1 DECEMBER 1997 648 is niet ingegaan op de inspraakmogelijkheden van de burgers in de commissievergadering, waarover de heer Crul sprak. Ik vind dat heel erg jammer. Ik denk dat het college, ondanks het feit dat dit onderwerp niet expliciet in de nota staat, daarover wel iets had kunnen zeggen. Momenteel kunnen de burgers iets zeggen en vervolgens worden zij weggestuurd. Ook wij vinden dat ze moeten kunnen meediscussiëren, zoals dat in het verleden ook wel kon. De heer KWISTHOUT Ik wil even reageren op de ingediende wijzigingsvoorstellen. De motie van de Parel van het Zuiden en het eerste amendement van de ffactie-Verpaalen inzake de wijziging van 3.000 in 1.000 inwoners zullen wij steunen. De motie steunen wij met de kanttekening dat wij dorpsraad lezen als dorps- en wijkraad. De heer VERPAALEN Ik vind het bijzonder jammer dat de wethouder niet zegt wat hij van plan is ten aanzien van de schorsende werking van een klacht. Althans, hij zegt niet: die klacht zal mij een biet wezen, ik ga gewoon door met de besluitvorming, en als we, achteraf gezien, ongelijk hebben gekregen, nou ja, so what, het interesseert mij niet. Dat is in wezen wat de wethouder op dit moment zegt. En ik vind, dat als hij geen toezegging doet Wethouder VAN OS Dat zijn de woorden die u mij nu in de mond probeert te leggen. De heer VERPAALEN Tenzij u heel duidelijk zegt: een klacht heeft een schorsende werking, dicht ik u die woorden inderdaad toe, want u geeft niet aan wat er gebeurt als een klacht gegrond wordt verklaard. In uw visie kan de besluitvorming doorgaan. Dat is, naar mijn mening, tegenstrijdig. Wethouder VAN OS In de richting van het CDA het volgende. In de commissie heb ik aangegeven hoe het zit met de inschrijving bij de Nationale Ombudsman. Naar aanleiding van datgene wat in de commissie hierover is besproken, namelijk dat wij dat in de kadernota nader zullen regelen, ligt het in het voornemen van het college om ons bij de Nationale Ombudsman aan te sluiten. Ik denk dat daarover, wat ons betreft, geen misverstand hoeft te bestaan. In de richting van GroenLinks het volgende. Ondanks het feit dat dit toch een groot onderdeel is van de Inspraakverordening, vind ik het erg moeilijk om in een heel vroegtijdig stadium, bijvoorbeeld via het participatiemodel en wellicht in een blanco situatie, zoals die door de heer Boer is aangegeven, en ik wil hem er toch nadrukkelijk op wijzen om dat onderdeel van de Inspraakverordening nog een keer na te lezen, al te kunnen zeggen hoe het zit met het fractiestandpunt, want vaak is er dan nog niet eens een collegestandpunt. Dat komt natuurlijk regelmatig voor. Op zich proberen we de standpunten van de facties ook de ruimte te geven, hoe moeilijk dit soms ook is, dat geef ik meteen toe. Weproberen dat ook in de voorlichting die de gemeente geeft, kijkt u maar naar Stad Breda. In de richting van de Parel van het Zuiden het volgende. U gaf in uw eerste termijn een aardig voorbeeld over verkiezingen en waarover het zou moeten gaan. Ik blijf van mening dat het weinig zinvol is om op dat terrein verkiezingen te organiseren. Uw vraag over de toezegging over het flexibel budget is niet nieuw. We hebben reeds eerder, namelijk bij de begroting waar het ging over het districtsgewijs werken, hierover een discussie gehad. Ik heb toen toegezegd dat we de mogelijkhe den dienaangaande zullen nagaan, met alle haken en ogen die, gelet op het budgetrecht van uw raad, daaraan vastzitten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 648