21 en 22 APRIL 1998
151
beleidsdebat in de raad zouden voeren, en het CDA heeft het daarover ook al eens gehad, zou
daarmee het primaat van de raad kunnen worden versterkt. Alvorens in te gaan op een aantal
beleidsterreinen, moet ons van het hart dat wij de tekst in de kadernota ten aanzien van de
mogelijke bouw van een Stadskantoor III voorbarig en niet onderbouwd vinden. Een project
van een dergelijke omvang zal ter besluitvorming moeten worden voorgelegd aan de raad,
zonder dat bij de vaststelling van deze kadernota impliciet een principebesluit wordt genomen
tot de bouw van een derde Stadskantoor. De Partij van de Arbeid hecht eraan nog eens vast te
stellen dat zij niet gebonden wil zijn aan een besluit over het derde Stadskantoor. De
afgelopen jaren is in Nederland, en dus ook in Breda, vooral in economisch opzicht vooruit
gang geboekt. Desondanks zijn er nog forse problemen die zich vooral concentreren in de
grote steden, zoals langdurige werkloosheid, armoede, sociaal isolement, drugsoverlast,
schoolverzuim en onveiligheid. Veel van deze grootstedelijke problemen zijn met elkaar
verbonden, waardoor ze elkaar versterken en zich concentreren in bepaalde buurten. Een stad
met karakter vraagt om betere buurten. Allereerst als het om veiligheid gaat. Overlast en
criminaliteit moeten snel en effectief worden aangepakt. Dat verwachten de burgers van
politie, justitie en de lokale politiek. Wij wijzen op de mogelijkheid die is ontstaan om
Melkertbanen bij de politie te creëren voor ondersteunende functies. Stadswachten kunnen
immers voor een deel het werk uitvoeren, waar de politie niet aan toekomt, en zo het werk
van de politie doeltreffender maken. In dit verband vinden wij dat een inhoudelijke discussie
over de mogelijkheid van een veiligheidscentrum eerder zou moeten worden gevoerd, dan een
discussie over de locatie van zo'n veiligheidscentrum. Hoe denkt het college hierover?
Daarnaast vinden wij het belangrijk politieagenten vrij te stellen om in buurten contacten te
onderhouden met instellingen, organisaties en bewoners. Dus de politie als direct aanspreek
punt in de buurt. Maar ook justitie zal wijkgerichter moeten gaan werken, zodat vooral de
kleinere criminaliteit snel kan worden afgehandeld, het zogenaamde lik-op-stuk-beleid. De
jongerenproblematiek, en specifiek die van de Marokkaanse jongeren, is ons inziens een zaak
die voluit de aandacht van de lokale politiek verdient, zowel vanuit het perspectief van de
betreffende jongeren, als vanuit de beleving van overlast door bewoners. Daarom denken wij
dat een combinatie van preventieve en repressieve aanpak nodig is. Voor de aanpak van een
aantal criminele jongeren zal een samenwerking tussen justitie, politie en hulpverleningsin
stellingen essentieel zijn. Voor een beleid op de langere termijn verwijzen wij naar onze brief
van 16 april 1998, waarin wij wijzen op de mogelijkheden van vensterscholen - en in de
richting van het CDA zeg ik dat ik denk dat het om een én én beleid gaat: en die ouders erbij
betrekken, maar zeker ook die vensterscholen, waar jongeren kunnen worden opgevangen,
ook na schooltijd - mentoraat, huiswerkbegeleiding et cetera. Daarnaast vinden wij dat ook
het bestaand beleid verbetering en versterking nodig heeft. Dat komt ook vanuit die niet-
ambtelijke jeugdcoördinatoren uit de wijken.
De heer BOER
Bij interruptie. Dit gaat dan wel van mijn tijd af, maar ik vind dit wel heel belangrijk. De
PvdA zit al een hele tijd in het college, en zit ook in het kabinet. Waarom wordt nu dit soort
commentaar gegeven, terwijl er vier jaar niets is gebeurd?
Mevrouw HEERKENS
Ik bestrijd dat er vier jaar niets is gebeurd. Vandaar dat ik ook zeg dat het bestaande beleid
moet worden versterkt en verbeterd. Het is een problematiek die overal speelt. De Visitatie
commissie heeft daarop ook nog eens gewezen. We mogen ons niet neerleggen bij die
problematiek. We vinden dat we moeten blijven proberen om zo goed mogelijk daarop in te
spelen. En als we in de verschillende commissies daarover gaan discussiëren, dan zullen wij
ook zeker uitgaan van het bestaand beleid. Wij hopen dat we dat ook met creatieve moge
lijkheden kunnen aanvullen. De langdurige werkloosheid is een andere bron van zorg, die ook
in het grote stedenbeleid aandacht krijgt. Vooruitlopend op de bespreking van de nieuwe nota
willen wij een aantal aspecten benadrukken. Naast verruiming van banen in de additionele
sfeer, gaat het ook om uitbreiding van reguliere banen. Daarbij vinden wij dat meer inspan-