18 DECEMBER 1997 673 dat ook weer zonwerend naar binnen toe. Wij zitten op de zolder. Daar is het in de zomer echt heel warm en daar zouden een heleboel zonnepanelen kunnen zitten. Je zou dan ook gelijk een zonneboiler kunnen aanleggen. Maar daar kom ik straks bij agendapunt 260 op terug. Wij sluiten ons aan bij datgene wat GroenLinks specifiek heeft gezegd over het Energieprogramma. Het is te weinig en wat ons betreft ook te laat. Ik weet dat de wethouder zijn uiterste best doet, maar het ligt allemaal vast. Ik vind echt dat u een keer naar de PNEM moet gaan en de zak met reserves moet meenemen op een niet De VOORZITTER Mee terug, bedoelt u? De heer BOER Ja, mee terug, natuurlijk. Wethouder VAN OS Ik vind het beeld dat hier wordt geschetst van de PNEM werkelijk beneden alle peil. De heer BOER Wat zegt u? Wie is er aan het woord? Wethouder VAN OS De wethouder, die toevallig ook aandeelhouder is bij de PNEM. De heer BOER Maar u bent pas bij de PNEM. Ik was 15 jaar geleden al bij de PNEM en toen was dat al zo, mijnheer van Os. Wethouder VAN OS Toen al? Bedankt voor uw inspanning voor het beeld dat u dan nu zelf heeft opgeroepen over de PNEM. De heer BOER Dat waren toentertijd een heleboel mensen met mij eens en dat is nog steeds zo. Wethouder OOMEN In de richting van de heer Scheltens het volgende. Als ik kijk naar het Energieprogramma dat het college nu aan u voorlegt en u betrekt dat bij het raadsbesluit dat wij de vorige keer hebben genomen met betrekking tot de verlichting in Breda, en als ik zie wat de gemeente daar zelf aan doet, dan is dat in mijn ogen en in de ogen van het college een behoorlijk substantieel aandeel. Als ik kijk naar het Energieprogramma dat hier wordt gepresenteerd, dan speelt dit ook een belangrijke rol. Wij zijn bereid om met de eigen gemeentelijke gebouwen te beginnen, dat hebben wij afgesproken. Maar datgene wat wij voorstellen moet ook haalbaar zijn, zoals u zelf ook al heeft gezegd. Als wij in dit programma zouden schrijven dat wij volgend jaar al onze gebouwen van ik weet niet wat gaan voorzien, dan vrees ik dat wij onszelf tegenkomen. Aan de heer Boer zou ik om te beginnenhet advies willen geven om bretels aan te schaffen. Sinterklaas is al geweest, maar met Kerstmis kan het misschien ook. U zult begrijpen dat ik niet wil spreken over de berekeningen die hij naar voren brengt met betrekking tot de PNEM. Ik denk dat het college niet kan reageren op datgene wat de heer Boer zegt. Bovendien zijn de getallen die hij noemt voor deze wethouder veel te moeilijk. Ik was in het verleden gewend om in een delta-omgeving van 0 te werken, en niet met zulke grote getallen. TWEEDE TERMIJN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 673