26 MAART 1998
125
instrumenten moeten worden ontwikkeld, heldere instrumenten, en ik zou bijna zeggen: u bent
er zelf bij, want wij houden u er ook bij. U zult heel veel over volkshuisvesting horen in de
komende commissievergaderingen, want wij willenu stap voor stap graag in dit proces meenemen,
nu we zo intensief met elkaar daarmee zijn gestart. Mevrouw Van Hasselt: uw vragen en
opmerkingen liggen in feite in dezelfde richting. U maakt ook een hele belangrijke opmerking,
als u zegt dat wij goed moeten kijken naar het evenwicht tussen herstructurering en nieuwbouw.
In de volkshuisvesting heb je te maken met een balans. Wat je nieuw bouwt heeft effecten op
datgene water is. Het kan een aantrekkelijker woonmilieu zijn, datje kunt aanbieden. En natuurlijk
betekent dat dat je die balans, dat evenwicht, moet zien te houden. Want voor leegstand, die al
in een groot aantal gemeenten dreigt, zijn wij als de dood. Wij hebben ook alle antennes uitstaan
om dat te voorkomen. De druk van de markt, zegt u, neemt af. Dat speelt daarin natuurlijk een
belangrijke rol. D66 spreekt eigenlijk in diezelfde trant, als men het heeft over: de schaarste voorbij.
Helaas kon ik afgelopen maandag niet bij de bijeenkomst zijn, maar daar is dat punt aan de orde
geweest. Wij zijn die schaarste in zeker opzicht ook voorbij, maar nog niet zoals in andere
gemeentes, waar men echt al met leegstand te maken heeft. Ik zou u het voorbeeld van de gemeente
Groningen kunnen noemen, waar zaken aan de orde zijn waarmee wij hopelijk nooit te maken
krijgen, en waar al met al 10.000 woningen op het bestand moeten worden ingekrompen. Daarvan
krijgen wij koude rillingen. Maar we moeten datwei heel nadrukkelijk onder ogen zien. Wijzullen
dus natuurlijk nog goedkoop moeten bouwen, maar we zullen dat heel verstandig moeten doen
en zeker niet, en dan kom ik meteen uit op de motie die hier voor mij ligt van GroenLinks, tot
een aantal van 50 procent. Dat is, denk ik, niet alleen onverstandig, maar dat is ook niet nodig.
Als wij kunnen omgaan met onze woningvoorraad zoals wij dat in de nota voorstellen, dan moeten
wij de lange wachttijden, want daarop richten wij ons, kunnen voorkomen en de doelgroep van
het beleid kunnen huisvesten. Ik heb, geloof ik, geen spreektijd meer, voorzitter, of wel?
De VOORZITTER
Het loopt aardig uit.
Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK
Ik neem de laatste raadsvergaderingen mee, waarin ik mij heel koest heb gehouden. Ik zal het
kort maken. D66 spreekt ook over het spiegelbeeldig bouwen. Men zegt: dat is goed en daarbij
is enige scheefheid geaccepteerd. Ik denk dat dat ook juist is. De doorstroming is een element
waaraan in de nota heel veel aandacht wordt besteed en waarbij wij ook een aantal instrumenten,
wervend bouwen, inzetten. De heer Crul zegt eigenlijk hetzelfde wat hij op de eerste vergadering
in de commissie zei. In de tweede vergadering had hij het verhaal toch wat helderder voor ogen,
of misschien was dat zijn persoonlijke mening. Dat is zijn goed recht. Hij zegt dat het een filoso
fisch verhaal is. Ik heb u dat al eerder horen zeggen, mijnheer Crul. En u zegt dat er te weinig
is gebouwd. Dat lag, denk ik, niet aan het volkshuisvestingsbeleid, dat lag ook aan het feit dat
je wel locaties moet hebben om te kunnen bouwen als je wilt bouwen. Daaraan heeft het in Breda,
om welke reden dan ook, geschort. Gelukkig kunnen we wat dat betreft een inhaalslag maken,
want er ligt nog heel wat voor ons te doen. U spreekt over woningnood. Ik ken incidentele gevallen
waarin daarvan sprake is. Met man en macht proberen wij dan ook die incidentele gevallen te
helpen, maar ik zou hier toch niet graag spreken van woningnood. Dan heb ik toch een ander beeld
voor ogen. En ik ben niet meer zo jong, dat ik me dat niet meer herinner.
De heer CRUL
U zei tien minuten geleden, want u bent al heel lang aan het woord, maar dat mag van mij, dat
er nog mensen zijn die twee jaar moeten wachten. Als dat geen nood is, dan weet ik het niet. Maar
ik had eigenlijk een andere vraag. U zei zojuist, toen u naar het verleden ging, dat wij geen
mogelijkheden hadden gezien om in de periode 1994-1998 voldoende sociale woningbouw te realise
ren, omdat we zelf geen grondbezitter zijn, of wat dan ook. Is er gepoogd om diegenen die op
aantrekkelijke plaatsen hebben gebouwd te bewegen sociale woningbouw te realiseren?