18 DECEMBER 1997 696 beetje verlaagd. Daarvoor moetje dan juichen. Dat geldt tevens voor de afvalstoffenheffing, die eerst wordt verhoogd en dan verlaagd. En het derde voorstel is nu dit verhaal over het armoedebe leid. In wezen was er zes zeven jaar geleden nauwelijks een armoedebeleid nodig, omdat er geen armoede was. Het wordt gewoon veroorzaakt door allerlei beleidsmaatregelen uit Den Haag. Ik kan mij nog herinneren dat er een tijd was, waarin steeds werd gezegd dat de gemeenten geen inkomensbeleid mochten voeren. Dat zou wel in Den Haag gebeuren. De effecten daarvan zijn duidelijk merkbaar geworden. Vooral de kinderen zijn zwaar de dupe geworden van het beleid dat in Den Haag is gevoerd. En nu, tegen de verkiezingen, worden er wat cadeautjes gegeven om iets te doen aan het armoedebeleid, zoals dat inmiddels wordt genoemd. Mevrouw HEERKENS Ter interruptie. Ik protesteer tegen dit soort uitlatingen. Als u bij de Participatieraad was geweest, die een aantal groeperingen vertegenwoordigt die u toch ook een warm hart toedraagt, dan had u kunnen horen dat zij op zich best onder de indruk zijn van het totale armoedebeleid, waaraan wij in Breda toch al jaren werken. Het heette eerst minimabeleid, maar volgens mij bent u zich nog steeds aan het inwerken in de commissie SAW, dat laat u tijdens iedere commissievergadering blijken. De heer BOER Dit is dan geen commissievergadering, maar het is de raad. In de commissie het ik dit duidelijk anders gezegd en anders bedoeld, om aan te geven datje meer moet informeren dan dit voorstel doet. Ik blijf bij mijn uitspraken dat een jaar of zeven, acht geleden er geen armoedebeleid nodig was, omdat die armoede er niet was. Nu wordt armoedebeleid gepropageerd en aangemoedigd. Dan kan de Participatieraad daar blij mee zijn, maar dat zullen ze ook wel moeten zijn, want nu is er inderdaad echt dieptrieste armoede. Een miljoen mensen leven onder het bestaansminimum, en daaraan wordt mondjesmaat iets gedaan. Daar mag je dan blij mee zijn, maar eigenlijk had dit probleem nooit mogen ontstaan. Dan was dit allemaal niet nodig geweest. Hetzelfde geldt voor de werkgelegenheid. Wij hebben steeds gezegd dat de vroegere 25%-regeling, waarbij mensen met een minimuminkomen zelfstandig werk mochten zoeken en daarvan dan 25 mochten houden een veel beter beleid was, omdat ook het werken binnen de commerciële branche werd meegeno men. Nu kennen we Melkert 1, Melkert 2 en Melkert 3 en misschien krijgen we straks ook nog Melkert 4 en Melkert 5. Die banen maken dat niet mogelijk en dat vinden wij bijzonder jammer. Er zijn ontzettend veel regeltjes bijgekomen die er vroeger niet waren. Toen kon men gewoon zelf een aantal zaken regelen. Het gaat er toch om dat men zelf wat doet. Maar nu worden eerst de handen gebonden en dan laat men de mensen springen om vervolgens te zeggen: wat spring je toch raar. Dat wijzen wij af. Wij zijn niet blij met dit voorstel, het is ons veel te mager. Wethouder VAN RAAK De heer Ü?erler wijst terecht op de toenemende problematiek, die wij in de categorie D aantreffen. Wij kondigen in ons Beleidsplan een onderzoek aan. Wij proberen ook, en dat komt straks met betrekking tot de nota Arbeidsmarktbeleid aan de orde, binnen het RBA anderen te interesseren voor de groep, om te kijken of wij met een wat bredere aanpak iets voor die groep kunnen betekenen. De harde kern van onze uitkeringsgerechtigden zit in de categorieën C en D, maar D is met name problematisch. Ik ben blij met de steun van het CDA met betrekking tot dit onderzoek. Ik ben ook blij met debetrokkenheid van de Participatieraad. Dit was het eerste advies dat door de Participatieraad is gegeven. Zij hebben het voorstel uitgebreid becommentarieerd. Ik ben heel blij met de door hen gemaakte opmerkingen. De voornaamste opmerking van de zijde van de Participatieraad was, dat zij te weinig of nauwelijks maatregelen met betrekking tot het armoedebeleid zagen. Dat komt nog aan de orde. Daarmee kom ik tegelijkertijd op een vraag van de heer Schroder en van mevrouw Heerkens. Ik begrijp natuurlijk uw pleidooi voor wat betreft de integraliteit. Ik denk dat een aantal aspecten sectoraal of categoraal op korte termijn nog wordt aangeboden. Wij komen nog met het werkgelegenheidsverhaal in de nota Arbeidsmarktbeleid. Die nota komt er aan en hierin wordt ingegaan op de werkgelegenheidsaspecten, de samenwerking met Economische Zaken, de scholingsaspecten, de autonome groei van de werkgelegenheid en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 696