18 DECEMBER 1997 678 parkeerbeleid met de onderdelen parkeerfaciliteiten, parkeertarieven en gemeentelijke fietsenstallin gen, anderzijds de ontwikkelingenvan alternatieven, zoals openbaarvervoerenfietsvoorzieningen. Wanneer je nu het ene voortvarend ontwikkelt en het andere met een zekere terughoudendheid benadert, dan creëer je een onevenwichtig beleid, dat vroeg of laat zal sneuvelen. Aangezien de doelstellingen, casu quo uitgangspunten zeker nog niet zijn bereikt, zouden wij dit zeer betreuren. Wij waren dan ook zeer verheugd dat in het uiteindelijke raadsvoorstel betreffende de parkeertarie ven voor 1998 deze in een breder kader werden geplaatst. We betreurden het echter dat er ineens werd gesproken over beheersbaarheid van de automobiliteit, in plaats van het terugdringen van de groei van de automobiliteit. Bij beheersbaarheid spreek je toch over een subjectief criterium, waarmee je alle kanten op kunt. Terwijl men in de uitgangspunten, die zouden blijven gehandhaafd, objectieve criteriahanteert, dietevens zijnopgenomeninhetGMP-2. DeuitvoeringvanhetGMP-2 is toch op haar beurt weer opgenomen in het programakkoordToen wij gisteravond het gewijzigde voorstel ontvingen, waarin beheersbaarheid was vervangen door het aloude terugdringen van de groei van de automobiliteit, konden wij dan ook pas zeggen: ja, nu kunnen wij akkoord gaan. Wij gaan er vanuit dat wij over de uitgangspunten verder geen discussie meer hoeven te voeren. Niettemin hebben wij nu nog een enkele vraag. U zegt ons toe met voorstellen te zullen komen ten aanzien van de ontbrekende delen openbaar vervoer en fietsgebruik. Hoe hard is deze toezegging? Is er al iets ontwikkeld? Zijn er al afspraken gemaakt met de wethouder Ruimtelijke Ordening, en wanneer kunnen wij deze voorstellen verwachten? Afsluitend wil ik hier nogmaals zeggen dat het ons uiteindelijk gaat om een evenwichtig verkeers- en vervoersbeleid. De heer VAN DER WESTERLAKEN Het parkeertarievenbeleid is een onderdeel van het verkeersbeleid. In de nota's Navigeren in Parkeren en Parkeerbeheer zijn door de raad van Breda de uitgangspunten voor dit beleid vastgesteld, namelijk het terugdringen van de automobiliteit, het versterken van de bereikbaarheid van het centrum en het garanderen van de leefbaarheid in het centrum. In deze nota's staat dus uitdrukkelijk het terugdringen van de automobiliteit, en niet het beheersen van de automobiliteit, zoals in de vorige notitie in de commissie aan de orde was en er staat ook niet het terugdringen van de groei van de automobiliteit, wat in het voorliggende voorstel staat. Dit is een fundamenteel verschil en daarmee kunnen wij niet akkoord gaan. Voor D66 zijn uw voorstellen tot verlaging van de parkeertarieven in strijd met dit uitgangspunt, namelijk het terugdringen van de automobili teit, en dus ook in strijd met het GMP, waarin dit ook letterlijk zo staat verwoord, en ook in strijd met het Milieuprogramma 1998, dat wij zojuist hebben vastgesteld. De historische binnenstad van Breda dreigt dichtte slibben. De toenemende verkeersstroom vraagt om parkeervoorzieningen, maar die kunnen nietonbeperkt en onvoorwaardelijkworden aangeboden. Dat zou destroom auto's nog verder doen toenemen en de binnenstad bedreigen, in plaats van bedienen. Uit een ANWB- onderzoek blijkt dat de meeste grote steden een parkeertarief hanteren van tussen de 2,50 en 4, per uurWat dat betreft loopt Breda dus niet uit de pasLandelijk onderzoek heeft aangetoond dat het parkeertarief geen grote rol speelt bij de keuze van een winkelomgeving door de consumenten. In rangorde komen de tarieven op de achtste plaats, na bijvoorbeeld het aanbod van winkels, kwaliteit, variatie, netheid, veiligheid en zelfs nog na de beschikbaarheid vanparkeer plaatsen. D66 wil eerst alle elementen van het Parkeerplan 1998 op tafel hebben om een integrale afweging te kunnen maken hoe de 655.000,--, die nu voor de verlaging van de parkeertarieven worden gebruikt, het beste kunnen worden ingezet. Wij zijn er voorstander van om meer middelen in te zetten voor openbaar vervoer en voor fietsvoorzieningen. De autoluwe binnenstad zien we in steeds meer grote steden op het programma staan. Daarbij hoort ook een verscherpt parkeerregi- me. Die boodschap moeten wij durven brengen. Dan doe je recht aan de belangen van een stad met karakter. Uit de burgerenquête, zoals een vorige spreker ook al aanhaalde, is gebleken dat het merendeel van de burgers voorstander is van terugdringing van het autogebruik in de stad. Ik heb eigenlijk nog een vraag. Op bladzijde 4 staat dat, wanneer wij op termijn de Gedempte Haven openen, een gedeelte van die garage in te richten als fietsenstalling. Dat is mij niet geheel duidelijk. Het zou misschien kunnen gaan over waterfietsen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 678