28 en 30 OKTOBER 1997
557
gebonden. Collega Vossenaar zal ingaan op de inhoudelijkediscussie,dieu voerde over de locaties,
die daarvoor in aanmerking komen. Tot slot nog een opmerking in de richting van GroenLinks
rondom de atelierproblematiek. De heer Schroder is van mening dat wij niet moeten blijven
onderzoeken. Ik wijs er even op dat het onderzoek, dat momenteel wordt uitgevoerd door SOAB,
niet alleen ingaat op de behoefte bij de kunstenaars, maar ook op het aanbod in de stad. Het college
kent niet het volledige aanbod. Wij zijn geen pandenbezitters. Het merendeel van de panden, dat
hiervoor wellicht in aanmerking komt, is eigendom van particulierenWij laten een totaaloverzicht
opstellen, zodat wij daarvan een goed beeld krijgen. Ik wijs u er wel op dat er op dit moment een
concreet aantal gebouwen in beeld is. Dit onderwerp staat iedere twee weken op de agenda van
zowel mijn staf Cultuur, als op de agenda van de staf Grondbedrijf. Hedenochtend is er wederom
een nieuw pand in beeld gekomen, waarbij er zeer serieuze mogelijkheden liggen om op korte
termijn een aantal permanente ateliers te gaan vestigen.
Wethouder OOMEN
Ik wil eerst een vraag beantwoorden in de richting van de heer Van der Westerlaken, die ik in
de eerste termijn heb laten liggen. Hiervoor mijn excuses. In zijn algemeenheid is de kostendek
kendheid van het afvalstoffensysteem een moeilijke materie, die deze keer nog wordt ingegeven
door de gemeentelijke herindeling, waarbij vier verschillende systemen moeten worden geïntegreerd
en op kostendekkendheid moeten worden geanalyseerd. Vandaar, dat dit meer tijd heeft gevergd
dan wij hadden verwacht. Ik wil toch een opmerking in de marge maken dat in de afgelopen periode
het hoofd Bedrijfsbureau ons ook nog tussentijds heeft verlaten om elders een grote carrière te
beginnen. U zult begrijpen dat dit niet een argument is, dat ik hier mag gebruiken, maar ik wil
het toch even noemen. In de richting van de heer Adank het volgende. Het college heeft grote
waardering voor het werk dat door het MEC wordt verzorgd. Veel kinderen en schoolklassen
bezoeken het MEC. Het MEC verricht een goede functie in de voorlichtende sfeer. Daartegenover
staat dat het college, en ik als portefeuillehouder voor de dienst Stadsbeheer, een bezuinigingstaak
stelling moet doorvoeren. In dat kader kan ook het MEC daaraan niet ontkomen. Wij hadden
daartoe de volgende mogelijkheden: óf de professionele ondersteuning van het aantal vrijwilligers,
plusminus 50 in getal, met één persoon uitbreiden, óf de dienstverlening met één dag verminderen.
Aan die professionele ondersteuning hangt een kostenplaatje, vandaar dat is gekozen voor verminde
ring van de dienstverlening met een dag. Dat kunnen ook twee middagen zijn. Ik wil u voorstellen
om deze discussie opnieuw te voeren bij de behandeling van de dienstbegroting. In dat licht kijk
ik ook naar de motie van GroenLinks, waarin wordt gewezen op de situatie van het MEC. Het
college wil deze motie op dit moment ontraden, om dat onderwerp volgende maand bij de discussie
over de dienstbegroting te betrekken.
De heer SCHRODER
Ikhoor eigenlijkeen positief geluid vanuten aanzien van de motie. Het is dan prettiger discussiëren
ter gelegenheid van de dienstbegroting wanneer deze motie hier alvast raadsbreed wordt
aangenomen.
Wethouder OOMEN
Ik begrijp dat u daarop de nadruk wil leggen, maar het college is van mening dat de discussie over
de MEC-problematiek dient te worden gevoerd bij de dienstbegrotingHet college bl ijft van mening
dat wij u op dit moment deze motie ontraden.
De heer BOER
Even voor de duidelijkheid. Wij hebben nu een nieuwe methodiek ontwikkeld. Wij bespreken hier
eerst de hoofdlijnen en daarna de dienstbegrotingen. Geeft de wethouder nu aan dat er straks bij
de dienstbegroting wellicht iets mogelijk is, wat bij deze begroting niet mogelijk is, zoals meer
geld voor het MEC?
Wethouder OOMEN
Neen.