26 MAART 1998 134 De heer SCHRODER Ik zou het college willen vragen of er ten aanzien van dit soort zaken procedures zijn, of die landelijk zijn voorgeschreven, of plaatselijk zijn ontwikkeld, omdat het mij in de beantwoording van het college frappeert, en eigenlijk ook verontrust, dat die hele kwestie erg lang duurt. Nu, in de concreetheid van vandaag, zegt u binnen nu en twee weken de resultaten te verwachten van een onderzoek naar iets wat al jaren loopt. Als je serieus aandacht voor zo'n zaak hebt en ver moedens hebt dat er iets aan de hand zou kunnen zijn en dat dat mogelijk ook gevolgen zou kunnen hebben voor bepaalde groepen woningen, dan mag je natuurlijk niet de noodklok luiden voordat je daarover een zekere mate van zekerheid hebt. Ongerustheid veroorzaken moetje natuurlijk nooit doen. Maar moet dat dan vier jaar duren? Want stel dat we inderdaad over twee, drie weken tot de conclusie komen dat het daar goed mis is, dan vind ik dat het een erg traag beleid is. Dus ik zou daarover toch graag iets horen. Wethouder OOMEN Ik kan niets anders zeggen dan wat ik De heer KWISTHOUT Is dit de tweede termijn? De VOORZITTER Neen, dit is de eerste termijn. Wethouder OOMEN in de eerste termijn heb gezegd, namelijk dat in februari opdracht is gegeven aan het adviesbureau Touwdat binnen nu en een paar weken start met het onderzoek. Het zal nog geruime tijd duren voordat dat onderzoek is afgerond. Maar zodra de resultaten daarvan bekend zijn, zal het college in de richting van de bewoners de resultaten zo snel mogelijk bekend maken. Maar het gaat ook niet aan om vooraf al op dit moment onrust te zaaien, omdat wij nog niet exact weten hoe ernstig de situatie is en dat wenst het college ook niet voor zijn rekening te nemen. TWEEDE TERMIJN De heer KWISTHOUT Ik vind dat de wethouder heel erg om het debat heen draait. Ik heb drie punten aangegeven waarin wij kritiek hebben op het gemeentebeleid. De wethouder pikt er eentje uit, en dan nog maar een klein facet ervan, over de informatie. Hij zegt de buurt te gaan informeren als adviesbureau Touw meer resultaten heeft. Is het niet verstandiger om eerst de buurt te informeren dat adviesbureau Touw een onderzoek gaat doen? Waar gaat dat onderzoek gebeuren? Gaat dat onder de huizen gebeuren? Dat is onduidelijk. Ik heb ook een aantal vragen gesteld over de beantwoording door het college op een drietal vragen van de SP-fractie. Ik wil ze nog wel eens nalopen. De eerste vraag van de SP was waarom er nooit monsters onder de huizen zijn genomen. Het college stelt dat midden jaren '80 niet bekend was dat er ook onder de woningen een stortplaats zou kunnen zijn. Ik wil u erop wijzen dat op oude kaarten van Breda, in dit gebouw, in het stadskantoor, heel duidelijk staat aangegeven dat op die locatie een gemeentelijke stortplaats is. Ik vraag me af hoe het college erbij komt ons te melden dat dat niet bekend is bij de gemeente. Verder stelt het college in de beantwoording op onze vragen dat uit het rapport van ASCOR, het onderzoeksinstituut dat door de woningbouwvereniging Volkshuisvesting is ingeschakeld, blijkt dat er geen redenen zijn voor nader onderzoek. Daaruit blijkt tevens dat de gemeente dat rapport niet goed heeft doorgelezen, want uit de analyseresultaten van dat onderzoek blijkt, dat een aantal stoffen in dergelijke concentraties onder de huizen en onder het speelveldje is aangetroffen, dat de toetsingswaarde is overschreden en dat nader onderzoek is gewenst. Nogmaals, hoe verklaart het college dit? Ook in de beantwoording van een andere vraag, waarop het college stelt dat op dit terrein op korte termijn onderzoek wordt gedaan, waarop de wethouder dus doelt, is dit kennelijk niet het terrein waarop de huizen staan, want daarover heeft de gemeente niets te zeggen. En daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 134