26 MAART 1998 106 ben blij met uw voorstel om met elkaar te gaan praten over het hele walgebeuren, voordat dat uiteindelijk een bestemming krijgt als wal definitief ten behoeve van de wijk. Als dat mogelijk is dan zullen wij niet tegen het voorbereidingsbesluit stemmen. Wij weten heel goed dat het bij elk bestemmingsplan dat we maken mogelijk is een voorbereidingsbesluit te nemen, wat wijst op zaken die, vooruitlopend op een bestemmingsplan, kunnen plaatsvinden. Dus een voorbereidingsbe sluit op zichzelfis geen probleem voor ons, neen, de in dat plan vastgestelde hoogte van 15 meter, die niet besproken was, was een probleem, plus dat we hebben gezegd: wij verwachten daarover wat meer inspraak. Wij willen het met elkaar bekijken. Dus uw voorstel dat wij daarover gaan praten met elkaar is voor ons voldoende om met dit voorstel mee te gaan. Dat mag duidelijk zijn. De heer GEUZE Ik wil me op dit moment graag in deze tweede termijn mengen. Ik had eigenlijk iets voorbereid om bij het agendapunt "Structuurvisie Breda-West" te zeggen. Het komt op het volgende neer. Wij hebben allerlei regelingen en voorstellen, zaken van verschillend gewicht. Wat mij nu stoort, en ik denk dat dat velen stoort, is dat we hier steeds met herhalingen van zetten bezig zijn. En dat vind ik inderdaad onzakelijk. Ik doe dus een oproep om daarmee op te houden. De heer Van Yperen was in de commissievergadering, we zaten naast elkaar, waar het voorbereidingsbesluit aan de orde was. Er is alle uitleg gegeven die nu weer hier over tafel moet komen. Ik houd niet van dit soort gedoe en ik hoop dat de kiezers daar ook niet naar luisteren. De VOORZITTER Er zijn er een paar in de zaal. De heer SCHRODER Het lijkt mij handig dat de wethouder zich nu nader uitlaat over het verwijt in de richting van de raad. Het verwijt dat er tendentieus in de discussie wordt gereageerd, trek ik mij aan en ik hoop dat meerdere raadsleden dat doen. Ik vind het ongepast vanuit het college, of in ieder geval vanuit deze wethouder, wanneer, zodra de mensen tegensputteren of een tegengeluid laten horen, dat dan meteen in de richting van tendentieus wordt gedirigeerd, wat ik toch een negatieve bijklank vind hebben. Dus ik zou daarop graag een reactie hebben. Verder nog één vraag: hoe zal de stemming in het college over dit voorstel zijn? Ik denk dat dit, gelet op de laatste bijdrage van de heer Van Yperen, inmiddels wel duidelijk is, maar ik hoor dat graag van u. De VOORZITTER Van mij? De stemming is unaniem hier, maar ik geef de wethouder nu verder het woord. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik denk dat het voor de discussie goed is om meteen te zeggen dat de stemming opperbest en zeer eendrachtig is, en dat iedereen graag met elkaar de wal opgaat. De VOORZITTER Beter dan het verkleinwoord daarvan. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Als ik daarnaast toch ook maar even van achteren naar voren ga werken, ik kan mij best voorstellen dat u zich aangesproken voelt als u zich ooit tendentieus heeft uitgelaten. Als dat niet zo is, dan zou ik het naast me neerleggen. Dit is echt: wie de schoen past trekke hem aan. Voor wat betreft de opmerking van de heer Van Yperen en de toch wat knorrige opmerkingen van de heer Geuze, wil ik het volgende zeggen. Mijnheer Geuze, ik heb u zeer lief, maar ik vind dat je toch in het proces ook heel blij moet zijn als je heel zorgvuldig stapje voor stapje voorwaarts zet na een goed besluit over de walVerder weet u dat het het college geen enkele moeite kost, want het is eigenlijk geen beloven, het is een absoluut normale werkwijze om zaken goed met elkaar door te nemen. Wij zijn er altijd op uit om een zo groot mogelijk draagvlak te vinden, zowel in de raad als bij de bevolking. En als het soms wat langer duurt en het helpt als je zegt: laten we daarover duchtig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 106