28 en 30 OKTOBER 1997
550
overwegende dat:
- de burgers in de binnenstad het recht hebben om hun familie op bezoek te krijgen, zeker daar
waar het ook mantelzorg kan betreffen;
- deze bezoekers niet angstig op de tijd moeten letten vanwege de parkeermeters;
besluit:
- het college opdracht te geven aan alle burgers in de binnenstad een familiekaart te verstrekken
voor één auto gedurende het hele jaar en de mogelijkheid om meerdere familiekaarten te ontvangen
voor een bepaalde tijd;
- de kosten van deze familiekaarten kostendekkend in rekening te brengen.
MOTIE (15)
De raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 28 en 30 oktober 1997, ter behandeling
van de Concernbegroting 1998;
overwegende dat:
- er bij de gemeente Breda hard wordt gewerkt;
- dit onder andere resulteert in veel gemeentelijke nota's;
- het vele werk aan zo'n nota tot nu toe nog te weinig tot uitdrukking komt;
besluit:
het college opdracht te geven om aan alle nota's die verschijnen een prijskaartje te hangen en de
voorkant te voorzien van de kostprijs van die nota;
een gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer KWISTHOUT
Ik ben vandaag bij de tweede termijn van deze algemene beschouwingen enigszins verbaasd,
enerzijds door een getergde heer Adank, wellicht door het feit dat wij zijn spreekwoordelijke
torentje dinsdag hebben gevisualiseerd, en anderzijds door de heer Kruithof, die van mij een
antwoord verwacht op een niet gestelde vraag. De SP vat haar taken als politieke partij ruimer
op dan andere partijen. Wij zijn meer dan een kiesvereniging en een werkgelegenheidsinstituut
voor politici en wij geven de gemeenteraad die aandacht, die hij verdient. Ook de leden van de
raad behandelen wij met dat respect, dat zij op grond van hun besluiten en hun manier van politiek
voeren verdienen. Ik ben ook verbaasd door de arrogantie van het CDA en de VVD, die de pers
weieens zullen vertellen hoe zij verslag moet doen van de algemene beschouwingen. Als deze
partijen niet tevreden zijn met de bestaande pers, dan zou ik hen willen uitdagen om zelf een krant
uit te brengen, zoals ook wij hebben gedaan. Ik zou in tweede termijn even willen terugkomen
op datgene wat de wethouder SAW in zijn reactie op het girogluren heeft gezegd. Ik wilde hem
daarover aanvankelijk interrumperen, maar ik besefte dat ik niet zou zijn gebaat bij het stellen
van een korte vraag, dus ik heb het verschoven naar de tweede termijn. Wat is er namelijk aan
de hand? De wethouder roept dat dit de derde keer is dat ik hierover een motie indien en hij verwijst