18 DECEMBER 1997 676 De VOORZITTER We zijn hier niet in de Tweede Kamer. Gaat u door. De heer GEMMEKE Sindsdien is het parkeerbeleid nog diverse keren aan de orde geweest, zowel in de commissie als in de raad. Op 24 september is de notitie Discussiepunten besproken en op 12 november de financiële aspecten van de bijstelling van het parkeerbeleid. Ik ga daarop nu niet verder in, ik ga dat niet herhalen. Als CDA hebben wij hierop uitvoerig onze mening gegeven en dat is allemaal terug te vinden. Vandaag, bij de laatste halte van 1997, ligt er weer een collegevoorstel op tafel over het parkeerbeleid van Breda. Dit voorstel bouwt voort op het beraad van 24 september en 12 november en heeft, ondermeer maar niet uitsluitend, tot strekking om af te zien van de stijging van de tarieven in 1998. Het voorstel beoogt tevens bij te dragen aan de bereikbaarheid van het centrum en aan het behoud van de leefbaarheid in en het aanzien van het historische stadshart. Het CDA herkent in dit voorstel ook een bijdrage aan de kwaliteit van de parkeerservice in Breda en dus aan het imago en aan de aantrekkingskracht van Breda. Wij hebben ook waardering voor de overlegmethodiek die de wethouder met zijn staf heeft toegepast in deze hele procedure. Wij hebben sterk de indruk dat het overleg met de doelgroep zeer heeft bijgedragen tot het resultaat. Samenvattend stemt het CDA in met het gepresenteerde vijfledige voorstel, inclusief het voorstel om een eventueel negatief saldo van 32.500,— zonodig te verrekenen met de bedrijfsreserve. De heer BAIJINGS Ik ben blij dat u mijn naam noemt. De Stem heeft er soms moeite mee. Ik wilde eerst een pet opzetten met mijn naam, maar nadat ik gisteravond minister Borst heb gezien, heb ik besloten om dat niet te doen. Maar dat even terzijde. Wij zijn verheugd om op dit moment de nieuwe parkeertarieven voor 1998 te kunnen vaststellen. Het zijn tarieven die de levendigheid en het karakter van het Bredase centrum ten goede zullen komen. Het afgelopen jaar hebben wij met ons parkeerbeleid veel consumenten het stadscentrum uitgejaagd. Dit heeft niet alleen gevolgen gehad voor de inkomsten van de middenstand. Ook de gezelligheid en de sfeer zijn voor een deel verloren gegaan. Dat is jammer. Breda heeft veel potentie. Het is een stad, die het hele jaar door moet kunnen bruisen. Eén van de middelen om dit te bevorderen is een acceptabel parkeerbeleid. Het voorstel, zoals dat er nu ligt, is dan ook niet alleen gericht op lagere tarieven om zodoende meer mensen naar de binnenstad te krijgen, maar ook op spreiding van de toeloop. De VVD vindt het dan ook een goede zaak dat er gaat worden gewerkt met zogenaamde daluren en dat de Tolbruggarage 24 uur per dag opengaat. Ook mindere, maar efficiëntere inzet van de parkeercontro- le vinden wij een stap, die de goede richting uitgaat. Nog maar al te vaak hoor je dat de parkeercontroleurs de consumenten in hun ogen onredelijk straffen. Hoewel ook de VVD vindt dat regels gerespecteerd dienen te worden, moet handhaving hiervan op een manier kunnen die minder kwaad bloed zet. Het parkeerbeleid, zoals dat nu voor ons ligt, ziet er wat dat betreft in ieder geval hoopvol uit. De manier waarop de wethouder de mening van alle betrokkenen heeft laten meetellen in zijn besluitvorming, verdient een pluim. Eindelijk is er rekening gehouden met zowel bewoners, als ondernemers, als gehandicapten en alle andere betrokkenen. Het gevolg is dat onder alle betrokkenen een bepaald draagvlak is, waarop dit beleid kan gaan steunen. Voor het laten slagen van de verbeterde parkeersituatie is goede voorlichting van vitaal belang. Wij vragen het college om dit bij de uitvoering goed en zorgvuldig aan tepakken. Dan nog een kritische blik op de toekomst. Begin dit jaar is er in deze raad het nodige te doen geweest over het parkeerbeleid. Wij hadden toen het probleem dat we al enkele maanden in 1997 zaten, terwijl de tarieven voor dat jaar nog moesten worden vastgesteld. Dit maakte het helaas onmogelijk om, zonder gaten te schieten in de begroting, een vriendelijker parkeerbeleid te maken, hoe graag wij dat ook wilden, mijnheer Gemmeke. Op dit moment wordthet parkeerbeleid voor 1998 vastgesteld en, zoals ik al eerder heb aangegeven, is de VVD hier zeer blij mee. Wij moeten echter niet alleen kijken naar 1998, maar ook naar wat daarna komt: 1999 en verder. Er moet voor het complete parkeerbeleid een lange termijnplanning komen, die rekening houdt met het belang van alle betrokkenen. De Middellaan-garage biedt in het huidige voorstel nog maar plaats aan 500 auto's, in plaats van de eerder voorgestelde 700. Hoe moet dat nu, als blijkt dat het nieuwe beleid zo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 676