66
6 FEBRUARI 1997
De heer KWISTHOUT
Neen, maar dit is wel de reden waarom ik motie 2 heb ingediend. Het gaat erom dat die uitgaven
onleesbaar worden gemaakt, omdat dit verder geen invloed heeft op het heronderzoek.
De VOORZITTER
Dan wordt het opnieuw discutabel welke gegevens wél en welke gegevens niet moeten worden
overlegd. Ik wijs er gewoon op dat er richtlijnen zijn en ik stel voor, en dat was ook de motivering
waarom ik uw motie afwees, om daarvoor de landelijke richtlijnen met betrekking tot dit soort
onderzoeken te handhaven, en om daar niet zelf het een of ander discutabel beleid op te gaan zetten.
Het college ontraadt dus deze motie.
De heer DUBBELMAN
Ik wil graag in de notulen zien aangetekend dat ik de motie niet kan overzien en dat ik een
voorbehoud maak.
De VOORZITTER
Ik weet niet bij welke motie u dat voorbehoud maakt.
De heer DUBBELMAN
Ik bedoel de motie, die is ondertekend door alle fractievoorzitters.
De VOORZITTER
Motie 4 dus.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Dit is toch wel erg apart, mijnheer Dubbelman. Uw fractievoorzitter heeft de motie ondertekend.
Besluitvorming over de moties.
Motie 1 wordt verworpen met de aantekening dat de fractie van de SP geacht wil worden te hebben
voorgestemd.
Motie 2 wordt verworpen met de aantekening van de fracties van de SP, GroenLinks en de Parel
van het Zuiden geacht willen worden te hebben voorgestemd.
De heer KWISTHOUT
Ik heb hoofdelijke stemming aangevraagd over motie 3. Die wil ik laten vervallen. Niet de motie,
maar de hoofdelijke stemming.
Motie 3 wordt verworpen met de aantekening dat de fracties van de SP en van de Parel van het
Zuiden geacht willen worden te hebben voorgestemd.
Motie 4 wordt aanvaard met de aantekening dat de heer Dubbelman van de CDA-fractie geacht
wil worden te hebben tegengestemd.
Besluitvorming over het voorstel.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van de Parel van het Zuiden en van de SP geacht
willen worden te hebben tegengestemd.
26. BIBLIOTHEEKTARIEVEN.