26 MAART 1998
De heer KWISTHOUT
Wij zijn liever trots op een stad zonder daklozen, op een stad waar de mensen voldoende woningen
hebben, waar voldoende sociale woningbouw is, et cetera. Daar kun je ook trots op zijn. Daar
zouden wij trots op zijn.
De VOORZITTER
Daar gaan we ook voor. Dames en heren, ik wil dit punt afsluiten.
Besluitvorming ten aanzien van de moties.
Motie (1), ingediend door de fractie van GroenLinks, inzake de fietsroutes, wordt verworpen,
met de aantekening dat de fracties van GroenLinks en de SP geacht wensen te worden te hebben
voorgestemd.
Motie (2)ingediend door de fractie van GroenLinksinzake de fietsenstall ingen, wordt verworpen
met de aantekening dat de fracties van GroenLinks en de SP geacht wensen te worden te hebben
voorgestemd.
Besluitvorming ten aanzien van voorstel 56 (vaststelling definitief ontwerp Chasséterrein en het
aangaan van een real iseringsovereenkomst met de Chassé BVvan burgemeester en wethouders
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, de Parel van het Zuiden, de SP en
Breda Vooruit geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
Besluitvorming ten aanzien van voorstel 57 (openbare parkeergarage Chasséterrein) van
burgemeester en wethouders.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks en de SP geacht wensen te worden
te hebben tegengestemd.
58. NOTA VOLKSHUISVESTING.
Mevrouw LAMERS
Na een zware bevalling zag de in het programakkoord aangekondigde Nota Volkshuisvesting in
november vorig jaar het levenslicht. En om de vergelijking nog maar even door te trekken, het
was naar de mening van de CD A-fractie geen wolk van een baby, die werd geboren, maar een
couveusekindje, dat nog veel zorg en aandacht behoefde. Op die eerste conceptnota heeft mijn
fractie veel kritiek geleverd en daarin stonden wij zeker niet alleen. Vooral het ontbreken van de
gegevens die nodig zijn om een goed beleid te kunnen ontwikkelen, gaf ons aanleiding om die
nota te typeren als een doorschuifnota. De voorliggende aangepaste nota is een verbetering in
vergelijking met die eerste versie. Met de reacties van de commissieleden en de externe
volkshuisvestingspartners is serieus rekening gehouden, al blijft het een kadernota die, hoewel
gebaseerd op goede beleidsuitgangspunten en beleidsvoornemens, nog steeds veel zaken
vooruitschuift. De belangrijkste verbeteringen betreffen naar de mening van het CDA de toevoeging
van het werkplan met uitwerkingen en termijnen, de betere uitwerking van de rol van de gemeente
en de corporaties en hun onderlinge relaties, de vergrote aandacht voor de ouderenhuisvesting
en de aangekondigde herziening van het opplusbeleidBij een aantal zaken hebben wij nog serieuze
bedenkingen. De belangrijkste is de ruime definitie van de kernvoorraad huurwoningen tot 882,-
per maand en koopwoningen tot 160.000,-- OZB-waarde. Is die huurgrens juist en is het terecht
om de goedkope koopwoningen volledig mee te tellen? Uit de cijfers blijkt dat het gaat om een
kwart van de kernvoorraad en het is voor ons de vraag of de doelgroep, de mensen met de lage
inkomens, de uitkeringsgerechtigden, wil en/of kan kiezen voor een koopwoning die ook veel
bijkomende kosten met zich meebrengt. Ook anderen, met name het SWOB, wijzen op deze
problematiek. Wij zouden hierover graag de mening van het college vernemen, vooral omdat de
118