18 DECEMBER 1997
693
De heer KWISTHOUT
Dat u machtig bent als college bestrijd ik niet. Ten opzichte van de raad vind ik u zelfs te machtig.
Maar ik vind wel dat u de
Wethouder OOMEN
Ik bedoel het niet in relatie tot uw raad, want dat is een andere zaak. Ik bedoel als het gaat om
kennis van zaken en als het erom gaat om bepaalde zaken met enige drang naar voren te brengen.
De heer SCHRODER
Voorzitter, ook even een interruptie. De heer Oomen als CDA-man zou het zich moeten aantrekken
dat ook God er zeven dagen over heeft gedaan, maar die is wel op de eerste dag begonnen, en
niet op de laatste dag.
Wethouder OOMEN
Ik denk, mijnheer Schroder, dat u inderdaad op achterstand ligt. Ik ben van het CDA en heb
daardoor regelmatig contact met boven. Misschien iets meer dan u, maar goed, ik weet dat niet
zeker.
De heer VAN DER HULST
Onze Lieve Heer deed er namelijk zes dagen over.
De VOORZITTER
De zevende dag is nu aangebroken, dus ik wil tot besluitvorming overgaan.
De heer GEMMEKE
Ik heb toch nog een antwoord tegoed van de wethouder op mijn vraag naar de doorwerking van
de 35,ecotax van dit Kabinet op de lasten voor de burgers in 1998. Weet u daarvan iets meer?
Wethouder OOMEN
Ik zal proberen om het antwoord te geven zoals dat thans bij het college bekend is. De mensen
die namens Breda in de Gewestraad hebben gezeten kunnen dat nog veel beter doen dan ik.
Misschien dat een van u mij daarbij kan ondersteunen. Het is zo, dat er drie afvalstromen zijn:
brandbaar, niet brandbaar en de rest. De belastinginspecteur heeft op dit moment nog geen uitspraak
gedaan over die 35,—. Er wordt 35,— opslag op de brandbare afvalstroom voorgesteld. Neemt
de inspecteur dat over, dan klopt dat volledig binnen het voorstel dat thans voor u ligt. Is het zo,
dat de inspecteur meerdere categorieën aanwijst, dan zal er opnieuw overleg moeten plaatsvinden.
De inbreng van de Bredase delegatie binnen het Stadsgewest, naar ik heb begrepen, was dat al
het mogelijke moet worden gedaan om, mocht dat het geval zijn, de extra kosten te regelen binnen
de reserves van het Stadsgewest. Maar misschien kan de voorzitter hierop nog een aanvulling geven,
want ik weet niet of dat voorstel is overgenomen. Ik dacht dat hiervoor een ander voorstel in de
plaats was gekomen.
De VOORZITTER
In het Stadsgewest is afgesproken dat geprobeerd wordt om het bedrag, dat erbovenop komt, dus
die 35,— belasting, waarover de Eerste Kamer overigens nog moet beslissen, zodanig te spreiden
over de beide afvalstromen brandbaar en niet-brandbaar, dat het bedrag in ieder geval niet boven
de 210,— uitkomt. Overigens is er een indringende brief vanuit het Stadsgewest naar de Eerste
Kamer gestuurd om hiertoe niet over te gaan. Het hangt inderdaad af van de belastinginspecteur
of hij daarmee instemt, want het is een belastingmaatregel. De verwachting is dat dit wel gebeurt
en dat wij dus niet boven die 210,- uitkomen, indien de Eerste Kamer besluit zoals wij hopen
dat er niet zal worden besloten. Dat is de stand van zaken.