26 MAART 1998 105 Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dat doe ik, al is het misschien niet het antwoord dat u wilt, maar ik geef u antwoord. De heer SCHRODER Zou het daarmee in een iets rustiger tijdspanne kunnen worden afgewikkeld? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Neen, absoluut niet. Want dit probleem zou zich altijd hebben voorgedaan. Dus dit naar voren halen is volkomen normaal. Bij een locatie kijkje hoe je daar het gunstigste uitkomt qua geld, maar ook hoe je de Vinex-locatie qua tijd goed haalt. En u weet dat we zonder wal niet bouwen. Dus al met al blijven die zaken om elkaar heendraaien. Daarnaast spreekt u over de indianenverha len, over de hoogte. Ik wil de heer Kwisthout bedanken voor zijn opmerking over een wal van 15 meter die wordt opgetrokken. Pas op datje er nooit op zit, wantje valt eraf, en al die dingen. De een stelt het zich loodrecht voor. Bij deze wal wordt er natuurlijk een landschapper bijgehaald, zoiets ontwerp je niet zomaar. Ik kom hierop een keer terug. Wat betreft het gronddepot, het volgende. Je zult eerst de harde kern moeten storten op de betreffende plaats, want hij wordt omstreeks 15 meter hoog. Daarna kun je gaan kijken hoe je omhooggaat, en in de tussentijd ben je bezig met de landschapszaken. Dan kun je met de bevolking, zeker met de mensen die eromheen wonen, zeggen: hoe gaan we met die inrichting om? Ik vind het helemaal geen probleem om een extra communicatietraject op te zetten over de aankleding en de inrichting van de wal. Dat is iets anders dan de voetkern storten, voordat je echt omhoog kunt gaan. Dus in de tussentijd zul je moeten kijken hoe je het inricht en aanpast met de mensen aan weerszijden van de wal. Ik zeg met opzet: aan weerszijden, en niet: de voorkant en de achterkant, wat ook zo gemakkelijk wordt gezegd. Neen, het zal zo moeten zijn dat er twee voorkanten zijn. Want de wal is niet het einde van Breda, en niet het begin van Bavel. De echte grenzen liggen daar nog veel verder achter. Dus het is een tussentijds landschap, dat enerzijds het bouwen mogelijk maakt en anderzijds op een hele goede manier de A27 van het geluid kan ontdoen naar de wijk toe. Kenmerkend vond ik ook dat men in Bavel zei helemaal niet te weten hoe zo'n wal eruit ziet. Ik kan erin meevoelen, mis schien zou ik dan ook wel zeggen, als ik dat helemaal niet wist: dan ben ik voor de zekerheid op voorhand maar tegen. Maar het is ook aan ons om de uitdaging zo te leggen, dat die wal er komt. Dat moet duidelijk zijn, ik houd niet van onduidelijke verhalen. Iedereen noemt een hoogte van 15 meter. Ik heb daar ook gezegd dat de wal omstreeks 15 meter hoog wordt. We moeten met elkaar meegaan, het hebben over de inrichting, de molen, de geluidhinder, want de een heeft het over 100 kilometer, enzovoort. Dat doen wij ook bij voorbereidingsbesluiten. We hollen al zo hard dat wij bijna al weten wat voor bomen erop worden geplant. Dat is nog een lange weg. Maar ik denk dat het goed is dit met elkaar af te spreken, en dat doe ik dan ook. Ik zal u overvloedig voorzien van inlichtingen, en ik zal ook niet schuwen heel veel avondbijeenkomsten te beleggen, waarop wij het goed met elkaar erover hebben en kijken hoe het gaat. Dat beloof ik u. TWEEDE TERMIJN De heer VAN YPEREN Tijdens de voorlichtingsvergadering is heel duidelijk gesteld door een van de ambtenaren hoe de wal aan één kant eruit zag. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Mag ik even interrumperen? Het is altijd: hoe die er uit zou kunnen zien. De heer VAN YPEREN Prima. Daarmee ga ik direct akkoord. Maar ons is duidelijk aangegeven hoe dat model er dan uit zou kunnen zien. Dus de verontrusting is niet helemaal vreemd. Wat dat betreft moet iku eerlijk zeggen: dat was toen, gezien de voorlichting, begrijpelijk. Aan de kant van de rijksweg kwam een steile wand, dat was de opzet. En dat is één deel, waarover nu door u wordt gezegd: neen, wij gaan anders daarmee om. We gaan ernaar kijken dat ook die kant een acceptabele kant is. Ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 105