28 en 30 OKTOBER 1997 555 de zorg is van het college. We zijn nog niet zover. Ik denk dat, als wij dat gaan invoeren, wij dan in feite uitgebreid met elkaar moeten bediscussiëren wat wij daaraan kunnen doen. Dan de opmerking met betrekking tot de privatisering van de sport. Ik denk dat dit een opmerking is waarop ik in de vorige begrotingsbehandeling ook al heb geantwoord. Wij hadden aanvankelijk hoge verwachtingen van de privatiseringsoperatiesDie zijn niet uitgekomen. Ik kom op dit onderwerp nog terug in de Sportnota. Daar, waar verenigingen met de gemeente willen praten over privatisering of halve privatisering, wordt het gesprek regelmatig gevoerd. Dit wordt van beide kanten zeer warm ondersteund. Mevrouw Heerkens vraagt of de bezuinigingen straks neerkomen op een vertaling in de producten. Enerzijds is natuurlijk het streven naar efficiency bij bezuinigingen een blijvend proces, dus ook daar proberen wij zaken te halen. Maar ik denk dat wij er niet onderuit zullen komen om ook producten als bezuiniging, wanneer die moeten worden doorgevoerd, aan te bieden. Dat betekent dat ook in het productenpakket van SAW links en rechts wat zaken zullen moeten worden ontwikkeld. Van de heer Schroder vond ik dat hij wat overtrokken reageerde. Ik heb gesteld dat de wetgeving met betrekking tot de vrijlating op landelijk niveau moet worden geregeld, en dat ook de armoedeval problemen met zich meebrengt die wij op lokaal niveau niet kunnen oplossen, en dat de landelijke wetgeving daarop in feite zou moeten worden gerepareerd. In dit verband verwijs ik naar Melkert, wat ik in eerste instantie ook al heb gedaan. De heer Schroder moet daaruit niet de conclusie trekken, en ik weet niet wat hem daartoe aanleiding geeft, dat het voorlichtingsaspect, dat wij aan onze cl iënten zullen geven, daarmee ook komt te vervallen. Ik heb dat in geen enkele zin ook maar gesuggereerd, dus ik snap niet waar hij dat vandaan haalt. In de richting van de heer Kwisthout kom ik toch nog even terug op dat girogluren. Ik vind dat daarvan een karikatuur wordt gegeven, los van het feit dat ik niet denk aan persbreidel, dus de heer Kwisthout mag in zijn krantjes publiceren wat hij wilWat is de huidige praktijk? Wij vragen als uitgangspunt een afschrift per aanvraag, en wij vragen meerdere afschriften wanneer de situatie daarom vraagt. Dat wil zeggen, daar waar bijvoorbeeld sprake is van wisselende inkomsten of van eventuele vermoedens van fraude. De instructie die op dit moment op de werkvloer wordt gehanteerd, is dat de kopieën alleen met toestemming van de cliënt mogen worden opgevraagd en dat het weglakken en afdekken van uitgaven mag. Dit wordt ook aan de cliënt medegedeeld. Dus wat dat betreft zou ik bij motie (2) van de SP niet weten wat er moet worden gewijzigd. Mijns inziens behoeft er niets te worden gewijzigd. Ik vind dat dit een aanvaardbare werkwijze is, en vandaar ook dat wij deze motie ontraden. De heer KWISTHOUT Bij interruptie. Ten eerste is het voor mij nieuw dat dit mag. Dat heeft u bij mijn eerdere motie, tijdens de vorige beschouwingen, nog ten zeerste afgewezen. Ten tweede hebben wij ook andere geluiden gehoord van cliënten van de Sociale Dienst, waarbij dus niet duidelijk wordt gezegd dat de uitgaven mogen worden afgeplakt. Ik handhaaf de motie dus, zoals die er ligt. Wethouder VAN RAAK Dat isnatuurlijkuw recht. Daar, waar deheer Verpaalen pleit voor het verkorten van behandelings termijnen kan ik hem alleen maar ondersteunen. Wij proberen dat in feite ook. Twee maanden kunnen erg lang zijn, dat weet ik. Wij proberen daaraan te werken, dus wat dat betreft krijgt u in deze zin mijn reactie. Ik kom nu bij de moties. Van motie (2) heb ik al even aangegeven dat ik die namens het college ontraad. Motie (3) heeft betrekking op een hernieuwde evaluatie van de WVG. Daar wij de vorige maand de evaluatie reeds hebben gehouden, ontraadt het college ook deze motie. Motie (7) van GroenLinks betreft het subsidieverzoek van de Bredase Werkgroep Sociale Zekerheid met betrekking tot het welwillend tegemoet treden van de spreekuurfunctie. In eerste instantie heb ik al gezegd dat hierover op dit moment uitgebreide jurisprudentie aanwezig is met betrekking tot de precedentwerking in verband met het feit dat anderen op dit gebied ook taken hebben. Dit geeft ons aanleiding om deze motie te ontraden. Motie (11) van de Parel van het Zuiden betreft de Stichting Hergebruik. In eerste instantie heb ik al aangegeven dat wij de Stichting Hergebruik hebben aangeraden om in het verband van maatschappelijke opvang en verslavingszorg zich aan te melden om met de betrokken instellingen te kijken waar eventueel van eikaars intenties en activiteiten kan worden gebruik gemaakt. De Stichting Hergebruik weet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 555