28 en 30 OKTOBER 1997
531
De heer KRUITHOF
Jazeker. En dan nog er vanuit gaande dat ik helemaal niet van drop houd. Door uw strenge beleid
heb ik tijdens de eerste termijn een aantal punten niet mogen beschouwen. Overigens wil ik in
dit verband wel opmerken dat men u tot op heden geen partijdigheid kan toedichten. U heeft mij
uitgelegd dat dit iets met uw jeugd te maken had, maar dat zal ik niet verder toelichten. Ik wil
nog even stilstaan bij de houding van de SP als redder des vaderlands en erop wijzen dat de gezonde
economie een gevolg is van het paarse beleid op dit moment. Echter de waarheid gebiedt mij te
zeggen dat het CDA voorheen in coalitie met mijn partij de fundamenten hiervoor heeft gelegd.
Als dit niet zou zijn gebeurd, zou er voor de SP in de richting van hun doelgroep helemaal niets
te verdelen zijn geweest. De heer Kwisthout neemt wat dit betreft voor mijn gevoel een over het
paard getilde houding aan, met of zonder sokkel, dat is aan hem. Vanavond of te zijner tijd graag
zijn antwoord, eventueel schriftelijk bij het voor hem bekende torentje.
De heer KWISTHOUT
De vraag is mij eigenlijk niet helemaal duidelijk. De heer Kruithof vraagt mij om een antwoord,
maar
De heer KRUITHOF
Ik kan mij niet herinneren dat ik u meteen een vraag hebt gesteld. Ik heb alleen gevraagd of u,
voor wat betreft de totale houding die u aanneemt, daarop een toelichting wil geven. Maar ik geef
al aan dat dit waarschijnlijk wat langer zal duren en ik vraag u dan ook of u dat op een ander
moment wil doen. Dat was ongeveer de vraag. Dank u wel. Ik ga door, gezien de tijd die ik nog
heb. Alvorens terug te komen op de beantwoording van de vragen in de eerste termijn, noem ik
nog even de punten die zijn blijven liggen, al is het maar om mijn fractiegenoten tevreden te stellen.
Ik begin met onderwijs. De zorg voor onderwijshuisvesting is door de decentralisatie terechtgeko
men bij de gemeente. Vanaf het begin was het duidelijk dat we hier niet rijker van zouden worden.
Probleem na probleem wordt op ons afgewenteld. Hoe moet de gemeente omgaan met de kleinere
groepen in de basisschool, waarschijnlijk gevolgd door het voortgezet onderwijs? Hoe denkt u
de technische aanpassingen financieel te onderbouwen? De aandacht die uitgaat naar het
onderwijsachterstandsbeleid, wederom als gevolg van de decentralisatie, kan mijn fractie
onderschrijven. Breda is intensief bezig met de voorbereidingen. Wij lopen als gemeente het risico
bij al dit soort projecten slechts financieel verantwoordelijk te zijn voor een elders ontwikkeld
beleid. Erkent het college dat hieraan risico's zijn verbonden, en hoe wil het college die opvangen?
Verder wordt in de begroting melding gemaakt van het initiëren en ondersteunen van vernieuwingen
op het terrein van onderwijs. In samenhang met de activiteiten van de gemeente Breda op Internet
en de ontwikkeling van de digitale stad Breda, denkt de VVD-ffactie dat een groot project met
aandacht voor landelijke, provinciale en gemeentelijke politiek hierin prima past. Vooral als we
kijken naar de teleurstellende opkomstpercentages bij de verkiezingen. In welke mate is het college
bereid om zo'n project te initiëren? Nog even een opmerking over volkshuisvesting. De VVD
vindt dat er een samenhangende visie tot stand moet komen tussen enerzijds de invulling van de
Vinex-locaties en anderzijds de ontwikkeling van bestaande wijken. Er moet niet alleen in nieuwe
wijken gedifferentieerd worden gebouwd, maar er moet ook een voortvarende visie en planontwik
keling tot stand komen met betrekking tot de herstructurering van bestaande wijken. Er moet worden
voorkomen dat door nieuwe wervende woonmilieus te ontwikkelen er concentraties kansarmen
in de bestaande woonwijken achterblijven. Hoe denkt het college hierop in te spelen? Gisteren
werd door u gesproken over ontmanteling en omzetting van het Stadsgewest en geen liquidatie.
U weet van onze behoedzaamheid ten aanzien van deze materie, die meerdere malen door mijn
fractiegenoot, de heer Taks, is verwoord. Nu een concreet punt. Wij zijn bang voor de mogelijke
teloorgang van de milieutechnische samenwerking in de regio bij de afbouw van de stadsgewestelijke
bestuursvorm. Wordt onze angst door het college gedeeld? Nu we het toch over milieu hebben
wijs ik u erop dat de voorbeeldfunctie van Stadskantoor Hl op milieugebied eergisteren onbesproken
is gebleven. Betekent dit, dat dit punt is verlaten? Eergisteren hebben we gesproken over het potje
van 250.000,— voor college-activiteiten, wat wij het college best gunnen, maar wat nog niet
wil zeggen dat wij het niet financieel onderbouwen een goede zaak vinden. Mijn fractie kan zich