18 DECEMBER 1997
701
De heer SNIER
Mijn tweede en laatste opmerking gaat over de sociale en personele aspecten. Ik zou ook in het
verdere traject van de ontmanteling van het Stadsgewest in belangrijke mate aandacht willen vragen
voor die personele en sociale aspecten voor het personeel van het Stadsgewest.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Wij kunnen kort zijn. Er is al het een en ander over dit onderwerp gezegd. Ook wij zijn voor de
opheffing van het Stadsgewest, maar er zullen toch samenwerkingsverbanden moeten worden
gecontinueerd. Wij hebben daarvoor een aantal lijnen, zoals u die voorstelt. Maar in de praktijk
is het vaak toch nog iets anders. Voor alle duidelijkheid wil ik hier zeggen dat ook wij alleen voor
een secretarieel bureau zijn, dat zich niet bezighoudt met beleidsinhoudelijke zaken. Wij willen
aan u ook aandacht vragen voor de sociale afwikkeling voor het huidige personeel bij het
Stadsgewest.
De heer BOER
Het lijkt een beetje op: het gewest is dood, leve het gewest. U doet uw best om toch weer iets
terug te krijgen wat er een beetje op lijkt. Vandaar, dat u niet anders dan vaag kunt zijn in de
stukken daaromtrent. Wij denken toch dat er veel grootser moet worden gedacht. Een provincie
Zeebrabant bijvoorbeeld, of nog verder: een regionale provincie van Zeebrugge tot aan Hoek van
Holland. Want anders komt u er niet uit. Voor wat de nabije toekomst betreft zal dat geen soelaas
bieden en het blijft dus modderen in de marge. Maar op de lange termijn, en dan bedoel ik vóór
2050, zal er zeker iets dergelijks moeten zijn, want anders komen wij zeker in de problemen in
deze regio. Ik denk dat Breda genoeg belangen heeft om het voortouw te nemen tot beslissingen
in deze richting. De landsgrenzen zullen gaan verdwijnen, ik heb dat al vaker betoogd, de macht
van Den Haag brokkelt steeds meer af, totdat het niets meer is dan een normale stad of de hoofdstad
van de provincie Zuid-Holland. De Euroregio's zullen steeds belangrijker worden. Ik denk dat
wij daarop moeten inzetten. Voorlopig kunt u dat niet. U zal moeten roeien met de riemen die
u heeft. Maar ik hoop dat u met alle kracht zult werken aan een veel verdergaande samenwerking
voor wat betreft heel deze Euroregio, die zo belangrijk is voor Breda.
De VOORZITTER
Ik wil graag antwoord geven op de gestelde vragen. In zijn algemeenheid constateer ik dat u het
in grote lijnen eens bent met het raadsvoorstel. De opmerking dat het nog wat vaag en niet helemaal
in details is uitgewerkt, is juist. Dat heeft te maken met het feit dat het voorstel van het dagelijks
bestuur van het Stadsgewest in de gemeenten is gedropt met het verzoek om dit vóór 1 januari
te bespreken. Dat is het tijdpad dat wij vorig jaar op 1 januari hadden uitgezet. Wij hadden vooral
in de richting van het personeel beloofd dat wij ons daaraan zouden houden. Dat lukt ook zo goed
als zeker. Het Stadsgewest denkt half januari alle reacties binnen te hebben. Hier wordt niet zomaar
ja gezegd tegen een DB-voorstel. Het slagveld is nog maar beperkt, om het zo uit te drukken, tot
het zogenaamde transparante bureau. Dat is een term die wij ooit hebben gebruikt, maar die
eigenlijk niet geheel goed weergeeft wat daarvan de bedoeling is. Ik wil u nog graag even uiteen
zetten wat daarvan, in de zin van dit voorstel, de bedoeling is. In de zin van dit voorstel betekent
het dat er bij één van de gemeenten, uiteraard kan dat Breda zijn of misschien zelfs meerdere
gemeenten, maar primair één gemeente, een soort samenwerkingsbureau beheersmatig wordt
aangehaakt. Beheersmatig en inhoudelijk sturend. Dus wat gaan die mensen doen? Het is de
bedoeling dat dit gebeurt door de samenwerkende partners, zijnde dus de voormalige gemeenten
in het Stadsgewest, waarvan de portefeuillehouders Middelen of Algemene Zaken die aansturing
zullen doen. Wij moeten nog even bekijken wat het meest adequaat is. Het komt er dan op neer
wat die mensen zullen gaan doen en hoe je dat financieel afwikkelt. Alles overigens binnen de
afspraak die wij nu maken. Ik heb begrepen dat enkele andere gemeenten die nu al een standpunt
hebben bepaald, ook op de lijn zitten van het voorstel dat wij nu indienen, dus ik heb de goede
hoop dat dit er ook wel uitkomt. Daarom is het heel verstandig om even te melden wat dat wordt.
Het wordt een bureau, waarbij de medewerkers niet uitsluitend een secretariële functie hebben
van notulist en het typen van brieven. Het is ook niet beleidsondersteunend, dus het is niet zo dat,