26 MAART 1998 120
nota en de uitwerkingen goed te kunnen volgen. Op de vraag, die wij hebben gesteld, of de dienst
deze taak aankan, was het antwoord ja. Wij gaan er dan ook vanuit dat dat zo is. Een gezonde
scepsis, het scherp volgen van wat er op de markt gebeurt, strakke wederzijdse afspraken tussen
de corporaties en de gemeente, en de bereidheid tot aanpassing van het instrumentarium waar dat
nodig ismoeten kunnen leiden tot een verbetering van de doelen die wij nog met nadere precisering
met elkaar moeten vaststellen. Die geluiden bespeuren wij evenzeer in de coalitie als in het
ambtelijke corps, dat in uitvoerende zin belast is met dit beleid. Daarbij wil ik het even laten.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
De behandeling in de commissie OVB en de inspraak van betrokkenen met betrekking tot de Nota
Volkshuisvesting zijn zeer intensief en uitvoerig geweest. Daarom kan ik nu kort zijn. De
uitgangspunten, aan iedereen de mogelijkheid bieden in de eigen buurt te blijven wonen in
kwalitatief goede huizen, kunnen wij natuurlijk onderschrijven. Maar er is nog zo veel onduidelijk
en er moeten nog zoveel belangrijke zaken worden onderzocht, ik denk bijvoorbeeld aan het
regionaal woningmarktonderzoek, dat ik deze nota meer zie als een richtl ijn voor het volkshuisves
tingsbeleid voor de komende jaren, waarmee flexibel moet worden omgegaan, en die steeds moet
worden aangepast als de resultaten van onderzoeken of veranderingen in de markt daarom vragen.
Ook Breda krijgt te maken met het feit dat de druk van de woningmarkt eraf is en dat de mensen
met betrekking tot het type woning hun eigen keuze zullen gaan maken. De kwaliteit gaat dan een
heel belangrijke rol spelen. Bij de ontwikkeling van de Vinex-locaties zou ik dan ook ervoor willen
pleiten om in de koopsector de kavels wat groter te maken in plaats van kleiner. Een aantal weken
geleden heeft in De Stem een artikel gestaan dat de Vereniging Eigen Huis een onderzoek heeft
gedaan, waaruit blijkt dat de kavels in de grote nieuwbouwwijken van Breda 30 procent kleiner
zijn dan op de overige plaatsen. Dit bevordert niet de kwaliteit noch het ruimtelijk effect. Tenslotte
zou ik nogmaals willen wijzen op het belang van de herstructurering van de bestaande wijken,
zodat leegloop geen bedreiging gaat vormen en deze wijken een eerlijke concurrentie kunnen
aangaan met de nieuw te bouwen locaties.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Na een moeizaam proces van voorbereiding waardoor keer op keer uitstel werd aangekondigd
in de commissie OVB, kregen wij eind 1997 de langverwachte nota. De D66-fractiespecialisten
zijn in de diverse commissies uitvoerig ingegaan op de Nota Volkshuisvesting en hebben daar
accenten gelegd als het gaat om onze visie op de volkshuisvesting in Breda voor de komende jaren.
Wij stellen het op prijs dat hiervan niet alleen integraal verslag is gedaan, maar dat een aantal van
onze opmerkingen en aanbevelingen is weergegeven in de nota. Wat D66 betreft ligt er nu inderdaad
een goede kadernota, maar het gaat ons vooral om de uitvoering daarvan. Ik zal de belangrijkste
aspecten voor D66 nogmaals kort noemen. De schaarste voorbijwas één van de punten die recent
werden genoemd in een bijeenkomst inzake stedelijke vernieuwing. Wij onderschrijven in dit ver
band het gegeven dat ook in Breda in principe voldoende kernvoorraad aanwezig is om de diverse
doelgroepen van de volkshuisvesting te bedienen. Dat betekent echter niet dat er niet meer goedkoop
moet worden gebouwd. Met name op de Vinex-locaties zal het aandeel eenderde goedkoop moeten
dienen voor compensatie van de woningen die in een aantal wijken van Breda zullen moeten worden
gesaneerd. Op deze manier blijft de kernvoorraad op peil en kan er met name in de bestaande wijken
worden gewerkt aan differentiatie van het bezit. In dit verband wijs ik er nogmaals op dat de
gemeente Breda nu al moet anticiperen op de herijking van het Vinex-beleid. Alleen al de
bevolkingsprognoses voor de komende tien jaar geven aan dat zal moeten worden gebouwd voor
een- en tweepersoonshuishoudens in de diverse prijscategorieën met, wat ons betreft, een accent
op middeldure en duurdere seriorenwoningen of appartementen. Dit laatste zal zonder verdere
specifieke maatregelen automatisch leiden tot een forse doorstroming van ouderen uit de goedkopere
laagbouw en zal zorgen voor voldoende woningen voor eenoudergezinnen en gezinnen met lagere
inkomens. Ook in de bestaande wijken is het van belang om kwaliteit te bouwen voor de buurt.
Het spiegelbeeldig bouwen onderschrijven wij hierbij. Eenzijdigheid van buurten naar inkomen
moet worden teruggedrongen. Wij accepteren daarbij, dat ook in de goedkopere voorraad wordt
gewoond door mensen met wat hogere inkomens. Wij hebben echter al eerder opgemerkt dat bij