6 NOVEMBER 1997 606 De heer HAARHUIS De Partij van de Arbeid vindt het jammer dat bij een deel van de bewoners ontevredenheid is blijven bestaan met betrekking tot de gekozen oplossing van langzaamverkeersluizen en een zandpad in dat gebied. Alles bijeen voorzieningen die toch juist zo goed lijken te passen bij een kleine wijk met een fraai parkje. Wij menen dat de voorziene problemen vooral liggen op het vlak van de handhaving. De Partij van de Arbeid heeft ruimtelijk gezien alleen maar goede woorden voor het plan. De heer SCHELTENS Wij zullen het kort houden. Wij hebben het voorstel redelijk uitgebreid besproken. Wij kunnen ons in principe in dit voorstel redelijk vinden. Wel vinden wij dat de bezwaren die zijn ingediend gegrond zouden moeten worden verklaard. Wat betreft de zienswijzen, het volgende. Er is een onduidelijkheid in het voorstel. Wordt het nu een voetpad of een fietspad, wat mag er wel en wat mag er niet? Geef de mensen gewoon de duidelijkheid waar zij om vragen, noem het een voetpad, leg het ook als zodanig aan en zorg ervoor dat er geen fietsen, laat staan scooter of brommers, op het binnenterrein komen. Dat geldt ook voor het bezwaar, de zienswijze, ingediend door de bewoner van het perceel 122 in de Generaal Maczekstraat. Wij vinden inderdaad, als je ziet hoe de plannen zijn uitgetekend, dat er gewoon van is uitgegaan dat die mensen wel zouden vertrekken. Die tekenaar moet maar eens opnieuw beginnen en een beetje schuiven met de panden die daar zijn gepland, zodat er wat meer afstand ontstaat. Wij willen een amendement indienen om die zienswijze gegrond te verklaren ter voorkoming van verdere juridische procedures. Die lijkens ons helemaal niet nodig. Wij kunnen er op een andere manier subtiel uitkomen, en dan kunnen wij allemaal achter dit voorstel staan. Het amendement hebben we hier klaarliggen, we hebben het ook al gekopieerd, dus het kan zo worden verdeeld. Het door de heer Scheltens, namens de fractie van GroenLinks, ingediende amendement luidt als volgt. AMENDEMENT (1) met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de vaststelling van het bestemmingsplan Kloosterterrein/Generaal Maczekstraat; Ondergetekenden, de heren W. Schroder, C. Crul en P.H. Scheltens, leden van de raad van de gemeente Breda; gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde; stellen de raad voor te besluiten als volgt: De raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de vaststelling van het bestemmingsplan Kloosterterrein/Generaal Maczekstraat, en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening; besluit: de tekst van het ontwerpraadsbesluit als volgt te wijzen: 1de ingediende zienswijzen gegrond te verklaren; voor het overige de oorspronkelijke tekst van het raadsvoorstel te volgen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 606