een continue productie, maar ik ben blij dat u dit ook heel belangrijk vindt, zodat wij daarmee enthousiast verder kunnen gaan. De heer Van der Westerlaken doet een dringend beroep op het openbaar vervoer en het terugdringen van de automobiliteit. Zo komt het toch allemaal weer samen. Ik heb niemand gehoord die daartegen was. Het is een plotseling einde, maar ik ben erdoorheen. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDUK Ik denk dat ik de collegialiteit binnen dit college kan onderstrepen door geen tien minuten nodig te hebben voor mijn beantwoording, zodat wij gemiddeld toch weer keurig uitkomen. De belangrijkste items die de raad ons heeft aangereikt op het terrein van zowel de volkshuisvesting als het onderwijs zijn de volgende. Natuurlijk wacht u met smart op de komst van de nota Volks huisvesting. Dat heeft u mij al verschillende keren laten weten. Diverse fracties hebben dat al in de commissie aan de orde gesteld en zij hebben daarvoor allemaal hun eigen redenen. Ik heb u op mijn beurt laten weten dat er zeer ijverig aan deze nota is en wordt gewerkt. Zoals het er nu naar uitziet zal het aan u in de commissie uitgereikte datumschema worden gehaald. Dat betekent dat u binnen enkele weken het concept bij u op tafel zult zien liggen. Dat deze nota een levendige discussie op diverse terreinen zal oproepen, blijkt uit de genuanceerde opmerkingen die wij zo links en rechts in deze raad opvangen. Het moge voor de duidelijkheid ook hier even gezegd zijn, ik heb dat ook bij de begrotingsbehandeling in de commissie vastgesteld, dat op dit moment de afspraken, zoals die zijn gemaakt met het programcollege, voor het college achter deze tafel rechtovereind staan. Deze afspraken staan dus niet ter discussie. De VVD vraagt naar de gang van zaken in verband met wonen boven winkels, oftewel kwaliteit gebouwen binnenstad. Vanaf maart zijn we met dat project gestart. De resultaten zijn goed. Rond de jaarwisseling verwacht ik een voortgangsrapportage over de gang van zaken tot nu toe. Een nieuw project vergt natuurlijk altijd enige opstarttijd. Ik zal die rapportage daarna onmiddellijk aan de commissie ter kennis brengen. Breda '97 vraagt hoe het nu zit met de opgepluste woningen. De heer KRUITHOF Even een kleine interruptie. U zegt dat de resultaten goed zijn. Was er vooraf omschreven wat de resultaten op dit moment zouden moeten zijn? Hoe moet ik mij dat voorstellen? Wethouder VOSSENAAR-BLOKDUK Als u op dit moment aan resultaten denkt, dan moet u denken aan de belangstelling van de betrokkenen om deel te nemen aan het project. Dat zijn de resultaten waarover wij op dit moment spreken. De heer KRUITHOF En is dat overeenkomstig de streefcijfers die u had in relatie tot de vragen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 524