1 DECEMBER 1997
645
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tot de Inspraakverordening
Breda 1998 en het daarbij behorende ontwerpraadsbesluit;
overwegende dat:
- behoorlijk bestuur met zich meebrengt dat, indien er een klacht is ingediend, de uitkomst van
die klacht afgewacht dient te worden;
- bij gegrondverklaring van de klacht (een deel van) het inspraaktraject overgedaan zal dienen
te worden;
besluit:
-artikel 19, lid 1 aan te vullen met de zin: Door het indienen van de klacht wordt de besluitvorming
over het onderwerp, waarover inspraak is verleend, geschorst, totdat er een onherroepelijke
beslissing over de klacht genomen is, zodat artikel 19 lid 1 luidt: Ingezetenen en in de gemeente
een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent de uitvoering van deze
verordening bij het te dien aanzien bevoegde bestuursorgaan een schriftelijke klacht indienen. Door
het indienen van de klacht wordt de besluitvorming over het onderwerp, waarover inspraak is
verleend, geschorst, totdat er een onherroepelijke beslissing over de klacht genomen is;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
Wethouder VAN OS
Dank voor de toch overwegend in deze raad positieve geluiden over deze Inspraakverordening,
en met name ook over het onderdeel wijk- en dorpsraden. Het college is blij dat het, na een lange
periode voor de totstandkoming van De regels van het spel, waarin een groot deel van de wijze
van en de problemen rond de attitude aan de orde is gesteld, ook deze Inspraakverordening aan
u kan voorleggen. Het heeft iets langer geduurd, omdat wij ook de nieuwe onderdelen van de
gemeente Breda de gelegenheid wilden geven om ook op De regels van het spel te reageren. Er
zit, denk ik, nog een aantal belangrijke elementen in de discussie. In eerste instantie is dat het
feit dat het college, na consultering van de commissie, ervan uit is gegaan dat Breda te klein is
om over te gaan tot gekozen lichamen, de zogenaamde vierde bestuurslaag, waarop de heer Adank
ook is ingegaan. Via deze verordening hebben we gepoogd om de criteria van representativiteit
zo goed mogelijk vast te leggen. Op zich ben ik het eens met de opmerkingen die in de commissie
zijn gemaakt waar het gaat over de vraag: hoe kijkje naar zo'n materiële toets? We hebben afge
sproken dat we dat vraagstuk in het plan van aanpak rond de evaluatie met elkaar in de commissie
zullen bediscussiëren. Wat mij betreft heeft dat ook te maken, en de CD A-fractie noemt het een
compromis, maar ik noem het meer de elementen die, wat mij betreft, ook in die materiële toets
aan de orde zijn, met het punt dat je kijkt naar hoe een bestuur functioneert, of er wel of geen
doorstroming is, en of daarmee op een goede manier wordt omgegaan. Ik denk dat dit op zich
niet heeft geleid tot een verkorting van de zittingsduur naar acht jaarEr is nadrukkelijk een aantal
aanscherpingen en opmerkingen gemaakt die, naar mijn mening, ook te maken hebben met de
materiële toets, als het gaat om het bestuur van zo'n wijk- en dorpsraad. Ik stel u voor om die
in het plan van aanpak aan de orde te stellen. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen, ik wil dat ook
hier herhalen, om de evaluatie begin 1999 te laten plaatsvinden, zodat wij een document kunnen
overhandigen ten behoeve van de programonderhandelingen et cetera. Een ander belangrijk element
blijft de politieke verantwoordelijkheid hier in de raad. Er is een aantal opmerkingen over dat
onderwerp gemaakt, met name door de fracties van GroenLinks en de Parel van het Zuiden. Het
is niet zo dat het college de bandbreedte bepaalt, uiteindelijk bepaalt de raad de bandbreedte. In
de richting van de fractie van GroenLinks het volgende: als er standpunten worden voorgelegd