18 DECEMBER 1997 665 beginnen, terwijl de ander zegt dat die weg er al had moeten liggen, en weer iemand anders zegt datje een hele langzame procedure moet volgen, dan vraag ik mij af hoe die coördinatie plaatsvindt Ik ben blij dat wat ik nu hoor eigenlijk neerkomt op het snel aanleggen van die weg. Ik vind het alleen maar een goede zaak dat dit samen is gedaan. Als ik daarbij nog vermeld dat er ook zaken aan de orde zijn geweest, waarbij bijvoorbeeld de bewoners van de Zilvervlek moeite hadden met de inpassing bij hun deel, dan blijkt hieruit dat gesprekken heel goed mogelijk zijn. Ik wil eigenlijk nog iets kwijt waarnaar u niet heeft gevraagd, maar wat ik toch belangrijk vind. Ik merk datje elkaar tijdens gesprekken, bijvoorbeeld over inpassing, heel dicht kunt benaderen. Je moet proberen samen tot een oplossing te komen en dat traject is niet gemakkelijk. Je kunt jezelf daar wel heel gemakkelijk van afmaken door te zeggen: doe maar niets. Maar je weet dat die weg er wel moet komen, dus je kunt die confrontatie met de bewoners niet uit de weg gaan. En als u zegt dat het altijd beter kan, dan heeft u gelijk. Ik heb dat ook al in de commissie gezegd. Daarvan leer je. Maar het zijn niet zomaar trajecten, het zijn geen poezelige zaken waarvan je zegt: leuk hè, wat wij allemaal doen. Zo ervaar ik het niet. Het is mij ook opgevallen dat er in de commissie vaak werd gesproken over incidenten. Ook in de media ging het vaak over incidenten. De inhoud is helaas nooit weergegeven. Maar ik ben bescheiden en ik heb absoluut geen journalistieke gave, dus ik zou ook niet weten hoe je dat anders moet doen. Toch is dat vreselijk. Maar soms kan ook de druk van buitenaf door de media weer leiden tot een goede verstandhouding met groeperingen. Dus aan het einde van de rit moet ik bijna iedereen bedanken voor de inzet, waarmee het is gedaan. Of je er nu positief of negatief insteekt, dat hindert niet, want uiteindelijk krijg je een product waarbij iedereen zich betrokken voelt. Dat is duidelijk te merken aan het eindresultaat. Ik wil meteen in de eerste termijn zeggen dat het amendement, dat door GroenLinks is ingediend, niet strookt met de verlangens zoals die breed zijn geuit. Ik denk dat het college dit amendement sterk moet ontraden. De VOORZITTER Dank u zeer. Intussen is ook de heer Dubbelman gearriveerd en kan ik ook de heer Taks welkom heten. Wij hadden de wijn per e-mail naar u willen verzenden, maar dat lukte niet goed. TWEEDE TERMIJN De heer SCHELTENS Ik verwonder mij enigszins over het antwoord van de wethouder. Ik zou graag van haar vernemen waarop zij baseert dat de hele discussie, zoals die de afgelopen maanden is gevoerd, is gebaseerd op incidenten en niet over de inhoud zou gaan. Ik vind dat wij de afgelopen maanden juist heel veel over de inhoud hebben gesproken en dat met name ook de insprekers en de direct betrokkenen, die zich hebben gemanifesteerd, zeer veel over de inhoud hebben gezegd. Dat was helemaal niet gebaseerd op incidenten, tenzij u zegt dat het aanleggen van die weg door veel van die mensen is beschouwd als een incident. Sommige mensen voelden zich overvallen, en dan kunt u wel zeggen dat zij niet goed hebben opgelet. Als u dat een incident vindt, prima. Dat is rechtgetrokken door de extra ruimte die is gecreëerd. Ik zou graag van u willen horen wat u zelf heeft bedoeld met uw opmerkingen dat de discussie zou zijn gebaseerd op incidenten. Voor een groot deel voel ik mij daarop aangesproken. In de tweede plaats wil ik nog benadrukken wat wij verwoorden in ons amendement over de stukken en de contractuele verplichtingen met IABC en de Greenery. Zoals u weet hebben wij hierop bij vele gelegenheden aangedrongen en wij moeten helaas constateren dat in de afgelopen anderhalf tot twee maanden nog steeds niet alle stukken die wij hadden willen zien, aan het dossier zijn toegevoegd. Datgene wat wij hebben gezien, is voor ons absoluut geen reden om te zeggen dat wij niet anders kunnen dan dit stuk van de weg aanleggen. Wij hebben daarvoor absoluut geen argumenten kunnen vinden. En als die argumenten wel in de stukken zouden staan, dan zijn dat de stukken die ontbreken. Nogmaals, wij kunnen hierin geen enkele motivatie vinden om te zeggen dat wij ertoe verplicht zijn om dat stuk aan te leggen. Op die twee zaken zou ik nog graag een antwoord van de wethouder willen hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 665