28 en 30 OKTOBER 1997 542 De VOORZITTER Hij verfoeit ze, maar hij steunt ze wel. De heer BOER Maar als er dan toch een spelletje wordt gespeeld, dan De VOORZITTER Dan doet u mee. De heer BOER dan willen wij wel eens zien wie er dan lacht. De VOORZITTER Dus alleen omdat het een vies spelletje is De heer BOER Neen, wij zijn ook niet bang van vieze spelletjes, maar wij vinden dat er tot het einde toe moet worden doorgespeeld en niet halverwege stoppen. Wij verwachten dat het allang is doorgesproken, want de wethouder Financiën zit het met gelatenheid aan te kijken. Hij weet dat ze geen van allen, zo breed als ze hier zitten, die stap durven te nemen waarbij hij in moeilijkheden komt. De VOORZITTER De wethouder Financiën is niet aan de beurt. Mijnheer Van der Westerlaken, gaat u verder. De heer BOER Maar het gaat om zijn centen en om het geld van de burgers De heer VAN DER WESTERLAKEN Er zijn meer Van der Westerlakens in deze zaal, heb ik begrepen, want als u mijn naam noemt, dan gaat iemand anders door. Maar in elk geval bedankt, voorzitter. Dit was eigenlijk meteen het einde van mijn betoog. De VOORZITTER Ik dacht dat we nog een zin van u te horen zouden krijgen. De heer SCHRODER Volgens mij is het alles bij elkaar toch één zin geweest, want ik heb geen enkele komma gehoord. De beantwoording door het college van afgelopen dinsdag, waarvoor iedereen u bedankt, onderstreept wat mijn fractie betreft het volstrekte gebrek aan integraliteit, zoals ik dat dinsdag ook al heb verwoord. Wat vooral opviel is dat, voor het eerst sinds mijn lidmaatschap van deze raad, in de beantwoording zo krampachtig werd verwezen naar de integraliteit en naar het feit dat de collegeleden het onderling volstrekt eens zijn. Normaal heeft men er geen behoefte aan om dat soort terminologieën te hanteren. Ten aanzien van de sociale woningbouw heb ik De VOORZITTER U doet nu net alsof wij juist op dat punt niet zijn aangevallen. U was degene die ging aantonen dat het allemaal niet deugde. Mogen wij ons dan even verdedigen? De heer SCHRODER Ja, dat mag u zeker, maar normaal hebben wij daaraan weinig behoefte. De VOORZITTER Het is niet gauw goed.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 542