26 MAART 1998
121
de woonruimteverdeling het fenomeen van gedifferentieerd toewijzen moeilijk ligt. Het mag niet
zo zijn dat iedere goedkope woning alleen maar aan de huishoudens met de laagste inkomens wordt
toegewezen, want dan creëer je echt inkomensbuurten. Kan het college aangeven of de woonruimte-
verdeelregels op het punt van de inkomensnormen kunnen worden bijgesteld? Op het punt van
de woonruimteverdeling is D66 verder van mening dat er nog meer en sterker moet worden
gestuurd op de aspecten van de doorstroming. Wij hebben van het college nog een analyse tegoed
van de doorstromingseffecten bij de verkoop van woningen in Westerpark. Wanneer zien we die
tegemoet? Tot slot het convenant met de corporaties. Deze afspraken lopen tot 1999, maar het
college heeft bij monde van de portefeuillehouder al toegezegd vóór de zomer van 1998 te komen
met een bijstelling van de afspraken met de woningbouwverenigingen. Dat is ook in de Nota Volks
huisvesting opgenomen in de uitvoeringsplannen. D66 is hierbij vooral benieuwd naar de mening
van het college als het gaat om afspraken rond de grondtransacties. Ik herinner nog maar even
aan de discussie in de commissie OVB inzake de overdracht van gronden in Westerpark aan
Peelsbouw B. V. De portefeuillehouder heeft toen al toegezegd dat zij wellicht met de corporaties
dezelfde afspraken wil maken. Kan het college aangeven wat zij hieronder precies verstaat? Wij
zij n overigens van mening dat de corporaties het primaat van het goedkope bouwen moeten houden,
maar vooral een rol moeten spelen in het beheer van de goedkope voorraad. De vraag die hier
voor ons opduikt is of het college van plan is een grotere rol in de bouw van goedkope woningen
weg te leggen voor de particuliere ontwikkelaars. Samenvattend, wij zijn heel erg benieuwd naar
de nieuwe afspraken met de corporaties.
De heer ROPS
Er is niet alleen door de commissie OVB veel over gesproken, maar ook met alle mogelijke
verenigingen en instellingen. De inspraak bij deze nota is hier echt goed aan zijn trekken gekomen.
Iedereen heeft zijn zegje kunnen doen en er zijn ook veel schriftelijke reacties binnengekomen.
Daarnaar is goed geluisterd. Men heeft diverse delen veranderd. Deze nota ziet er op vele plaatsen
heel anders uit dan de eerste versie. Iedereen tevreden stellen is onmogelijk. Zo schrijft bijvoorbeeld
het SWOB in een wel erg late reactie, 24 maart jongstleden, dat men wat teleurgesteld is omdat
men na zeer positieve inhoudelijkediscussies in december en januari maar weinig kan terugvinden
in deze definitieve nota. Deze nota is een startsignaal, een nota met heldere conclusies, maar ook
nog met vraagtekens. Wij bedoelen hier de lopende onderzoeken, maar de uitgangspunten liggen
vast. Het beleid dat de gemeente voert staat nu bijelkaar, en is aangesloten bij het landelijk beleid
voor wat betreft de huursubsidie. Wel heeft men te maken met andere actoren en is men afhankelijk
van bijvoorbeeld de markt, de woningbouwvereniging, het Rijk, de regio en de financiën. Aan
het eind van deze kaderachtige nota hebt u een werkplan toegevoegd met dezelfde onderdelen als
de nota zelf. Door dit werkplan heeft de nota meer realiteitswaarde gekregen. De commissie OVB
wil wel regelmatig op de hoogte worden gehouden, zodat snel actie kan worden ondernomen als
er iets stagneert. Tot slot nog enkele opmerkingen. Bij overschrijding van de normering, dus als
financieel passend wonen niet mogelijk is, zullen er boetes worden geaccepteerd, want er zullen
besl ist grote gezinnen moeten worden gehuisvest in grote, dure woningenMaar dit moet natuurl ij k
niet al te vaak voorkomen, omdat anders de voordelen niet opwegen tegen de nadelen. Verder
denken wij dat er rekening moet worden gehouden met de natuurlijke bewegingen namelijk oudere
en jongere alleenstaanden, ook studenten, trekken naar de bestaande stad, naar de voorzieningen,
en de gezinnen meer naar de buitenwijken, onder meer omdat daar meer ruimte is om te spelen.
Ook het opplussen van de woningen voor ouderen en gehandicapten moet veel aandacht houden
en krijgen. Een voorbeeld kan zijn het pilotproject in zuid-oost. Ons laatste punt is: probeer
inkomenswijken in de Vinex-gebieden te voorkomen, dus niet zoals ze nu al staan getekend in
zuid-oost, en differentieer waar het mogelijk is.
De heer CRUL
De nota is zeer uitvoerig in de fractie besproken. Ik dacht dat wij het zelfs in vier vergaderingen
daarover hadden gehad. Wij vinden dat de nota geen beleid aangeeft, slechts intenties op schrift
zet, veel vragen oproept en veel onderzoeken aankondigt. Er wordt gezegd dat het een kadernota
is. Wijvindendatdaaraanzekernietwordtvoldaan. Het is een filosofisch verhaal. Als alles meezit,