18 DECEMBER 1997 707 Mevrouw LAMERS Ik heb eigenlijk geen opmerkingen over het huisvestingsprogramma en ik wil mij beperken tot het onderdeel Montessorischool. Hiervoor hebben wij ook in de commissie een voorbehoud gemaakt. Voor en tijdens de commissievergadering van 2 december bleek er een diepgaand verschil van mening te bestaan tussen het college en het bestuur van de Montessorischool over het bedrag dat nodig is om de gebouwen aan het Van Almondepad en de Jan Nieuwenhuyzenstraat aan te passen voor het Montessori-onderwijs. Dat meningsverschil resulteerde aanvankelijk in een verschil in ramingen van bijna 1,9 miljoen en inmiddels is dat teruggebracht tot 1,3 miljoen. Die 1,3 miljoen betreft dan de mate van aanpassing van het gebouw aan het Van Almondepad. Het college vindt die aanpassing niet noodzakelijk, het schoolbestuur vindt van wel, en beiden worden in hun standpunt gesteund door externe adviseurs. Vooral vanwege het gelijkheidsprincipe en de precedentwerking is het CDA van mening dat deze kwestie een zeer zorgvuldige aanpak vereist. Wij zijn dan ook blij met het resultaat van het overleg tussen de wethouder en het schoolbestuur over de procedureafspraak die is gemaakt. Het huisvestingsprogramma 1998 kan door de raad worden vastgesteld. Vervolgens zal beoordeling, casu quo toetsing van het voorlopig ontwerp door het schoolbestuur plaatsvinden. Daarna volgt overleg met het schoolbestuur over de resultaten van die toetsing. Op grond van de toetsing zal dan een beschikking worden afgegeven door het college, waarin gemotiveerd moet worden aangegeven waarom bepaalde voorzieningen niet nodig zijn. Hiertegen kan het schoolbestuur dan eventueel weer in beroep gaan. Het verheugt ons dat beide partijen bereid zijn, indien daarvoor goede redenen zijn, om water bij de wijn te doen. Het schoolbestuur is bereid om eventueel het ontwerp aan te passen en het college is bereid om, indien noodzakelijk, het budget aan te passen als blijkt dat het schoolbestuur geheel of gedeeltelijk gelijk heeft. Wij hopen dat er begin volgend jaar een voor beide partijen bevredigende oplossing wordt gevonden. Wij gaan er vanuit dat de commissie over deze kwestie nauwgezet wordt geïnformeerd. Wij hebben nog een vraag voor wat de toetsing betreft. Wie toetst er? Gebeurt dat intern of extern? Gelet op het grote verschil in uitgangspunten en in de financiële ramingen lijkt het ons niet onverstandig om dat extern te laten doen. De heer BAUINGS In de commissie is uitgebreid gediscussieerd over de onderwijsvoorzieningen. Net zoals enkele andere partijen hadden wij over het algemeen weinig problemen met het programma, uitgezonderd de kwestie van de Montessorischool. De VVD heeft toen ook aangegeven akkoord te gaan met het huisvestingsprogramma, exclusief de onderdelen die betrekking hadden op de Montessorischool. Tussen de raming van de wethouder en de raming van de school zelf zat, zoals inmiddels bekend is, een verschil van bijna 2 miljoen. De kwestie draait erom hoe de huisvesting van de school er uit moet zien om op een acceptabele manier te kunnen werken. De VVD-fractie is van mening dat zij niet genoeg is geïnformeerd om hierover een goed oordeel te kunnen vellen. Het enige wat wij zouden kunnen doen is kijken of de verschillende voorwaarden, verordeningen, wettelijke eisen, kengetallen en methoden om te komen tot een bepaalde vorm van huisvesting, goed zijn gehanteerdDit geldt zowel voor de begroting van de gemeente als voor de begroting van de school Tijdens de commissievergadering hebben wij hierover helaas geen duidelijkheid gekregen en wij betreuren dat. Wij zijn van mening dat het huiswerk beter had kunnen worden gedaan, mede ook omdat al veel langer bekend was dat hier een groot probleem lag en naar ons idee nog steeds ligt. Uiteindelijk is aan de voorzitter van de commissie gevraagd om alsnog haar best te doen om er met het schoolbestuur uit te komen. Het resultaat hiervan heeft voor ons erg lang op zich laten wachten, maar uiteindelijk kregen wij het gisteravond laat in de brievenbus, waarbij het stuk zat vastgeniet achter een ander agendapunt. Graag hadden wij deze stukken reeds bij de commissiever gadering gehad. Dat had een hoop vragen en twijfels kunnen voorkomen. Al met al verdient de behandeling van dit onderwerp beslist geen schoonheidsprijs. Met eerdergenoemde en later gekregen uitleg kan de WD-fractie uiteindelijk toch akkoord gaan met het voor ons liggende voorstel, hoewel wij niet volledig overtuigd zijn van het gelijk van het college. Dit alles echter op voorwaarde dat, naar aanleiding van het overleg met het schoolbestuur over de planbeoordeling, bijstelling van de budgetten zou kunnen plaatsvinden. Ik wil evenals het CDA vragen om de commissie van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 707