21 en 22 APRIL 1998 143 wederom ambtelijk, of regisseert Rijkswaterstaat de lokale infrastructuur? Ik sluit af met de klapschaats. Het schaatsende smaldeel van mijn fractie, en wij hebben de afgelopen weken in onze fractie diverse schaatsen de revue zien passeren, koppelt het accommodatiebeleid voor de hele stad in de komende Sportnota aan de investeringsimpuls toeristische en recreatieve voorzieningen, bladzijde 29 van de kadernota. Als voor onder andere gezinsactiviteiten bij uitstek, althans zo interpreteren wij de opmerkingen van het college, Breda aanvullende attractieve voorzieningen kan creëren, komt een leisurepark, geëxploiteerd door derden, in beeld. Bij het ter discussie stellen van het gemeentelijk sportcentrum, en dat vonden wij in de stukken niet terug, maar het is voor ons wel een heel reële optie, komen er wellicht mogelijk heden vrij om op een strategische plek aan de rand van de stad een combi-achtig complex te laten ontwikkelen. Tegelijkertijd kunnen we dan ook een discussie hebben over de personele, de materiële en de financiële consequenties, die nu voor een groot deel op het bordje van de gemeente komen. Vóór de zomervakantie, en dus niet bij de behandeling van de Begroting 1999, wil in ieder geval mijn fractie daarover duidelijkheid. Met instemming constateert de CD A-fractie dat een aantal beleidsvoornemens uit ons program 'Oog voor de realiteit' en het daaropvolgende programakkoord voor meer Bredanaars mogelijkheden en kansen biedt. Met het oog op het 750-jarig bestaan van Breda vraagt mijn fractie van alle betrokken Bredanaars geen figurantenrol, maar de hoofdrol. De burgers voor het voetlicht, zou ik zeggen. De uitdagingen in de kadernota schreeuwen om audities. Tot zover mijn eerste termijn, voorzit ter. De heer KRUITHOF Ingaand op de klapschaats van mijnheer Adank, hoopt mijn fractie dat die later niet bekend zal worden als een scheve schaats. De VVD-fractie vindt de Kadernota 1999, zowel qua inhoud als vorm, een respectabel product. Dit neemt niet weg dat er onzerzijds op- en aanmerkingen zijn en natuurlijk wensen. Voor 1999 is, zoals wij reeds verwachtten, een slui tende begroting gerealiseerd. Het ministerie van Binnenlandse Zaken erkent dat de uitgaven van de gemeenten de laatste jaren fors zijn gestegen. Het zijn vooral de volkshuisvesting, het milieu en de sociale en maatschappelijke dienstverlening die de stijging veroorzaakten. Op al deze terreinen zien we een sterke toename van gemeentelijke taken. Via de gemeentelijke belastingen, door het kostendekkend maken van de gemeentelijke dienstverlening en via de bezuinigingen op bijvoorbeeld de infrastructuur en sport hebben de gemeenten de stijgende uitgaven weten te financieren. Deze situatie zien wij ook in Breda. Gebleken is dat we voor een enorme inhaalslag staan op het gebied van de sport, waarmee inmiddels een begin is ge maakt. De VVD-fractie denkt dat dit op niet al te lange termijn het geval zal zijn op de terreinen van de infrastructuur en het stedelijk beheer. Een verlaging van de lastendruk komt daardoor in de knel. De VVD constateert dat, los van investeringen, voor een gewenst voorzieningenniveau de uitgavenkant van het programakkoord in deze zittingsperiode van de gemeenteraad wordt gerealiseerd. Met de verlaging van de gemiddelde lastendruk, als gevolg van de gemeentelijke belastingen, is dat nog niet het geval. Wij zijn ingenomen met het feit dat er in plaats van een verhoging van 1,75% wordt volstaan met 0,75%. Wij zien dit echter slechts als een eerste stap in de goede richting. Naar onze mening moet de inspanning erop zijn gericht te komen tot een nulgroei. Voor de toekomst houden wij dit voor wenselijk. Een lastenmatiging en een uiteindelijke verlichting blijven doel van ons beleid. Is het college het met ons eens dat het punt van de lastenverlaging geprioriteerd behoort te worden? Het is op zich verheugend dat de stelpost nieuw beleid voor eenvijfde deel wordt ingezet voor de inte grale veiligheid. Het betreft evenwel slechts een bedrag van 150.000,--, waarmee, naar onze mening, nauwelijks een substantiële bijdrage aan de verbetering van de veiligheid kan worden geleverd. Onduidelijk is bovendien hoe dit bedrag zal worden aangewend. Graag zien wij een nadere concretisering van deze plannen. Wat is uw antwoord hierop? Bij de Begroting 1998 is 375.000,-- uitgetrokken om de stadswachtenorganisatie uit te breiden. De uitvoering van deze uitbreiding lijkt te stagneren. In plaats van de beoogde 30 stadswachten zijn er momenteel niet meer dan ongeveer 14 in functie. De VVD-fractie is teleurgesteld dat de zo noodzakelijke uitbreiding van het toezicht daardoor onvoldoende van de grond komt. Ons

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 143