6 NOVEMBER 1997 620 de heer F. van der Hulst, de heer C.H. Kruithof, mevrouw A.J.H. W. Lamers, de heer A.J.J.M. Lips, de heer A.J.G. Oomen, de heer N.G.M. van Os, de heer HJ.F. van Raak, mevrouw T.P. Reijnen-Kremers, de heer J.A. Rops, de heer C.G.M.F. Schoenmakers, de heer H. Snier, de heer J.P.W.A.A.M. Taks, de heer E. Ü^erler, mevrouw W.J.M. Vossenaar-Blokdijk, mevrouw C.C.M. van Weezei, de heer J. de Werd, de heer J.C. van der Westerlaken, de heer D.J. Wildeman, de heer P. van Yperen. Amendement (3), ingediend door de heer Kwisthout van de SP, en mede-ondertekend door de heer Schroder, inzake het schrappen in het vijfde artikel, lid 2, van de regel: ter hand genomen met ingang van of na de dag waarop hij heeft opgehouden wethouder te zijn alsmede het schrappen van lid 3 en 4 van artikel 5, wordt verworpen, met de aantekening dat de fracties van de SP en GroenLinks geacht wensen te worden te hebben voorgestemd. Besluitvorming ten aanzien van het voorstel van burgemeester en wethouders. Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks en de SP geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. III. RONDVRAAG. De heer LEUNISSE Ik wil niet vervelend doen, maar u hebt tijdens deze raadsvergadering wederom een toezegging gedaan. Het was me toch wel wat waard als die toezegging zou worden nagekomen. Want ik heb de papieren niet naar boven, naar het balkon, zien gaan om daarvan kennis te nemen. De VOORZITTER Ik had dit beloofd met ingang van de volgende vergadering. We hadden ze nu niet. De volgende keer. Akkoord? Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS Ik wil u iets vragen over de Ouderenadviesraad. Deze week hebben de coalitiepartijen een gesprek gehad met leden van de OAR. Het enige dat zij vragen is om voor 1 januari 1998 duidelijkheid te krijgen over hun bestaansrecht. Als de gemeente Breda geen Ouderenadviesraad meer wil, dan vinden zij dat prima, dan stappen ze op. Maar als er wel behoefte is aan een Ouderenadviesraad, dan willen ze ook serieus genomen worden en pleiten zij voor een betere communicatie met de gemeente. Ik wil de wethouder vragen of hij kan toezeggen hierover op korte termijn een uitspraak te doen en deze kenbaar te maken aan de Ouderenadviesraad. De VOORZITTER We zullen deze vraag schriftelijk beantwoorden, zoals gebruikelijk. De heer GEUZE Deze week is in de pers, althans in De Stem, een bericht verschenen dat het Ministerie van VROM de voorgenomen woningbouw in De Neel in Prinsenbeek zou willen blokkeren. Dat voornemen zou hierop zijn gebaseerd dat Prinsenbeek behoort tot de dorpen, en Prinsenbeek is sinds 1 januari, zoals iedereen waarschijnlijk weet, een stadsdeel van Breda, waar nieuwbouw flink moet worden beperkt. Dit bericht is onbegrijpelijk overgekomen bij de vele hierbij betrokken mensen, inbegrepen de doorstromers: dat zijn de mensen die de leegkomende huizen straks zullen gaan betrekken. Het klinkt ook onbegrijpelijk uit een oogpunt van volkshuisvesting in de nieuwe gemeente Breda. Of is het departementale voornemen te zien als een voorloper op een mogelijk initiatief van de minister van VROM om de herindeling ongedaan te maken? De VVD-fractie vraagt of het college snel duidelijkheid kan verschaffen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 620