1 DECEMBER 1997 639 je naar de burgers toegaat en watje ze voorlegt. Dat is absoluut aan de orde. Datgene wat Beelaerts van Blokland heeft gezegd is een andere zaak, en meer van algemene aard. Hij heeft gezegd dat de politieke partijen het aan het verliezen zijn. Maar dat hoort ook hier thuis, bij deze verordening, want dat heeft ook te maken met hoe je naar de burgers toegaat en op welke wijze je dat doet. Datgene wat ik ervan heb begrepen, maar dat heb ik al in meerdere artikelen gelezen, en dat heb ik in de praktijk ook steeds ervaren, is het volgende. Als wij volgens deze verordening inspraak toestaan, dan is het meestal zo dat ambtenaren het standpunt van de raad, en ik heb zojuist gezegd het standpunt van het college, verdedigen of bekendmaken. Beelaerts van Blokland zegt eigenlijk: dat moet je niet de ambtenaren laten doen, maar dat moet je als politieke partijen doen. En dat hoort dan ook bij deze verordening thuis. Als we praten over de manier waarop naar de burgerij wordt toegegaan, dus volgens deze verordening en volgens De regels van het spel, dan zouden wij er best voor willen pleiten dat de politieke partijen zich meer presenteren en de confrontatie met de burgerij aangaan, dan dat het ambtelijk apparaat dit doet, zonder iets af te doen aan de wijze waarop het ambtelijk apparaat dit doet, want dat doet het meestal uitstekend. Maar het gaat meer om de politieke betekenis. De heer BOER Ik hoorde zojuist van mijn collega dat er donderdag in Oss verkiezingen zijn geweest, waarbij de landelijke partijen De heer KWISTHOUT In Boxmeer, voorzitter, niet in Oss. De heer BOER Maar waarbij in ieder geval de landelijke partijen, behalve de SP, praktisch zijn weggevaagd. En dat sluit een beetje aan bij De VOORZITTER Het is mij niet opgevallen dat de Parel van het Zuiden daar een stem heeft gehad. De heer BOER Neen, maar de lokale partijen daar hebben wel enorm gewonnen. En dat heeft eigenlijk te maken met het onderwerp dat wij vanavond behandelen. Bovendien gaat dat ook direct het hart, een van de drie belangrijke punten van De Parel, aan. Wij zijn dan wel niet zo uitgebreid, maar we hebben wel steeds de voor ons zeer belangrijke punten naar voren gehaald. Anders dan GroenLinks, zijn wij helemaal niet blij met deze Inspraakverordening, hoewel die vooraf is gegaan door een vrij groot aantal inspraakrondesMaar dat geeft juist aan hoe het in depraktijk werkt. Als we het hebben over de attitude van de ambtenaren en het college en over hoe met de inspraak wordt omgegaan, dan hebben wij daarvan absoluut geen hoge pet op, want de bandbreedte waarbinnen burgers mogen beslissen wordt bepaald door dit college. Daarmee bepaalt het college eigenlijk wat de burgers mogen bepalen, en dat is heel wat anders dan wij bedoelen. Wij bedoelen met ons eerste punt in ons verkiezingsprogramma ten aanzien van medezeggenschap, dat de burgers vanaf het allereerste begin alle mogelijkheden moeten krijgen om inspraak te hebben, en dat pas daarna de plannen gaan ontstaan. En als u de Inspraakverordening Breda 1998, zoals die er nu ligt, echt helemaal vrijblijvend aan de bewoners had doorgegeven, en had gevraagd: hoe willen jullie het hebben, zeg het maar, wij schrijven op zoals jullie het willen, dan was er dit dus niet uitgekomen. Dan was er heel iets anders uitgekomen, dat veel verder gaat. Waar wij moeite mee hebben, en u heeft dat al heel vaak in De Stem kunnen lezen, en ook in andere bladen, is dat er wat wordt beslist, hetgeen dan in overleg is gegaan met de bewonersMaar daarna komt er een andere groep bewoners die het met die beslissing absoluut niet eens is. En dan zitten we midden in de representativiteit,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 639