18 DECEMBER 1997 659 Kroeten of het Chassépark. Als de toedeling van het openbaar groen daar al toevalt aan een selecte groep, begint daar al een stuk tweedeling. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Het is natuurlijk plezierig om te horen dat eigenlijk iedereen het een goede nota vindt. Ik denk dat de commissie ook wel enige lof verdient, want die heeft zeer hard meegedacht over het inrichten van de nota en het bepalen van de onderwerpen. Dus die samenwerking was ook een goede. Ik zal het zeker ook ambtelijk overbrengen. Er zijn eigenlijk heel veel zaken gezegd en er zijn slechts enkele vragen gesteldEén van die vragen was hoe de tweedeling is te voorkomen en hoe het college daarmee omgaat. Ik denk dat het college heeft getoond ermee om te gaan door de doelstellingen te formuleren zoals in de nota, daarbij ook uitgaande van de differentiatie van de hele aanpak van de omgeving. Stadsvernieuwing is inderdaad het stadium geweest vóór de stedelijke vernieuwing. Anderen wijzen op de linken naar de nota Volkshuisvesting, de nota Grote Stedenbeleid, Vinex- locaties en Stadsplan. Ja, dat is het allemaal. Daarmee lopen wij in de pas met het landelijk beleid, waarin ook wordt gesproken over de herstructurering van wijken. Dat alles vraagt een samenhan gende aanpak van stedelijke gebieden, gericht op het verhogen van de kwaliteit van woon- en werkmilieu. Dat is het adagium waarmee wij werken. Ik merk dat het kennelijk goed valt en dat wij dat dus goed hebben ingezet. Een andere vraag was welke wethouder verantwoordelijk is. Het is natuurlijkzo dat, als ik hierover het woord mag voeren, ik ook verantwoordelijk word gesteld voor de uitvoering van het beleid, in elk geval voor de coördinatie. Daar, waar het gaat om zaken waar het absoluut een ander werkterrein bevat, gaat het naar de wethouder die daarvoor verantwoordelijk is. Dat lijkt mij heel logisch. TWEEDE TERMIJN De heer KWISTHOUT Ikheb er een stukjeuitgelichtvan watwij als tweedeling beschouwen. Dat is voor ons de tweedeling van het gebruik van het openbaar groen. Als je als voorbeeld neemt de Kroeten, waaarover onlangs in de raad is gesproken, dan zie je dat die wijk wordt opgedeeld in vier stukken, variërend van rijk, en dan langzaam afzakkend naar arm. Je ziet dan dat de dure huizen, dus het rijke gedeelte, in een groene en parkachtige omgeving liggen, terwijl het goedkope deel daarvan blijft verstoken. Ik denk datje de tweedeling op deze manier alleen maar groter maakt. Ik wil daarop graag een antwoord van de wethouder. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Vergeeft u mij dat ik uw vraag in de eerste termijn niet heb beantwoord. Het is in de commissie namelijk ook aan de orde geweest. Wij kwamen erop uit dat u niet te overtuigen bent, althans uw woordvoerder niet. Ik denk dat ons hier niets anders rest dan straks te kijken als de wijk af is. Wat u zegt, is naar onze mening pertinent onjuist. De enige mogelijkheid is om sommige ongelovige Thomassen straks met de werkelijkheid te confronteren. Ik kan daarin niet verder gaan. Nergens in de wijk is er een gemis aan groen, en zeker niet met opzet, zoals door u wordt aangegeven. Maar misschien komt het u goed uit om zulke dingen te formuleren. Wij nodigen u uit om bij de realisering daar uw gezicht te laten zien. De heer KWISTHOUT Bij interruptie. Ik vind dit een beschuldiging die kant noch wal raakt. Ik refereer aan een bestaand, pas opgestart project. Het is duidelijk dat die tweedeling tussen rijk en arm plaatsvindt. Ik denk dat deze beschuldiging nergens op slaat. De VOORZITTER Mij dunkt dat de standpunten zijn uitgewisseld. Dit leidt niet tot nader tot elkaar komen, ook al zouden wij er nog enkele instanties bijvoegen. Is er iemand tegen dit voorstel? De heer Kwisthout

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 659