6 NOVEMBER 1997
612
de politie. De resultaten zullen dus aan het eind worden vastgelegd en dat is dan ook de reden,
alles bijelkaar, dat wij achter dit voorstel kunnen staan.
De heer SCHOENMAKERS
De argumenten die over tafel zijn gekomen door het CDA en D66 zijn voor mijn fractie aanleiding
om er verder vanaf te zien nu het woord te voeren.
Wethouder GIELEN
Een reactie op hetgeen mevrouw Boidin meldde over de evaluatie eind 1999. Aangezien het een
Grote Stedenproject is, maakt dat automatisch deel uit van de projecten die in het kader van onze
zelfanalyse een automatische evaluatie zullen moeten doormaken. Wij zullen ook worden getoetst
op de resultaten. Dus als zodanig komen inderdaad aan het eind van de projectperiode die toetsing
en die evaluatie aan de orde.
De heer SCHRODER
Voorzitter, even naar aanleiding van de beantwoording. In de commissie bij deze wethouder hebben
wij samen vastgesteld dat het eigenlijk in de portefeuille van een andere wethouder thuishoorde.
Moeten wij uit het feit dat de heer Gielen de beantwoording nu weer doet, afleiden dat het college
op de eens verkeerd ingeslagen weg wenst door te gaan, of wordt de portefeuille van de heer Van
Raak helemaal onttakeld?
Wethouder GIELEN
Op dat laatste zal ik geen antwoord geven, mijnheer Schroder. Het betreft hier een Grote
Stedenbeleidproject. Het college is hierin eenduidig. De advisering heeft plaatsgevonden in de
commissie ECG, waarin het Grote Stedenbeleid thuishoort
De heer SCHRODER
waarin u inderdaad toegaf dat het een project van de heer Van Raak had moeten zijn en dat
het daar inhoudelijk aan de orde had moeten komen.
Wethouder VAN RAAK
Het is ter bespreking in mijn commissie geweest dus wat dat betreft had u ook daar uitgebreid
over dit project kunnen ingaan.
De VOORZITTER
Ook in mijn commissie trouwens. Dus u ziet hoe breed het in het college wordt gedragen.
Akkoord.
222. WIJZIGING SAMENSTELLING VASTE ADVIESCOMMISSIES.
De heer LEUNISSE
Wij zijn zeer verheugd dat dit voorstel nu aan de orde is, want u weet, het was uit ons hart
gegrepen, dat het een maand eerder zou zijn gebeurd. Wij hebben u dit ruim vantevoren, voor
de zomervakantie, gemeld. U meldde ons dat het om technische redenen zo nietkon. Die technische
reden heb ik onderzocht. Het zou kunnen gaan over een regeltje van vijf woorden. Maar wie schetst
onze verbazing? Als ditnietop zo'n manier kan worden geregeld, dangaathet ambtenarenapparaat
zeer snel te werk: passen worden ingetrokken, post wordt stopgezet, enzovoorts. Je krijgt er toch
een verdrietig gevoel van dat zo iets gebeurt, terwijl ruim vantevoren bekend was, voor de zo
mervakantie, dat het een wisseling betrof. Waarom nu al die zaken stopzettenen straks weer moeten
starten? Dat is toch echt vragen om meer werk en meer geldverspilling.