28 en 30 OKTOBER 1997 537 college dat ook van plan is, daar waar die ambitie in het grote stedenbeleid zo duidelijk blijkt. Een ander punt betreft de volkshuisvesting. Wij vonden de reactie van de wethouder erg mager. Ze zei dat alles over enkele weken terugkomt bij de nota Volkshuisvesting, maar aan de andere kant zijn wij nu in deze raad in discussie. De problematiek van de herstructurering is toch ook bij haar bekend. Bijvoorbeeld een organisatie als Marge in Beeld heeft al vaak gewezen op de tekorten, die ook als gevolg van die herstructurering in de bestaande stad optreden met betrekking tot de woningen in de sociale sector. Ook de VVD ging zojuist in de tweede termijn in op het feit dat je juist concentraties zou moeten tegengaan. Dat betekent inderdaad datje duurdere woningen terugbouwt, maar dan zal je toch ook voor het verdwijnen van die woningen een compensatie moeten zoeken in de Vinex. Is de wethouder dat met ons eens? Op dit terrein zou ik ook willen aansluiten bij wat de heer Adank go-no-go noemde. Ook voor ons is de verkeersproblematiek met betrekking tot de bouwlocatie Teteringen van cruciaal belang. Ik geloof dat alle partijen zijn benaderd door een aantal vertegenwoordigers van de Teteringse bevolking. In de richting van GroenLinks wil ik zeggen dat ik, voor wat hun houding betreft, er helemaal niets meer van snap. Het lijkt wel alsof zij steeds minder woningproductie willen. Als je minder gaat bouwen, betekent dit dat er natuurlijk ook veel minder woningen in de sociale sector gerealiseerd gaan worden. Die houding van GroenLinks bevreemdt mij, mede gelet op de eenderde-regeling in het programak koord, waarbij GroenLinks zelfs nog een hoger percentage sociale woningbouw had gewild. Pas bij de grotere bouwlocaties zet deze eenderde-regeling echtzoden aan de dijk. Dus u laat die urgente woningzoekenden, de mensen die daarvan afhankelijk zijn, aardig in de kou staan. De heer SCHRODER Bij interruptie. Hiertegen moet ik toch bezwaar maken. Het is niet zo dat GroenLinks vindt dat je moet bouwen, uitsluitend om het bouwen, omdat er een grotere woningnood is op het gebied van huizen met lagere huren. Waar het om gaat is, datje tegelijkertijd ook de verplichting hebt om te zorgen voor een ruimtelijke invulling. Dat betekent datje ook moet nadenken over een goede ontsluiting en dat is ons grote bezwaar bij Teteringen. Wij horen volgende week graag de beantwoording van de wethouder of zij die bezwaren kan oplossen, want dan zijn wij zeker niet tegen een grote locatie in Teteringen. Mevrouw HEERKENS Ik dacht dat u weieens een aardig lager aantal woningen had genoemd dan 3.000. Volgens mij heeft u zelfs weieens het aantal van 800 genoemd. Dat noem ik nogal een fikse bijstelling. Maar als het gaat over de verkeersproblematiek, dan zijn wij het hier in deze raad met elkaar eens. Dat zal inderdaad een belangrijk punt in de discussie worden. De heer SCHRODER Het is voor ons zelfs een voorwaarde. Ik nodig u graag uit om dat volgende week in de raad ook tot een voorwaarde te maken, alvorens uw goedkeuring te hechten aan deze planontwikkeling. Mevrouw HEERKENS Ik dacht dat ik mij duidelijk had aangesloten bij de woorden van de heer Adank. In die zin begrijp ik niet wat nu nog het probleem is. Ik wil ook nog terugkomen op de bezuinigingstaakstelling die wij hebben genoemd, en daarbij ook de noodzaak om de 17,5 miljoen ruimte in de algemene reserves wat ons betreft daarvoor te reserveren. De wethouder is hierop ingegaan door te zeggen dat er een wensenlijstje ligt en een lastenverlichtingsverhaal en er staan ook nog omvangrijke bezuinigingen. Toch wil ik daarnaast ook aan de portefeuillehouders van zowel SAW als van Stadsbeheer vragen of het juist is dat de mogelijkheid op het gebied van efficiency zijn uitgeput. Want dat zou betekenen dat de bezuinigingen neerkomen op het wegvallen van concrete producten. Ik herinner mij uit de vorige raadsperiode dat bijvoorbeeld het schoolzwemmen juist om die reden buiten het hele zwembadenverhaal is gebleven. Als ik kijk naar de discussie over de noodzaak van lichamelijke beweging bij kinderen in de basisschoolleeftijd, dan lijkt ons dat in ieder geval geen goede weg. Ik kan natuurlijk ook andere producten noemen, maar dit was destijds een heel duidelijk voorbeeld dat ook werd genoemd door meerdere partijen. Ik denk dat wij daaraan niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 537