27 FEBRUARI 1997 99 Akkoord, met de aantekening dat de fracties van de Parel van het Zuiden en de SP geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. 38. AANPASSING VAN DE TARIEVEN- EN KOSTENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PARKEERBELASTINGEN BREDA 1992. De heer GEMMEKE Dit collegevoorstel beoogt in essentie een aanpassing van de parkeertarieven 1997, het jaar waarin we nu leven. Daartoedoetuwcollegeeen aantal voorstellen, waarmee het CDA wel op hoofdlijnen, maar niet in alle opzichten kan instemmen. Ik kom daarop straks nog terug. Voordat ik daaraan toekom wil ik eerst het accent leggen op de plannen voor de toekomst. In de deel motiveringen en toelichtingen, die wij bij dit voorstel aantreffen, merkt u in de delen E. en H. als het ware terloops op opdracht te hebben gegeven voor het opstellen van een Parkeerplan, waarin een aantal tariefscenario's vanaf 1998 wordt opgenomen. Het college presenteert daarbij een zestal denkrich tingen die buitengewoon interessant zijn, te weten financiering vanuit andere gemeentelijke middelen dan nu de gewoonte is, een andere besteding van de beruchte 1 miljoen taakstelling vanuit het Parkeerbedrijf, het multifunctioneel gebruik van bestaande parkeerplaatsen, de optimalisering van de bedrijfsvoering van het Parkeerbedrijf, verheldering in de relatie tussen parkeertarieven versus de economische bedrijvigheid in de binnenstad en als laatste het vooraf dan wel achteraf betalen van parkeerbelasting. Mijns inziens is dan ook de conclusie gewettigd dat ons een interessant, misschien wel revolutionair voorstel te wachten staat, dat zou kunnen resulteren in een koerswijzi ging van het parkeerbeleid in Breda. Misschien is daaraan nog een zevende denkrichting toe te voegen, namelijk om te bezien of het mogelijk dan wel wenselijk zou zijn om het Parkeerbedrijf te privatiseren. Wij zien het in het vooruitzicht gestelde parkeerplan dan ook met grote belangstel ling tegemoet. Ik heb op dit moment daarover een vraag. Kan het college bij benadering aangeven wanneer dit Parkeerplan het licht gaat zien? Verder vernemen wij graag of de eerder in het vooruitzicht gestelde maatregel Parkeer en Pendel nu op korte termijn tot uitvoering komt, of wordt deze maatregel meegenomen inhetzojuistgenoemde Parkeerplan? Heefthetcollegehierbij plannen met de parkeerfacil iteiten bij het N AC-stadion? Realiseert het college zich overigens dat het Parkeer en Pendel-systeem een ongewenste bedreiging voor het openbaar vervoer kan betekenen? Ik denk hierbij aan datgene wat we straks nog te bespreken hebben ten aanzien van de pilotprojecten openbaar vervoer Bavel en Prinsenbeek. Hoe denkt het college dit te kunnen voorkomen? Wij hebben kennis genomen van het verzoek van de S.G.P.B. om gebruikers van invalideparkeerkaarten overal in de stad gratis te laten parkeren. In andere gemeenten schijnt dat te kunnen. Bent u bereid deze faciliteit ook in Breda te realiseren? Op nog een ander terrein willen wij onze zorg aan u voorleggen. Hoe staat het met de bereikbaarheid van het oude stadhuis voor bruidsparen en hun gevolg? Is het juist dat bruidsparen cum suis een deel van de feesttocht te voet moeten afleggen, omdat hun auto's niet op de Grote Markt mogen komen? Kunnen wij accepteren dat Bredase bruidjes in hun feestelijke jurkjes door storm, wind en regen moeten proberen het Stadhuis netjes te bereiken? Ik wil terugkomen op datgene waarom het in feite gaat, namelijk de parkeertarieven 1997. Zoals gezegd kan het CDA het collegevoorstel op hoofdlijnen wel volgen. Toch willen wij een uitzondering maken voor het dagtarief in het tariefgebied D. Het college stelt voor dit te verhogen van 3,~ naar 6,—. Wij willen vooropstellen dat het CDA van mening is, dat het parkeerbeleid gebaseerd dient te blijven op harmonische verhoudingen in een aantal belangen. Er zijn vele belangen, als het gaat om parkeren in de binnenstad. Dat is het milieu, dat is de ruim telijke kwalititeit van de binnenstad, dat zijn de gebruikers van de parkeerfaciliteiten, dat is de financiële taakstelling van het Parkeerbedrijf, dat kan ook niet van de wind leven, en het zijn tenslotte, last but not least, ook de ondernemers in de binnenstad. Wij vinden dat het eenzijdig verleggen van accenten in deze belangenafweging onherroepelijk leidt tot verstoring van de gewenste harmonie. Dat willen w ij voorkomenIn deze bal ansbenadering past ook de opvatting dat parkeerta rieven geleidelijk en gematigd mogen stijgen. Een stijging van 3,— naar 6,—, dus met 100%, voldoet volgens het CDA niet aan het criterium gematigd. Bovendien vinden wij dat de herinrichting van de binnenstad, die weliswaar goed vordert, toch nog een aantal ongemakken oplevert. Daarbij komt dat de D-terreinen aantrekkelijk zijn voor de bewoners uit de voormalige randgemeenten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 99