21 en 22 APRIL 1998
147
De heer VAN YPEREN
Breda '97 heeft, als nieuwkomer in de raad van Breda als lokale partij, ongeveer een jaar
achter de rug van wennen. Wennen aan de politieke cultuur van een stad met karakter en aan
een politieke structuur, die door de jaren is gegroeid en die eigen is aan de achtste stad van
ons land. Een lokale partij, die constructief wil meedenken en verantwoording wil dragen.
Een partij, die in goed overleg prioriteiten wil vaststellen, om optimaal gebruik te kunnen
maken van de aanwezige mankracht en middelen. De behandeling van de Kadernota 1999, die
wij als prima willen kwalificeren, geeft ons slechts de mogelijkheid een aantal punten te
benadrukken. Uw principevoorstel om tot een besluit te komen over het bouwen van Stads
kantoor III vinden wij, evenals het CDA, wat kort door de bocht. Wij hebben immers
afgesproken, dat we allereerst de studie zouden afwachten voordat het op de agenda zou
komen. Tegen uw reservering van middelen hebben wij overigens geen bezwaar. Het mag
echter de vrijheid van besluitvorming niet beïnvloeden. Wij sluiten ons graag aan bij de vraag
die de heer Adank u daarover stelde. Wij kunnen ons voorstellen dat in een enkel geval op
langere termijn voor een voormalig gemeentehuis een andere functie wordt gevonden. Een
servicepunt moet echter altijd behouden blijven. Breda '97 vindt het uitstekend dat er proeven
worden gedaan met Parkeer en Pendel, maar niet op die dagen dat een stad autovrij is wegens
een festiviteit. Wij vinden een proef op een koopavond en op een zaterdag meer voor de hand
liggen. Breda '97 denkt dat Parkeer en Pendel kan worden ingezet voor werken, winkelen en
festiviteiten. De burgerenquête geeft aan, dat de helft van de Bredanaars denkt dat er behoefte
is aan zo'n voorziening. In onze stad wordt ernaar gestreefd de afvalstoffenheffing kosten
dekkend te doen zijn. Breda '97 vraagt zich af of dit uitgangspunt, ook in de toekomst, wel
gehandhaafd kan blijven. Een onderzoek naar differentiatie in de tarieven is voor ons een
belangrijk punt. Wanneer denkt u met dit onderzoek te starten? Voor 50.000 van de 160.000
inwoners van Breda geldt dat zij zich niet veilig voelen in de stad Breda. Dit is voor Breda
'97, net zoals voor de VVD, een te groot aantal inwoners. Wij ondersteunen dan ook alle
voorstellen en initiatieven om dit te veranderen. Wij zijn voorstander van een integraal veilig
heidsbeleid. Goede afstemming van toezichttaken is daarbij primair. Wij wachten uw
voorstellen af. Met betrekking tot het beleidsonderdeel wonen staat Breda '97 achter het
realiseren van de afgesproken VINEX-locaties ten behoeve van de vele wachtenden op een
woning. En in het bijzonder die woningen, die bestemd zijn voor de minder draagkrachtigen
onder ons. In de VINEX-locaties liggen nu eenmaal de mogelijkheden tot het realiseren van
de 1/3, 1/3, 1/3-regeling. Wij willen u echter graag op een aantal punten wijzen, dat bij die
realisering naar voren komt. Allereerst de twijfels. Er kan leegstand ontstaan wanneer alle
plannen worden uitgevoerd. Leegstand, zowel in de nieuwe VINEX-wijken als in de oudere
wijken, vanwaar men maar al te graag als doorstromer vertrekt naar de nieuwe locaties. Dat
biedt uiteraard wel kansen voor de herstructurering. Opnieuw pleiten wij voor fasering van de
aanpak van de nieuwbouw, zodanig dat het voorzieningenniveau, ik denk bijvoorbeeld aan
scholen, niet in gevaar komt. Ook moeten we het kunnen opbrengen dat we met onze
buurgemeenten tot een gemeenschappelijke invulling kunnen komen van de woningbouw in de
stadsregio. Hoe staat het met de besprekingen over de verdeling van het aantal te bouwen
woningen? Ten tweede vinden we dat we bij de nieuwbouw meer naar de consument moeten
luisteren. De stedenbouwkundigen willen wijken bouwen die landelijk innoverend zijn.
Vandaag zien we mathematische rechte lijnen als confrontatie met de door de natuur
gevormde lijnen, compacte huizen, liefst nog in een felle kleur gespoten. Maar is dat nu wat
de consument en de omgeving wensen? Nu worden de wensen, door de krapte op de markt,
gedirigeerd door onder andere de projectontwikkelaars samen met de stedenbouwkundigen.
Ten derde vinden wij dat de grote groene vlekken in de oudere wijken, ten behoeve van
inbreidingslocaties voor nieuwbouw, uitsluitend nog voor bijzondere huisvestingsdoeleinden
moeten worden gebruikt. Dit in aansluiting op het beleid dat we met elkaar hebben vastgesteld
in de nota Volkshuisvesting. We dienen zuinig om te gaan met dat bijzondere groen. Breda
'97 heeft zorgen over het planologisch probleem van de geluidswal van 15 meter hoog aan de
rand van de VINEX-locatie IJpelaar Zuid-Oost. Wij hopen dat we met elkaar op een inven
tieve wijze uit die moeilijke problematiek kunnen komen.