6 FEBRUARI 1997
88
TWEEDE TERMIJN
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Zonder de hele commissie te willen overdoen, zie ik graag dat in de notulen wordt opgenomen
dat mevrouw Van Beusekom aan de bewoners een hekwerk belooft.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Mevrouw Croft, u kunt het op vele manieren stellen en vragen. Maar zo'n belofte doen wij niet.
Akkoord.
III. RONDVRAAG
De heer BOER
Wij beginnen ons zorgen te maken over de woningbouw op steeds verder gelegen afstand van het
centrum. Dat gaat zo rond de tien kilometer worden. Wij hebben er herhaaldelijk op aangedrongen
om een plaats te onderzoeken die zo dicht bij het centrum ligt, datje er met stenen naar kan gooien.
Wij bedoelen dan speciaal de locatie van de suikerfabriek. Wij vinden dat de suikerfabriek moet
worden aangepakt en dat moet worden bekeken wat wij daar kunnen doen in het kader van
woningbouw in de stad. Ook in het kader van milieu is dit van belang. Men hoeft dan niet meer
naar de stad te rijden, want de afstand kan worden gelopen. Dus ook GroenLinks zal hiervan
voorstander zijn.
De VOORZITTER
Uw concrete vraag is
De heer BOER
Mijn concrete vraag is om te onderzoeken of het mogelijk is om woningbouw te gaan plegen op
het terrein van de suikerfabriek, om dat hele gebied in ontwikkeling te brengen. Het is een gi
gantisch terrein midden in de stad.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJ ER
Ik zou willen dat eens wordt bekeken hoe op dit moment de parkeersituatie is bij NAC. Als de
wedstrijden straks weer gaan beginnen is er een gigantische overlast van auto's die her en der staan
geparkeerd. Als u nu gaat kijken, ziet u dat alle stoepranden naast het fietspad er helemaal zijn
ingereden, omdat auto's consequent op het fietspad staan geparkeerd. De bewoners hebben er steen
en been over geklaagd. Ik denk dat wij in ieder geval betere afspraken moeten maken over dat
parkeerprobleem. Tegen foutparkeerders in de binnenstad wordt ook opgetreden. Bij NAC wordt
ten tijde van wedstrijden absoluut niet opgetreden. Het is een gigantische parkeerpuinhoop. Ik
wil graag van het college horen hoe dat kan worden opgelost.
De VOORZITTER
Uw vraag is duidelijk. U krijgt binnen de daarvoor gestelde termijn een schriftelijk antwoord op
deze vraag. Ik constateer dat wij aan het einde zijn van deze vergadering. Mag ik u prettige
carnavalsdagen toewensen?