18 DECEMBER 1997
677
succesvol is, en dat mogen wij hopen, dat wij deze 200 extra parkeerplaatsen toch nodig hebben?
Daarnaast is de VVD van mening dat het experiment van park and pendel, dat komend jaar gaat
worden gehouden, moet worden gezien als bijdrage aan het parkeerprobleem voor met name de
toekomst. Wij moeten ons realiseren dat het publiek nog moet wennen aan dit systeem en dat een
hoop mensen door onwetendheid hiervan nog niet optimaal gebruik zullen maken. Ook zal er op
en langs de A16 beter moeten worden aangegeven waar men het beste kan parkeren. Dit om
zoekend verkeer in de binnenstad zoveel mogelijk te vermijden. In De Stem werden vandaag de
eerste uitslagen gepubliceerd van de burgerenquête, waarin duidelijk wordt aangegeven dat eenderde
last heeft van herrie van motorverkeer en dat de burgers dan ook voorstander zijn van het
terugdringen van de automobiliteit. Aan de andere kant geeft meer dan de helft aan de wagen niet
te laten staan. Met andere woorden: zonder een kwalitatief goed, comfortabel en betaalbaar
alternatief krijg je de burgers de auto niet uit. Het terugdringen van het autoverkeer is dan ook
niet de oplossing van het probleem. Met name in de toekomst zal dit feit een belangrijke rol gaan
spelen. Zonder alternatief voor de auto is terugdringen een utopie. Wij hebben het al vaak gezegd
en wij blijven erop terugkomen. Het parkeerbedrijf hoeft geen winst te maken. Het past niet in
het beleid om de stad leefbaar te houden. Daarin past het nu niet, en ook niet in de toekomst. De
1 miljoen winst kan beter worden besteed aan eerdergenoemde zaken als park and pendel of
als dekking van de kosten van het achteraf betalen op de parkeerterreinen, wat nu maar gedeeltelijk
haalbaar is. Bij het maken van een lange termijnbeleid dient hiermee serieus rekening te worden
gehouden. Kortom, wij vragen het college om op korte termijn te gaan nadenken over de lange
termijn. Een stad met karakter bereik je niet zomaar. Daar moet je wat voor doen.
De heer SCHREINER
Allereerst dank dat dit raadsvoorstel is aangepast. Wij praten nu tenminste niet meer over beheersing
van de automobiliteit, maar over het terugdringen van de groei van de automobiliteit. Het vaststellen
van de parkeertarieven is op dit niveau een goede zaak, alhoewel deze tariefsverlaging pas is
gekomen nadat er het afgelopen jaar flinke kritiek was geweest nadat de tarieven voor 1997 fors
hoger werden. Deze verlaging is nog maar een deel van de verhoging van begin dit jaar. Er komt
nu door deze tariefsverlaging minder geld in kas, en er zal dus op andere zaken moeten worden
bezuinigd. U lost dit gedeeltelijk op door de geplande parkeergarage in de Middellaan met 200
parkeerplaatsen te verkleinen en andere efficiency-maatregelen. Toch blijft nog overeind de 1
miljoen taakstelling, die blijkbaar ook nog is geïndexeerd. Op deze taakstelling komen wij nog
terug bij de behandeling van de Kadernota 1999. Breda "97 heeft reeds meerdere malen gevraagd
om park and pendel. In uw voorstel staat dat u voornemens bent om proeven te nemen op
Carnavalsmaandag en op de zondag van de Singelloop. Wij zijn met deze eerste proefneming al
wat op de goede weg. Wij vragen ons echter af of deze geplande dagen wel zo goed zijn. Op deze
twee dagen is er in de binnenstad toch al geen doorkomen aan. Breda '97 vraagt het college dan
ook of er naast deze twee geplande dagen ook proeven met park and pendel kunnen worden
genomen op andere dagen. Tevens vragen wij u om een zeer goede voorlichting. Wij hopen dat
deze voorlichting in de commissie S&M wordt besproken, voordat deze proeven gaan worden
genomen, zodat het algemeen in Breda en in de regio bekend is dat Breda deze proeven gaat nemen
met park and pendel. De laatste vraag van Breda '97 is: waarom gaan deze tarieven pas op 1 maart
aanstaande in?
Mevrouw VAN WEEZEL
Naar aanleiding van de concrete onderdelen in het hier voorliggende voorstel vraagt u ons onze
gedachtenvorming omtrent mobiliteit en parkeren in de breedte. Vandaar het volgende. De
parkeertarieven op zich vormen geen losstaand beleid. Het betreft een beleidsinstrument, behorende
bij het integraal verkeers- en vervoersbeleid, wat is samengesteld naar aanleiding van onder andere
het rijksmobiliteitsbeleid. In het rijksmobiliteitsbeleid zit het nationaal milieubeleid verweven,
evenals het gemeentelijk milieubeleid in het gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid is verweven.
In de ontwikkeling naar het Parkeerplan hebben wij, de Partij van de Arbeid, steeds gewezen op
dit brede perspectief, en de uitgangspunten die daaraan zijn verbonden. Het gaat tenslotte bij het
Parkeerplan om het integraal verkeers- en vervoersbeleid, wat rust op twee pijlers. Enerzijds het