29 JANUARI 1998 11 Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS Door het gewijzigde voorstel wil ik mij graag aansluiten bij de woorden van de heer Coppens. Ik vind het een nobel voorstel van mevrouw Heerkens om te vragen naar een onderzoek over de besteding van de gelden. Ik vind wel dat de gelden voor het armoedebeleid moeten worden besteed, maar dat de discussie daarover bij de Armoedenota, die toch op korte termijn kan worden verwacht, moet plaatsvinden. Wethouder VAN RAAK Ik constateer dat een grote meerderheid van de raad kan instemmen met de beleidsvoorstellen, zoals die hier in het gewijzigde raadsvoorstel op tafel zijn gelegd. Ik deel de vreugde van de SP met betrekking tot het feit dat het niet noodzakelijk is gebleken om de kosten te moeten toeschrijven in de richting van de bijzondere bijstand, zoals uit het eerste onderzoek bleek, maar nu opnieuw in de richting van de algemene bijstand kunnen worden toegeschreven. Dat betekent dat de ruimte, en dat ziet u in dit raadsvoorstel, groter is geworden. Ik constateer ook dat er in deze raad een vrij grote overeenstemming is over de besteding van de gelden en in welke richting daarvoor voor stellen moeten worden aangedragen. Op dit moment kan ik daarop niet vooruitlopen, maar ik denk dat ik in beide voorstellen, die ik aan het college zal presenteren en die het college aan u zal presenteren, uw ideeën in ieder geval zal meenemen. Met betrekking tot de vraag van mevrouw Heerkens, die ook door GroenLinks is ondersteund, over de mogelijkheden om te onderzoeken of er een extra uitkering zal komen, het volgende. U weet dat wij in het kader van het inkom- stenbeleid niet mogen spreken over een eenmalige uitkering. Die mogelijkheid wordt in andere steden op dit moment links en rechts aangeboden, en er wordt daar gesproken over een uitkering ineens. Deze terminologie wordt door het ministerie wel toegestaan. Dit heeft inderdaad de winstpunten die mevrouw Heerkens zo-even noemde, en ik denk dat ik in het verlengde daarvan ook datgene kan noemen waarvoor de heer Boer pleit, namelijk het verbeteren van de efficiency, het verkorten van procedures, het verminderen van de ambtelijke kosten. Bij de kadernota wil ik op dit onderwerp terugkomen. Zowel de heer Coppens als mevrouw Van Hasselt merkten op dat we bij het ontwikkelen van nieuwe voorstellen uitgebreid met elkaar van gedachten moeten wisselen om na te gaan of dit een begaanbaar pad is en of dit tot de mogelijkheden behoort. Ik beloof u dat u die discussie in ieder geval in de commissie krijgt, en als u dan aangeeft een bepaalde richting te willen kiezen, dan komt die uiteraard in de raad. Mevrouw Heerkens vraagt een onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een koppeling van de bestanden. Ik weet dat men in Groningen daarmee bezig is. Ik weet ook, en ik dacht in de commissie mevrouw Heerkens reeds daarop te hebben gewezen, dat de Registratiekamer tegelijkertijd Groningen op de vingers heeft getikt. Men vindt dat deze koppeling in strijd is met de Wet op de privacy. Ik weet niet of Groningen, ondanks deze correctie door de Registratiekamer, daarmee is doorgegaan. Daarover moet ik me nog laten informeren. Wij proberen wel de marges op te zoeken van het beleid, en wij hebben ook gezegd dat we eventueel bereid zijn om onze kop uitte steken, maar of het helemaal mogelijk is? Als er een duidelijk 'neen' ligt bij het ministerie van Sociale Zaken, dan denk ik dat dit pad onbegaanbaar is. Maar ik heb al eerder toegezegd, dat we willen kijken wat in die richting mogelijk is, zodat ook daar meer sprake kan zijn van automatisme en vergemakkelijking van procedures en bijgevolg minder kosten. Mevrouw Heerkens heeft voorts nog opgemerkt dat de Participatieraad over dit voorstel niet is ingelicht. Wij hebben dit voorstel wel aan de Participatie- raad toegezonden, maar omdat hier voornamelijk sprake is van bestaand beleid en omdat wij het uit een andere bron financieren, leek het ons niet nodig om over dat onderwerp te praten. Wel willen wij in het kader van de armoedeprofielen en in het kader van de evaluatie van het armoedebeleid over het nieuwe gedeelte van beleid, en we hebben daarvoor die ruimte zoals ook onderaan op pagina twee is aangegeven, de Participatieraad uitgebreid consulteren. GroenLinks pleit ervoor om de overhead, die voor een x-aantal zaken noodzakelijk is, ten laste te brengen van de extra middelen. Dat betekent dat een x-aantal andere voorstellen, dat bij de begroting is gedaan, tijdens die begrotingsbehandeling door uw raad had moeten worden gecorrigeerd. Dat heeft niet plaatsgevonden. Derhalve had ik alleen maar de mogelijkheid om de overhead ten laste te brengen van de bijdrage die de gemeente van het Rijk heeft ontvangen. Wat dat betreft zit ik gewoon met de begroting van de dienst SAW. Ik heb geprobeerd om er die onderdelen van beleid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 11