1 DECEMBER 1997
631
Akkoord.
231. BELEIDSVERSLAG 1996.
De heer COPPENS
Inhoudelijk wil ik niet op het verslag ingaan, maar meer op de aanzet. Het voorstel aan de raad
begint met de opmerking dat de gemeente op grond van de Abw verplicht is om jaarlijks een
beleidsverslag uit te brengen. In de commissie heb ik gevraagd hoe het zat met de beleidsverslagen
van de gemeenten Prinsenbeek, Teteringen en Nieuw-Ginneken. Men heeft mij toegezegd dat men
mij daarover zou informeren, maar ik heb er niets over gehoord. Ik vraag het met name nu in
de raad, omdat ik van de wethouder heb begrepen dat ze vóór 1 december 1997 bij het ministerie
moesten liggen.
De heer ROPS
Wij vinden het een goed en duidelijk verslag. In het verslag staat dat voorkomen moet worden
dat de termijn tussen fraudesignaal en aangifte te lang wordt. De termijnbewaking is momenteel
ondergebracht bij het RIBO, en die verloopt, volgens het verslag, naar tevredenheid. Bovendien
is er volledig inzicht in de afhandelingstermijn. Onze vragen zijn: hoe lang duurt zo'n termijn
globaal? Hoeveel mensen zijn er momenteel bij het RIBO werkzaam? Zijn er nog witte vlekken
voor wat betreft het gebied buiten het RIBO, en hoever reikt dat nu?
De heer BOER
We praten hier over het Beleidsverslag 1996. 1996 ligt nu bijna een jaar achter ons. Normaliter
krijgen we de rekeningen altijd vóór augustus, dus voordatje aan de begroting begint. Dit verslag
had, naar mijn mening, ook in het voorjaar moeten worden behandeld. Wij begrijpen nietwaarom
dit zo laat komt. Wij hebben het ook al bij voorgaande agendapunten naar voren gebracht, ook
dit beleidsverslag wordt ter kennis gebracht van de Participatie Raad nadat wij het hebben
vastgesteld. Ik kan me voorstellen dat er nog meer instanties zijn waar het naartoe zou moeten
gaan. Maar eigenlijk had dit vooraf moeten gebeuren. Als wij iets beoordelen willen wij graag
weten hoe de Participatie Raad hierover denkt, en niet achteraf, want dan hebben wij het reeds
vastgesteld. Ik vind deze wijze van zaken behandelen buitengewoon slecht.
Wethouder VAN RAAK
Met betrekking tot de beleidsverslagen van Prinsenbeek, Nieuw-Ginneken en Teteringen het
volgende. De heer Coppens maakte in de commissie de opmerking: wie stelt wat vast? Dit punt
kwam voor ons, en dat heb ik zo ook min of meer in de commissie naar voren laten komen, als
een soort verrassing. Op de een of andere manier hadden wij daar niet aan gedacht. Het is terecht
dat de heer Coppens die vraag heeft gesteld. Wij hebben ons met het ministerie in verbinding
gesteld, en daar had men ook geen antwoord op die vraag. Er moet bij het ministerie wel ergens
een of andere deskundige op dit gebied rondlopen, en die is men op dit moment aan het zoeken.
Men heeft ons toegezegd dat wij hierover alsnog een mededeling krijgen. Het antwoord kan twee
kanten op. Het ministerie vindt dat er alsnog een beleidsverslag moet worden vastgesteld van de
inmiddels in Breda opgegane gemeenten. Dan zullen wij een brief terugschrijven waarin wij uitstel
vragen van die verplichtingDat lijkt mij voor de hand liggendDat betekent dat we dan met behulp
van de nodige archieven in de komende maand een beleidsverslag zullen moeten opstellen. Of
men zegt: het is niet meer nodig, laat maar zitten. Eerlijkheidshalve hoop ik dat laatste toch wel
een beetje. Want het vereist een hoop capaciteit. In feite denk ik, omdat dit ons eerste beleidsverslag
is, dat we ons lesje hebben geleerd, en dat we onze bestedingen bij het volgende beleidsverslag
veel beter kunnen inbrengen. Inderdaad, mijnheer Boer, dit verhaal had eerder gekund. Dat heb
ik ook al in de commissie aangegeven. Wij hebben u toegezegd volgend jaar vóór de grote vakantie