1 DECEMBER 1997 634 233. INSPRAAKVERORDENING BREDA 1998. De heer DUBBELMAN Graag wil ik namens het CDA wat opmerkingen maken bij dit toch, in onze ogen, buitengewoon belangrijk onderwerp. Nieuw in deze Inspraakverordening is met name de regeling van de wijk en dorpsraden, waarbij de wijk- en dorpsraden niet alleen inspraak krijgen, zoals elke burger, maar zij worden ook nadrukkelijk in het overlegcircuit betrokken en krijgen ook een bepaalde adviesbevoegdheid. Ik wil nog wel benadrukken dat adviseren in deze zin niet vrijblijvend is, want mocht het gemeentebestuur daarvan afwijken, dan moet dat nadrukkelijk worden gemotiveerd. Wij staan hier, uiteraard, helemaal achter. Wel hebben wij daarbij een algemene vraag, namelijk de vraag naar de representativiteit. Niet iedereen die zich wijk- en dorpsraad noemt is natuurlijk een wijk- en dorpsraad in de zin van de verordening, want we vinden vandaag de dag altijd wel een notaris die voor een simpel bedrag statuten wil laten passeren. Het is terecht dat aan de repre sentativiteit formele criteria worden gesteld, als het gaat over de samenstelling van het bestuur en dergelijke. Maar wij willen er ook de aandacht op vestigen dat dit op zich niet voldoende is. Het moet ook gaan om het toetsen van de materiële representativiteit en de gedragingen, want die moeten als zodanig conform de statuten en de doelstellingen van de dorps- en wijkraden zijn. Wij zijn erg benieuwd, voorzitter, hoe dit toetsen in de praktijk gestalte krijgt, want wij zullen ons toch wel verzetten tegen het uitgangspunt: eens erkend, altijd erkend. Wij moeten, denk ik, steeds alert blijven dat de wijk- en dorpsraden inderdaad representatief zijn, omdat wij hen ook, en terecht, heel veel mogelijkheden geven voor inspraak, overleg en advies. Mijn vraag is of de wethouder alsnog kan ingaan op het punt hoe hij, in overleg met de commissie, die materiële toets tot stand denkt te brengen. Ik heb reeds gezegd dat de resultaten van inspraak, overleg en advies niet vrijblijvend zijn, en ook niet vrijblijvend voor het politiek bestuur. Ik wil benadrukken dat de CD A-fractie helemaal kan leven met een horzelfunctie van de wijk- en dorpsraden en dat wij daarbij ook een stukje machtsverlies onder ogen zien. Het gevolg daarvan kan zijn dat bepaalde besturing toch wat lastiger gaat worden, omdat we een stukje macht delen met de wijk- en dorpsra den. Maar vanuit ons verkiezingsprogramma, met als speerpunt: gespreide verantwoordelijkheid, zeggen wij daar ja tegen, in die zin, dat als je het over gespreide verantwoordelijkheid hebt dan betekent dat wel dat het politieke bestuur wel degelijk ook zijn eigen verantwoordelijkheid houdt, en dat de hoofdlijnen van het programakkoord óók in het kader van de Inspraakverordening het uitgangspunt van beleid zullen blijven. Een ander speerpunt in het CD A-verkiezingsprogramma, en dan kom ik al wat dichter bij huis als het gaat om het gemeentelijk verkiezingsprogramma, betreftdeombudsman. Uiteraard, mevrouw Heerkens, mag dat ook een vrouw zijn, wantbij gelijke geschiktheid mag, wat ons betreft, de voorkeur worden gegeven aan een ombudsvrouwOverigens heeft de wetgever daarin ook voorzien. Mevrouw HEERKENS Het is toch prettig om dat uit uw mond te horen. Uiteindelijk komen we er wel. De heer DUBBELMAN Voorzitter, ik overtref mijzelf, maar toch ben ik helemaal mijzelf. Het intekenen op de Nationale Ombudsman kan op dit ogenblik al gebeuren. Wij vonden het jammer dat wij, wat dat betreft, niet op de voorste rij zaten. Maar de wethouder heeft ons verteld dat dit nog komt, en dat dit met name in het kader van de kadernota zal worden bekeken, omdat daarvoor ook middelen nodig zijn. Ik wil de wethouder graag daaraan herinneren, en ik kan hem zeggen dat wij die middelen ook graag ter beschikking willen stellen. In de commissie hebben we nog twee noten te kraken gehad. De ene noot is een hele simpele noot, bij wijze van spreken een hazelnoot. Dat is de noot over het moment van de evaluatie. Ik wil de wethouder daarover toch een vraag stellen, en ook in de commissie hebben we het daarover gehad. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 634